Direct naar artikelinhoud
ReportageSierra Leone

Het regenseizoen nadert zijn hoogtepunt, inwoners van hoofdstad Freetown houden hun hart vast: ‘We kunnen nergens heen’

De modderstroom van 14 augustus 2017 deed een hele woonwijk verdwijnen.Beeld Afolabi Sotunde / Reuters

Het regenseizoen in Sierra Leone nadert zijn hoogtepunt, inwoners van hoofdstad Freetown houden hun hart vast. Vijf jaar geleden kwamen bijna 1.200 burgers om het leven bij een aardverschuiving, veroorzaakt door regenval. ‘We kunnen nergens heen.’

“Alles was plat, net zoals nu”, zegt Tamba Kpaquoi (21). “Geen huizen, niets meer.” Hij wijst om zich heen naar de vlakke, roestbruine aarde. Daaronder liggen nog altijd de huizen met hun bewoners begraven. Vijf jaar geleden stond hier, aan de voet van een van de vele heuvels rondom de Sierra Leoonse hoofdstad Freetown, nog een hele woonwijk. Tot 14 augustus 2017.

Kpaquoi loopt naar de plek waar het huis van zijn familie ongeveer moet hebben gestaan. Hij friemelt met zijn handen aan zijn jeansbroek. In de vroege ochtend van die 14de augustus werden Kpaquoi’s moeder, zijn oudere broer en zijn jongere broertje bedolven onder een stroom modder, aarde en rotsblokken. Hun lichamen zijn nooit gevonden, evenmin als die van vele anderen.

Kpaquoi woonde destijds bij zijn tante, een paar wijken verderop. Hij zou die bewuste nacht bij zijn moeder logeren. “Op de avond voor de ramp belde mijn oudere broer. Hij wilde een motorrijder sturen om me op te halen. Maar het regende heel hard, zo hard had ik nog nooit gezien.” Vanwege die regen besloot zijn tante dat het onverstandig was om de weg op te gaan. “Ik zei dat ik de volgende ochtend zou komen. Dat was het laatste contact dat ik met mijn familie had”, zegt Kpaquoi.

‘Mensen riskeren hun leven om in Freetown te kunnen wonen, want ze hebben gewoon geen andere keuze’
Tamba Kpaquoi (15)verloor zijn moeder en broers in de ramp
Tamba Kpaquoi verloor zijn moeder en twee broers.Beeld Carlijn van Esch

Na een dag en een nacht aanhoudende plensregen begaf de heuvel het. Het grootste deel van de wijk Mortomeh werd in één klap weggevaagd. Volgens een rapport van de Wereldbank vielen er 1.184 doden, maar inwoners zeggen dat het er minstens 2.0000 moeten zijn geweest. Het is de grootste natuurramp in de geschiedenis van het West-Afrikaanse land.

Zandzakken

Boven de heuvels bij Mortomeh tekent zich een grauwe lucht af. Een zacht tikken op de golfplaten daken kondigt de regen aan die even later in alle hevigheid naar beneden gutst. Augustus is de natste maand van het jaar in Sierra Leone. Rondom veel huizen zijn geulen gegraven en zandzakken gestapeld in de hoop het water buiten te houden.

Op de heuvels rondom Mortomeh wordt alweer volop gebouwd. “De volgende aardverschuiving zal alleen maar erger zijn”, vreest milieuactivist Iyesha Kamara. Dat zo’n grote ramp hier plaatsvond, is geen toeval. Het is een combinatie van ontbossing en klimaatverandering. Freetown ligt ingeklemd tussen het Nationale Park Western Area, een beschermd stuk tropisch regenwoud, en de Atlantische Oceaan. De steile hellingen van Sugar Loaf Mountain vormen de schimmige overgang tussen stad en oerwoud. “Sugar Loaf Mountain, de naam zegt het al”, zegt Kamara. “Als suiker nat wordt, lost het op.”

‘De volgende aardverschuiving zal alleen maar erger zijn. Sugar Loaf Mountain, de naam zegt het al. Als suiker nat wordt, lost het op’
Iyesha KamaraMilieuactivist

Freetown is een stad in beweging. Het inwoneraantal is in de afgelopen vijftig jaar vertienvoudigd. De hoofdstad barst uit haar voegen. Bijna de helft van de huidige inwoners is buiten de stad geboren, blijkt uit cijfers van de overheid. Veel mensen trekken naar Freetown in de hoop werk te vinden. Maar de meesten van hen raken voor hun levensonderhoud afhankelijk van het tropisch regenwoud. Vanwege een gebrek aan elektriciteit zijn hout en houtskool de belangrijkste energiebronnen in Sierra Leone. Mensen kappen bomen voor de verkoop, maar ook voor hun eigen vuurtjes.

Door de overbevolking wonen in en rond Freetown honderdduizenden mensen op de steile hellingen. In 2009 vond er al eens een aardverschuiving plaats waarbij 103 doden vielen. “Zolang er genoeg bomen staan om de grond te beschermen, zijn dit soort heuvels niet kwetsbaar”, zegt onderzoeker Martin Drenth, die aan de Rijksuniversiteit Groningen doctoraatsonderzoek doet naar watergevoelige steden. Maar de huizen kruipen steeds verder de heuvels op en het natuurpark in. “En daarmee ook de bomenkap en de landbouw. Het wordt niet per se kaal, maar broccoli bijvoorbeeld houdt gewoon geen grond vast.”

Een gapend gat

De rampplek van vijf jaar geleden is gemakkelijk te herkennen. Tussen de vele steile, groene heuvels rond Freetown valt er één uit de toon. Een roodbruin gapend gat ontsiert de berg: een rivier van rotsblokken van boven naar beneden.

Kpaquoi vermoedt dat zijn moeder wel wist dat ze op een gevaarlijke plaats woonde. “Maar ze had gewoon geen andere plek om heen te gaan.” De overheid had voor het risico gewaarschuwd, maar deed vervolgens weinig om de bouw van nieuwe huizen te voorkomen. En de mensen bleven komen. “Mensen riskeren hun leven gewoon om in Freetown te kunnen wonen”, zegt Kpaqoui.

De situatie in Freetown is niet uniek. “Wereldwijd hebben heel veel steden te maken met deze problematiek”, zegt onderzoeker Drenth. “In deze kwetsbare steden heeft de overheid geen controle over de nieuwbouw. En economische belangen gaan vaak boven het beschermen van de natuurgebieden.”

Vrijwilligers zoeken naar overlevenden een dag na de ramp in Mortomeh.Beeld Manika Kamara / AP

Klimaatverandering speelt ook een grote rol. In de weken voorafgaand aan de ramp in Freetown viel er drie keer zoveel regen als normaal voor de tijd van het jaar. “Veel steden zijn ingericht om het water af te voeren, maar steeds vaker wordt het punt bereikt dat er zoveel regen valt dat dat niet meer werkt”, aldus Drenth. Een oplossing is om lokaal water op te slaan, bijvoorbeeld in reservoirs “of door de aanleg van een schoolplein of park dat mag overstromen”.

Maar steden als Freetown lopen net de grootste risico’s doordat ze niet het geld hebben om zich aan te passen aan klimaatverandering. Het internationale wetenschappelijke panel IPCC waarschuwde er dit voorjaar voor. Tussen 2010 en 2020 vielen in arme landen als gevolg van overstromingen, droogte en stormen vijftien keer zoveel doden als in rijke landen. Het wrange is dat Afrika volgens het IPCC-rapport het hardst geraakt wordt door de gevolgen van klimaatverandering, terwijl het continent slechts verantwoordelijk is voor 3 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.

Angst

“Elk jaar in mei, als het regenseizoen begint, is iedereen bang”, vertelt Pa Conteh, in 2016 verkozen tot dorpshoofd van Mortomeh. “Vooral als het de hele nacht lang regent. Dan doen we geen oog dicht.” Het gapende gat is voor de overlevenden een dagelijkse herinnering aan de ramp en aan de risico’s die ze lopen. Conteh zou het liefst zien dat de hele gemeenschap wordt verhuisd, maar er is geen geld. “Op deze manier kunnen we niet verder met ons leven, maar we hebben geen alternatief. We kunnen nergens heen.”

Veel mensen hebben alles verloren bij de ramp: familie en vrienden, hun huis, al hun spaargeld en hun akkers. Het dorpshoofd heeft zelf geluk gehad, het natuurgeweld trok vlak langs zijn woning. Op enkele meters van zijn huis markeert een hek het rampgebied. Bij de poort hangen soldaten rond. Ze moeten het gebied bewaken, vooral om te voorkomen dat er nieuwe huizen worden gebouwd.

De overheid bood de mensen die hun huis verloren wel een ander onderkomen aan, maar daar konden ze maar een jaar blijven. “De meeste mensen keerden daarna terug”, zegt Conteh. “Nu trekken ze van bouwplaats naar bouwplaats voor onderdak.” Hij heeft namens de gemeenschap meermaals een verzoek ingediend voor een stuk grond op een veilige plek, waar de ontheemden dan zelf hun huis kunnen bouwen. Zonder resultaat. “De overheid heeft ons gewoon in de steek gelaten”, verzucht hij. “We hebben zelfs geen school meer.”

Milieubeleid

In aanloop naar de laatste presidentsverkiezingen, die een half jaar na de ramp werden gehouden, probeerden milieugroepen klimaat hoger op de politieke agenda te krijgen. Het Women’s Network of Environmental Sustainability (Wones) gaf alle partijleiders een map vol informatie en spoorde hen aan milieubeleid in hun partijprogramma’s op te nemen. Met enig succes. Sierra Leone heeft voor het eerst een ministerie van Milieu, belast met zaken als duurzaamheid, natuurbescherming en klimaatadaptatie.

In de wijk de wijk Mortomeh zijn de gevolgen van de aardverschuiving nog altijd goed te zien.Beeld Melina Mara / Getty

Dat ministerie heeft alleen nog niet de kennis in huis om de problematiek goed aan te pakken. Iyesha Kamara, een van de oprichters van Wones, vertelt over het ambitieuze plan om in vier jaar tijd vijf miljoen bomen te planten. Het ministerie vroeg de vrouwenorganisatie om tienduizend bomen te planten in een zuidelijk district. “We kregen tienduizend kokospalmen”, zegt Kamara. “Die zijn helaas niet goed voor herbebossing, omdat ze in de schaduw van andere bomen moeten groeien.”

Wones probeert ook het bewustzijn onder de gewone bevolking te vergroten. De organisatie heeft bijvoorbeeld een scholenproject waarbij elk kind een boom plant en verzorgt. Maar zolang er geen goed alternatief als brandstof is, zullen mensen massaal bomen blijven kappen. “We werken aan een project om briketten te maken van gras of kokosnoot, dat kan houtskool goed vervangen”, vertelt Kamara. “Eerst op kleine schaal, maar hopelijk kunnen we het uitrollen.”

Ondergelopen straten

Tamba Kpaquoi woont nu aan de andere kant van Freetown. Hij geeft bijles, het geld dat hij daarmee verdient spaart hij zodat hij naar de universiteit kan. Nu het regenseizoen weer zijn hoogtepunt nadert, ziet hij overal in de stad de gevolgen van de slechte afwatering. Sommige straten staan compleet onder water. “Het maakt me boos en verdrietig”, zegt hij. “Het doet me denken aan mijn broers, vooral mijn jongere broertje. We deden altijd alles samen.”

Het monument ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van de ramp van 2017.Beeld Carlijn van Esch

Twee jaar geleden kwam president Julius Maada Bio naar de rampplek voor de onthulling van een monument. Op een granieten blok staan een man, een vrouw en twee kinderen, hun armen gespreid en hun ogen opgeslagen naar de hemel. Het is een mooi monument, vindt dorpshoofd Pa Conteh, “maar wat hebben we eraan? Ik wou dat de overheid meer naar ons zou luisteren.”

Beloofde klimaathulp voor arme ­landen blijft tot nu toe uit

Op de klimaattop in Glasgow benadrukten Afrikaanse ­landen en hulporganisaties de noodzaak om armere en kwetsbaardere landen weerbaarder te maken tegen ­extreem weer. Al in 2009 spraken de rijke landen af dat ze vanaf 2020 jaarlijks 100 miljard dollar (zo’n 98 miljard euro) zouden overmaken naar een klimaatfonds, bestemd voor klimaatadaptatie in arme landen, maar aan die belofte wordt niet voldaan.

In Glasgow presenteerden de rijke landen een financieringsplan om het beloofde bedrag in 2023 wel te behalen. Ontwikkelingslanden ­hameren op de gedeelde verantwoordelijkheid en ­stellen dat 100 miljard helemaal niet genoeg is. Toch blijven nieuwe financiële toezeggingen tot nu toe uit, ondanks de harde bewijzen dat arme ­landen oneven­redig hard geraakt worden door klimaatverandering. De verwachting is dat het onderwerp hoog op de agenda zal staan bij de komende ­klimaattop in ­november in Egypte.