VN-deskundige spreekt van dwangarbeid in Xinjiang

Obokata sprak naar eigen zeggen met betrokkenen, hij las onafhankelijk onderzoeksrapporten en raadpleegde ook regeringsdocumenten. Het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken in Peking wees de conclusies van zijn rapport woensdag meteen van de hand.

In de regio Xinjiang, in het noordwesten van China, worden volgens mensenrechtenactivisten honderdduizenden Oeigoeren en andere minderheden in heropvoedingskampen opgesloten. De Chinese leiding klaagt over separatisme, extremisme en terrorisme in de regio.

De islamitische minderheid van de Oeigoeren voelt zich politiek, religieus en cultureel onderdrukt. Na hun machtsovername in 1949 in Peking lijfden de communisten het toenmalige Oost-Turkestan bij de Chinese volksrepubliek in.

Obokata gaat in op de inrichtingen die door China als beroepsopleidingscentra voorgesteld worden, en op de tewerkstellingsprogramma's die volgens Peking de armoede moeten bestrijden. Mensen worden uit hun geboortestreek weggehaald en voor een laag loon tewerkgesteld, schreef hij.

De arbeiders en arbeidsters staan onder verregaand toezicht, leven en werken in slechte omstandigheden en worden bedreigd met fysiek of seksueel geweld. "In enkele gevallen kan het om slavernij als inbreuk op de menselijkheid gaan, wat verder onafhankelijk onderzoek verdient", zo staat in het rapport.

De woordvoerder van het Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Wang Wenbin, zei dat Obokata "ervoor gekozen had de leugens en desinformatie te geloven die de Verenigde Staten, westerse landen en anti-Chinese krachten gefabriceerd hebben".

Herbekijk ook: Oeigoeren kritisch over “propaganda-toer” in China