©  Joren De Weerdt

IN HET WIEL VAN. Door de Kempen met Tom Boonen: “Ik heb de dood in de ogen gekeken”

Sinds hij afscheid nam van het wielrennen in 2015 stortte Tom Boonen zich op de autosport. Maar ook op het ontwikkelen van revolutionaire fietsonderdelen, op het gezinsleven met Lore en zijn twee dochters, op het onderhouden van zijn royale tuin en nog heel veel andere dingen die hij graag doet. Alleen fietsen schiet er nog wel eens bij in. “Als ik het doe, geniet ik ervan. Maar ik ben ook blij dat het niet meer moet.”

Maaike Floor

Als we bij Tom Boonen thuis aankomen, zit hij in een short en een T-shirt voorovergebogen op de zetel de teen van één van zijn dochters in te tapen. “Gebroken”, zegt hij. “Ze was tegen de zetel gebotst.” Zul je altijd zien. Dan had hij zijn vier gewonnen kasseien van Parijs-Roubaix zo opgesteld dat ze niet op de tenen van zijn huisgenoten zouden kunnen vallen en dan slaagt een van de dochters erin om haar teen alsnog te breken.

Jacqueline en Valentine gaan naar de grootouders vandaag. Lore maakt nog vlug staartjes in hun haar, brengt ze weg en gaat dan zelf werken in haar coachingpraktijk. Tom kleedt zich snel om zodat we meteen kunnen vertrekken. In een strakke, zwarte wieleroutfit van Classified (het revolutionaire schakelsysteem waarin hij investeerde, red.) staat hij even later weer beneden. Hij had nog geen seconde bedenktijd nodig toen we vroegen of hij met ons langs de plekken uit zijn jeugd wilde fietsen. “Je hebt eigenlijk twee weken nodig als je alle mooie plekken in de Kempen wil zien”, lacht hij. “Maar we kunnen op één middag toch al wel een stuk of vier voor mij belangrijke locaties doen.”

Tom Boonen heeft nog altijd een sportlijf: 1.92 meter, 89 kilo, amper vet en vooral veel spieren. Choose life, staat er op zijn linkerarm getatoeëerd, één van de vele tatoeages die hij ondertussen heeft laten zetten, allemaal met een eigen betekenis. “Tegenwoordig fitness ik drie keer per week en ga ik twee keer per week lopen. Daarnaast train ik nog in een simulator. Ook als autorallypiloot moet je fit zijn”, vertelt hij. “Ik heb vroeger wel strakker gestaan. Op een bepaald moment woog ik amper 74 kilo. Toen vond ik dat mooi, maar als ik nu foto’s uit die tijd zie, dan was dat graatmager. 89 kilo is eigenlijk mijn ideale gewicht. De meeste sporters van mijn generatie blijven op gewicht omdat ze beseffen dat gezond eten belangrijk is.”

Tom Boonen: “Ik heb nog even overwogen om in Monterey, Californië, te gaan wonen, maar mijn band met de Kempen is enorm sterk.” ©  Joren De Weerdt

Geen cijfertjes meer

We zetten koers richting zijn geboortehuis in Balen-Olmen. Tom Boonen op een zilverkleurige stalen fiets van De Jaegher, die maar dertig kaders per jaar produceren en met een ‘eigen’ versnellingsgroep erop. Ondergetekende op een gewone blauwe koersfiets van minstens twaalf jaar oud. Een gps hebben we niet nodig, er is ook geen fietscomputer of iets dergelijks te bespeuren op de fiets van Tom Boonen. “Dat is het eerste dat ik eraf gesmeten heb nadat ik gestopt was”, vertelt hij. “Voor mij geen cijfertjes meer, ik fiets echt voor het plezier. Valentine en Jacqueline hebben een mountainbike, dus met hen ga ik wel eens de bossen in. Tien keer van hetzelfde hellinkje naar beneden. Heerlijk vinden ze dat en ik ook. Ik had eens wieleroutfitjes voor hen meegebracht, maar ze zeiden ‘papa, dat doen wij echt niet aan’.” (lacht)

Hij weet nog niet of ze zijn sportgenen hebben meegekregen. “Van mij hoeven ze echt niet in mijn voetsporen te treden. Als ze toch topsporter willen worden, heb ik misschien zelfs liever dat ze gaan tennissen. Daar is het meer aanvaard dat vrouwen op topniveau spelen en worden ze ook in verhouding betaald. Dat is in de koers nog lang niet het geval. Daar verdienen de beste vrouwen misschien zoveel als een goede helper bij de mannen. Ik heb veel bewondering voor alle sporters die heel hun leven in dienst stellen van een sport als triatlon of atletiek en daar amper van rond kunnen komen. Een goede wielrenner kan ook na zijn profcarrière goed leven van zijn inkomen uit de jaren aan de top.”

Met uw reporter op de fiets langs het kanaal. ©  Joren De Weerdt

Valpartij

We naderen een drukkere weg om over te steken. Als ik wil afstappen, draai ik mijn voet om uit de pedaal te klikken, maar er gebeurt niks. Terwijl Tom de weg oversteekt en ik dan maar mijn andere voet probeer uit te draaien, voel ik dat ik met fiets en al naar rechts hel tot ik – in slow motion bijna – op het asfalt smak. Auch. De klikschoen (ook minstens twaalf jaar oud) lost nog steeds niet, dus lig ik wat te spartelen onder mijn fiets. Het contrast tussen de sportman en materiaalfreak Tom Boonen en de amateurfietser wordt me ineens pijnlijk duidelijk. Het woord gênant is in dit geval een understatement. Maar zowel de fotograaf als de voormalige wereldkampioen schieten meteen te hulp. “De plaatjes onder je schoenen zaten gewoon helemaal los”, zegt Tom Boonen verbaasd als hij mijn schoen inspecteert. “Geen wonder dat je niet los kon klikken.”

Niemand van ons heeft gereedschap mee, dus rijden we nog even door naar taverne De Waterhoek. Een wielertoerist met een professionele fiets die daar passeert, heeft wel een Engelse sleutel bij zich. Tom Boonen draait de plaatjes vast – yes, gefixt, merci – om daarna te vertellen over deze toch wel bijzondere plek. “Tot mijn tweede jaar woonde ik hier en erna van mijn 10 tot 13 of 14 jaar ongeveer. Het is het ouderlijke huis van mijn grootvader. Mijn nonkel, die na de oorlog getraumatiseerd uit een Duits werkkamp was teruggekeerd, woonde er ook. Nadat hij gestorven was, hebben mijn ouders dit een jaar of drie, vier als taverne uitgebaat. Dit huis is nog bezet geweest door de Duitsers omdat het vlak bij de enige brug naar Balen ligt. Toen we het huis opkuisten, vonden we zelfs nog oude obussen. Dat vond ik toen heel spannend”, vertelt Tom. “Mijn jongere broer Sven en ik sliepen boven, achterin. We hadden allebei een eigen kamer maar sliepen meestal samen in een bed. We hoefden maar naar beneden te roepen wat we wilden eten, een videeke of zo, en ze kwamen het brengen. We waren horeca-kindjes, onze ouders hadden amper tijd voor ons. Dat is ook de reden dat ze gestopt zijn en dat we naar Balen-centrum zijn verhuisd.”

Met de hulp van het gereedschap van een wielertoerist, repareert Tom Boonen de kapotte schoen. ©  Joren De Weerdt

Scholenkampioenschap

We rijden door naar het huis dat Tom als het huis van zijn jeugd beschouwt. Broer Sven woont er inmiddels met zijn gezin. Hij is toevallig thuis omdat hij herstelt van een kleine ingreep aan zijn oog. “We hebben hier een schitterende jeugd gehad, hè, Sven”, zegt Tom. Sven knikt bevestigend. Altijd buitenspelen met de kinderen uit de buurt, kampen bouwen, ravotten, elkaar de gracht in rijden met de bmx en als je honger kreeg, ergens in één van die huizen aan tafel schuiven. Het maakte niet uit bij wie. “Sven fietst nu veel meer dan ik”, zegt Tom. “Niet moeilijk ook”, antwoordt zijn broer, die vier of vijf keer per week op de fiets zit.

Maar het was wel degelijk Tom die op 13-jarige leeftijd bakken talent bleek te hebben voor dat wielrennen. Omdat een vriend meedeed aan het scholenkampioenschap wilde hij dat ook en haalde hij een koersfiets van zijn vader André Boonen (ook een ex-coureur) uit de garage. Een veel te grote fiets voor het fijne, tengere jongenslijf dat hij toen nog had, maar hij won wel. “De vader van die vriend had ook nog gekoerst en die heette ook André. En mijn vriend heette Tom, heel toevallig. Ik won dat scholenkampioenschap en ik genoot van dat gevoel. Dat wilde ik nog meemaken, daardoor ben ik gaan koersen. Bij de junioren won ik alles, maar later heb ik ook moeten leren verliezen, leren vechten, leren doorzetten. Talent alleen is een vergiftigd geschenk, daar ben je niks mee.”

Even buurten bij broer Sven in het ouderlijk huis. “Sven fietst veel vaker dan ik.” ©  Joren De Weerdt

1.000 koersen

Hij schat dat hij meer dan 800.000 kilometer in zijn benen heeft als prof en meer dan duizend koersen. Zijn mooiste overwinning uit zijn profcarrière? “Mijn eerste Ronde van Vlaanderen. Ik was nog maar een paar jaar bezig, ik was 23 jaar, kei jong, en won de Ronde. Dat was een heel bijzonder moment. Ik had een enorme gedrevenheid om te winnen. Ik voel me nog steeds slecht over de koersen die ik had kunnen winnen maar dat door mijn eigen fout niet gedaan heb: Parijs-Tours in 2010 en de Ronde van Vlaanderen in 2011, die kan ik in mijn hoofd soms nog analyseren.”

We fietsen over een zandpaadje en door het bos naar de plas van Mol-Rauw, die is ontstaan doordat er daar zand werd gewonnen. “My happy place”, zegt Tom als hij het water ziet. “In de zomer zaten we hier de volle twee maanden iedere dag. Ik zwem zo veel liever hier dan in een zwembad. Dat geeft me kracht, alsof de natuur energie teruggeeft.” Tom Boonens band met de Kempen is enorm sterk, maar toch beviel het hem in Monaco ook, waar hij in totaal vijf jaar woonde en waar het water nog net een tikkeltje blauwer is. “Mijn tweede appartement was in Fontvieille, een deel waar veel Italianen wonen. Er is een dorpse sfeer, op den duur ken je de mensen van de bakker en de supermarkt. Ik had er ook een goed groepje om te trainen: Axel Merckx, Filippo Pozzato, Philippe Gilbert, Thor Hushovd. Je hebt daar alles: bergen, vals plat, het klimaat is heerlijk, dat maakt gewoon een betere coureur van je. Om 8u ging ik iedere ochtend naar de gym en om 9.30u begonnen we te trainen. Dat jaar, 2012, had ik mijn beste seizoen ooit dankzij die goede voorbereiding. Die tweede keer dat ik in Monaco zat, was Lore ook meegekomen. Ik had er langer kunnen blijven, denk ik, Lore wilde op den duur wel terug.” Tom heeft ooit ook getwijfeld om naar Monterey te verhuizen, Californië. “Ik vind het daar fantastisch. Maar dat plan is ook opgeborgen. Als je kinderen hebt, is die stap zetten nog veel groter.”

Tom Boonen woonde ooit boven de Waterhoek, zijn ouders baatten er een paar jaar een taverne uit. ©  Joren De Weerdt

‘Tommeke wereldkampioen’

De tweeling stond maar één keer mee op het podium: bij zijn afscheidskoers aan het Zilvermeer in Mol. “Ze waren anderhalf, ze hebben dus geen herinneringen aan die tijd. Ze kennen dat liedje dat er ooit gemaakt is, Tommeke Wereldkampioen, en er vraagt al eens iemand een handtekening, maar verder zijn ze daar echt niet mee bezig.” Omdat hij geen prof meer is, heeft hij ook meer tijd voor zijn dochters. “De eerste twee jaar waren zwaar. De meisjes zijn zes weken te vroeg geboren en waren heel vaak ziek. Nu zijn ze zeven, dat is zo’n plezante leeftijd. Ik maak er ook een punt van om iedere dag iets met hen te doen, ook al is dat gewoon huiswerk maken of samen tv kijken. Ze zijn een eeneiige tweeling, maar ze hebben echt hun eigen karakter. Jacqueline is koppiger, een stoere, maar met een klein hartje. Valentine is meer een meisje meisje, maar durft eigenlijk veel. Ze is ook heel zorgzaam.” Of ze nooit hebben nagedacht over een broertje of zusje? “Omdat we twee miskramen hebben gehad, besef je dat het allemaal niet zo evident is. Dan vraag je je af of je het risico nog eens wil nemen. We hebben twee gezonde kinderen en daar zijn we heel blij mee. Deze zomer breidt ons gezin wel uit met een dwergpoedel, dat wordt ook even aanpassen.”

We fietsen door naar het centrum van Mol waar Tom in de Corbiestraat wel een paar goede lunchadresjes kent. We strijken neer op het terras van Café Kodak, waar hij zowel de uitbaatster als een deel van de mensen op het terras begroet. Tom Boonen is hier gewoon iemand uit het dorp, niet de vedette waar iedereen per se mee op de foto wil. “Dat haat ik, als mensen alleen snel een foto maken voor op Instagram. De hysterische taferelen nadat ik in 2005 wereldkampioen was geworden, mis ik niet. Gelukkig zijn de mensen in de Kempen heel nuchter. Vaak ging ik ook gewoon over de grens bij Eindhoven trainen. Op een paar verdwaalde Belgen na, werd ik daar niet eens herkend.”

Graffiti van Tom en zijn dochters, enkel Lore ontbreekt. ©  Joren De Weerdt

Pion op een speelbord

Of zijn moeilijk jaren, 2008-2009, waarin hij betrapt werd op het gebruik van cocaïne ook zijn sporen hebben nagelaten, wil ik weten. “Toen was dat niet fijn natuurlijk, maar eerlijk? Daar denk ik eigenlijk niet meer aan terug. Het was niet dat ik verslaafd was, hé. Veel jonge gasten hebben al eens iets gepakt als ze gaan feesten. Ik heb fouten gemaakt, ik heb er lessen uit getrokken en ik had het geluk dat ik goed omkaderd was. Iedereen wil altijd ‘picture perfect’ zijn, maar in de realiteit is niemand perfect.”

In eerste instantie mocht Tom Boonen in 2009 niet starten in de Tour. “Ik had me daar op ingesteld maar de ploeg had bezwaar aangetekend en last minute oordeelde de rechter dat ik wel mocht starten. Toen ik terugkwam van een training stonden daar ineens honderd journalisten op me te wachten. Iedereen wist het eerder dan ik. Ik had eigenlijk helemaal geen zin om de Tour te rijden. Allan Davis, die in mijn plaats in de ploeg was gezet, moest ineens naar huis, dat was heel zuur voor hem. Op dat moment voelde ik me een pionneke op een speelbord.”

Zijn groene trui van 2007 is een mooie herinnering, maar verder had Tom Boonen het niet zo voor de Tour de France. “Het is een te groot, lelijk beest. Als er in die periode in de kleine dorpen ineens heel die karavaan neerstreek, dan zaten wij soms in hotels waar de kakkerlakken over de vloer kropen en er rattenvergif in onze slaapkamers stond. We kregen vaak echt bucht te eten: pasta die bijna tot pulp uit elkaar gevallen was, platgekookte boontjes, na een paar dagen ligt je maag volledig in de knoop. Dat was verre van all sunshine and rainbows. In 2012 had ik erop aangedrongen om een eigen kok mee te nemen. Dat heeft niks met sterallures te maken. Voeding is zo belangrijk. Tegenwoordig hebben al die ploegen hun eigen foodtrucks mee en wordt er soms voor de renners per persoon een bepaald type brood gebakken. Wat dat betreft is er de afgelopen jaren heel veel veranderd.”

 ©  Joren De Weerdt

60% gehoorschade en een zoemtoon

Een moment waar hij nog wel aan terugdenkt omdat het een diepe indruk heeft nagelaten, is zijn zware val in Abu Dhabi in 2015. “Ik zou er helemaal niet naartoe gaan maar omdat ik zo’n goed najaar had gehad, zag ik het nog wel zitten om de ronde van Abu Dhabi erbij te pakken. Ik herinner me niks van die dag, maar ik hoorde later van Theo Bos dat hij over een stuk betonijzer was gereden en ten val kwam. Ik probeerde hem te ontwijken maar zijn stuur raakte in mijn voorwiel, waardoor ik van mijn fiets geslagen ben. De zijkant van mijn gezicht heeft de klap opgevangen. Ik had een breuk van 15 cm in mijn schedel, ik lag roerloos op de grond in een plas bloed. Mijn Poolse ploegmaat boog zich huilend over mij, hij dacht dat ik dood was. Ook voor Lore en mijn ouders was het vreselijk om te zien. Gelukkig hebben ze hen snel opgebeld om te zeggen dat ik bij bewustzijn was. Ik heb echt de dood in de ogen gekeken. Dankzij de breuk kon de druk in mijn hersenen zich niet opbouwen, dat is mijn geluk geweest. Ik heb nog altijd 60% gehoorschade aan mijn linkeroor en hoor voortdurend een zoemtoon. Daardoor word ik gek van geroezemoes.”

“De Spaanse dokter José Inbarguren, dockie, is bij mij in het ziekenhuis gebleven toen de rest vertrok. Daar ben ik hem heel dankbaar voor. De maanden na de val waren de slechtste van mijn leven. Ik moest veel rusten en was altijd moe, moe, moe. Het ging gewoon niet. Officieel mocht ik zes maanden niet fietsen, maar ik wilde per se weer op niveau komen. Iedere seconde heb ik nodig gehad om dat doel te bereiken. Ik was ook bang geworden om de bochten in te vliegen en mijn positie te kiezen, waar ik vroeger juist sterk in was. Door daarover te praten met de teampsycholoog heb ik die angst kunnen plaatsen en overwinnen. Op de dag dat ik startte in Parijs-Roubaix kreeg ik een berichtje van de dokter uit Abu Dhabi: gefeliciteerd, je mag weer fietsen. Die dag werd ik tweede in Parijs-Roubaix. Ik was 35 jaar, het was mijn laatste kans om mee te doen met de wereldtop. Het was erop of eronder, als ik die dag slecht gereden had, was ik op dat moment gestopt. Maar ik heb nog twee jaar kunnen koersen.”

Autopiloot

Ondertussen heeft Tom Boonen een tweede carrière als autopiloot, ook op een hoog niveau. Met het niet onbelangrijke verschil dat het hem meer geld kost dan opbrengt, maar toch. Twee jaar geleden won hij de 24u van Dubai en hij behaalde al meer mooie resultaten. “Ik moest in die sport alles opnieuw leren, nederig zijn. De trainingsuren op de baan zijn heel beperkt dus je moet elke minuut ten volle benutten.” Bij de prototypen was hij één van de besten maar nu hij met een Porsche 911 GT3 rijdt, is dat weer aanpassen. “Ik wil mezelf blijven uitdagen. Ik merk wel dat mijn ervaring als coureur me helpt. Die hyperfocus voor een wedstrijd, een soort kalmte die het instinctief van je overneemt, die is heel belangrijk. Of je nu met 265 kilometer per uur door de bocht moet sturen bij het autoracen of dat je aanvalt in een massasprint van de koers of een helling in de Vlaamse Ardennen, de focus is vergelijkbaar.” Racen is ook niet zonder risico en Tom Boonen kreeg al eens letterlijk een concurrent op zijn dak. “Maar eigenlijk ben je goed beschermd, de autosport is veiliger dan de koers. Na die zware crash in Assen had ik zelfs geen blauwe plek. In de koers gaat er geen jaar voorbij zonder twee of drie doden.”

Dat gezegd zijnde, fietsen we de laatste kilometers terug naar huis. Fietsen blijft een belangrijke rol spelen in het leven van Tom Boonen, vooral door zijn inbreng bij Classified. “We zijn ondertussen van Turnhout naar het Damplein in Antwerpen verhuisd. Van vier werknemers zijn we gegroeid naar meer dan veertig, in een jaar tijd. Ik ga geregeld naar grote fietsbeurzen, onlangs nog in Amerika, om het systeem te demonstreren. We hebben nog veel plannen, ook voor mountainbikes en cargofietsen. We willen de wereld veroveren. Ik hoop dat ik in de fietsindustrie dingen kan realiseren die zo veel jaar later nog worden gezien als revolutionaire vernieuwingen, dat mijn nalatenschap daar ligt”, vertelt hij enthousiast. “Ik houd me daar echt graag mee bezig.”

 ©  Joren De Weerdt

Gewoon content

Of Tom Boonen nu gelukkiger is dan tijdens zijn profcarrière kan hij moeilijk zegen. “Ik ben gewoon content en dat was ik toen ook. Op dat moment deed ik er alles voor en ik heb mooie overwinningen behaald, maar dat maakt niet altijd gelukkiger. Ik deed ook maar wat er van mij verwacht werd. Ik heb er enorm van genoten maar mijn tijd is geweest. Ik mis het niet. Als ik zonder te trainen in topvorm zou zijn, zou ik dat gevoel nog wel eens willen hebben om een wedstrijd mee te rijden, maar ik zou niet – zoals sommige collega’s – nog altijd willen koersen bij de toeristen. Dat snap ik niet. Ik ben ook bewust niet in de koers begonnen, in een andere functie. Ik had er even genoeg van.”

Hij heeft ook nooit graag gezegd wie in zijn voetsporen is getreden, wie de nieuwe Tom Boonen is zoals Johan Museeuw dat vroeger bij hem heeft gedaan. “Dat heeft geen belang, al die renners zijn wie ze zijn. Ze moeten hun eigen draken slachten en hun eigen successen najagen.”

Tom Boonen is tegenwoordig ook gewoon graag thuis, zonder al te veel verplichtingen. Beetje in de tuin werken, zien wat er op hem afkomt, met Lore en de tweeling een ijsje gaan eten en als er een racewedstrijd gepland staat, nog eens dat competitiebeest in zichzelf loslaten. Dat wel. Choose life, het zijn niet alleen lettertjes die in inkt op zijn arm getatoeëerd staan. Het is een motto dat hij ook in de praktijk brengt. Tom Boonen heeft niet alleen talent voor de koers, maar ook voor het leven.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER