Adrien Canelle

Mysteries ontrafeld: Waar vind je nog overblijfselen van de Brusselse dierentuin van 1851?

Eind negentiende eeuw had onze hoofdstad een eigen dierentuin. De Brusselse zoo ging na nog geen dertig jaar al failliet door wanbeleid. Toch vind je in Brussel nog overblijfselen van de gebouwen en dieren.

Radio 2 ontrafelt de hele zomer lang mysteries uit Vlaanderen en Brussel. Met de hulp van luisteraars en experten proberen we het antwoord te vinden op geheimzinnige verhalen.

In 1851 opent in Brussel een dierentuin. Vooral de welgestelde burgerij zou er kunnen genieten van een chique wandeling omringd door planten en dieren. 

Geschiedkundige Wim Lambrechts onderzocht de dierentuingidsen van de zoo, boekjes met info over de dierentuin uit die tijd: "Het doel van Brussel was om een dieren- en plantencollectie aan te leggen. Maar het was ook belangrijk dat de burgeoisie er kon promeneren en flaneren."

In die tijd was het niet ongewoon om ook een collectie kippen of een collectie honden te hebben in een dierentuin
Wim Lambrechts, geschiedkundige

Er verbleven ongeveer 560 dieren in de zoo. Zo waren er olifanten, drie verschillende soorten beren en kamelen. Gids Olaf Winkler van Korei vzw verklaart: "Je moet het concept van de dierentuin plaatsen in de tijdsgeest. De rijke burgerij verkreeg kapitaal om te reizen, waardoor er een voorliefde ontstond voor het exotische."

Maar ook andere dieren hadden in de negentiende eeuw een plaats in de zoo. Lambrechts: "Het was in die tijd niet vreemd om ook een collectie kippen of honden in een dierentuin te hebben. Er werd ook gedacht aan de economische kant van het verhaal: de eieren van de kippen werden bijvoorbeeld verkocht." 

Adrien Canelle

Slechte leefomstandigheden

De Brusselse zoo bestond nog geen dertig jaar. Lambrechts schrijft het korte bestaan toe aan de slechte leefomstandigheden van de dieren: "Ze wisten in die tijd niet goed wat de dieren nodig hadden. Het was bijvoorbeeld te vochtig en te koud, en de kooien waren niet aangepast aan de noden van de dieren. De directie van de dierentuin dacht dat de dieren zich konden aanpassen aan ons klimaat en aan onze voeding. Ze werden al snel ziek en veel dieren stierven."

In de dierentuingidsen kan je zelfs lezen dat het personeel verwachtte dat de zeehonden zouden kunnen helpen bij de plaatselijke visvangst.

Er kwamen klachtenbrieven over de gezondheidstoestand van de dieren
Wim Lambrechts

"Er kwamen meer en meer klachtenbrieven over de gezondheidstoestand van de dieren", zegt Lambrechts, "ze zouden een verwaarloosde indruk nalaten." De burgerij koos er uiteindelijk voor om op andere plaatsen te wandelen, en de dierentuin ging failliet.

Olifantenverplaatsing

Wat er met al de overlevende dieren gebeurd is na de sluiting van de dierentuin, is niet bekend. Alleen het verhaal van de olifanten schept meer duidelijkheid. De toenmalige directeur van de Zoo van Antwerpen zou die overgekocht hebben en vervolgens eigenhandig van Brussel naar Antwerpen gewandeld hebben. 

Ondanks een moeilijke tocht waarbij de olifanten soms gingen liggen en weigerden verder te wandelen, slaagde de directeur erin om de dieren naar Antwerpen te leiden. Daar overleden ze uiteindelijk. De olifanten hebben zich niet voortgeplant.

Betsy

Ondanks de grote sterfte, zocht het personeel van de dierentuin een manier om de dieren te kunnen blijven bewonderen na hun dood. Daarom werd een deel van de dieren opgezet. 

Het enige overgebleven dier is vermoedelijk de olifant Betsy. Zij staat in het Museum voor Natuurwetenschappen in Brussel.

Betsy is het pronkstuk van onze zaal
Museumgids Dorien Schouppe

Museumgids Dorien Schouppe: "Betsy staat heel prominent aanwezig in onze zaal van 250 jaar Natuurwetenschappen. Ze is een pronkstuk in ons museum"

Betsy werd ongeveer 150 jaar geleden opgezet. Dorien Schouppe: "Je ziet dat ze een heel oud beestje is.  Ze ziet er niet heel fris meer uit: ze pelt een klein beetje af en ze heeft wat waterschade opgelopen doorheen de jaren. Maar gezien haar leeftijd, kan ze er zeker nog mee door. Ze zal nog lang in ons museum blijven staan."

(Lees verder onder de foto)

KBIN - Thierry Hubin

Leopoldspark

Waar nu het Leopoldspark is, was vroeger de dierentuin. Je vindt dus nog enkele elementen van de oude zoo terug in het park. 

Gids Olaf Winkler: "Aan de ingang van het park zie je twee wachthuisjes. Daar was vroeger de ingang van de dierentuin. Niet iedereen zal het zien, maar kan de woorden 'Jardin Royal de Zoologie' lezen. Je ziet er ook een leeuw en een klimopplant in de steen afgebeeld. Die verwijzen naar de twee functies van het oude park: dierentuin en botanische tuin."

Naast de ingang zijn er nog enkele elementen van de dierentuin terug te vinden. Het huis van de oude directeur is nog aanwezig en bewoond. Daar kan je ook een standbeeld van de directeur vinden. 

Winkler: "Het laatste overblijfsel van de dieren zelf is een bassin. In dat bassin konden de zeehonden van de dierentuin baden."

Balatkas

Ook de serre van de Brusselse zoo kan je vandaag nog bewonderen. Oorspronkelijk had ze een plaats in het Leopoldspark, waar vroeger de dierentuin was. In de serre groeiden reuzenwaterlelies, die toen net ontdekt waren. Plantkundige Koen Es van de plantentuin van Meise: "De serre is eigenlijk een voorloper van de art-nouveau-stijl."

Vandaag vind je de serre in de Cronquisttuin in de Plantentuin Meise.  Ze is een van de oudste van ons land.  Ze werd in 1854 ontworpen door Alphonse Balat, de hofarchitect van koning Leopold II. Daarom wordt ze ook wel Balatkas genoemd.

Plantentuin Meise

Meest gelezen