Direct naar artikelinhoud
DM ZaptRoland Meeus

‘House of the Dragon’ op Streamz: saai wordt het nooit in de langverwachte prequel van ‘Game of Thrones’

Rhaenyra (Emma D'Arcy) en Daemon Targaryen (Matt Smith) in 'House of the Dragon'.Beeld HBO

Ronald Meeus zet de blik op oneindig. Vandaag: House of the Dragon op Streamz.

De Targaryens uit House of the Dragon, dat zijn de Kardashians of de Meilandjes, maar met draken. Zelfde ivorentorengehalte, zelfde wereldvreemdheid, zelfde aangeboren gevoel van aanspraak op alles wat op hun netvlies valt, zelfde torenhoge tolerantie voor elkaars buitenissigheden (al vertonen die zonet aangehaalde realityreeksen niet de zweem van incest die in House of the Dragon zit).

De langverwachte prequel van Game of Thrones, die zich honderdzeventig jaar in het verleden van die serie afspeelt, slaagt er opnieuw in om George R.R. Martins fantasywereld Westeros op een overtuigende manier naar het scherm te brengen. De focus op één adellijk geslacht (in plaats van een stuk of vijf) brengt gelukkig niet de door mezelf nogal gevreesde schraalheid in de vertelling met zich mee.

Nieuwe makers Ryan J. Condal en Miguel Sapochnik gooien hun reeks meteen in een rollend ritme dat flink afwijkt van dat van het origineel, met flinke tijdssprongen die er zelfs voor zorgen dat de jongste telgen van de familie, prinses Rhaenyra en koningin Alicent Targaryen (née Hightower), door twee verschillende actrices moesten worden gespeeld.

Saai wordt het ook nooit: dialogen zijn opnieuw messcherp, er wordt weer gevoosd dat het niet mooi meer is, en geregeld boort het staal van een zwaard of een knots zich door het weke vlees van een sukkelaar.

Er is zo’n evenredig aantal gelijkenissen én verschillen tussen Game of Thrones en House of the Dragon dat je er een waterpas op kunt zetten. Dat maakt het ook niet zo moeilijk om, in deze nieuwe reeks, een verhaal te slikken dat inherent verschillend is van dat van de vorige. House of the Dragon is – om het in termen van Shakespeare te duiden, de Britse bard die Martin soms als inspiratie aangeeft – eerder King Lear dan Henry VI. Niet weer een natiewijde clash van feodale rijken om een centrale troon, maar een koning (Viserys I, vertolkt door Paddy Considine) die de grip op zijn rijk, zijn nageslacht en zijn gezond verstand verliest.

De politieke en persoonlijke intriges die zich gedurende tien afleveringen House of the Dragon (waarvan ik er zes mocht zien) voltrekken in de kille hallen van de Red Keep zijn zelfs zo indringend dat het me pas na het bekijken ervan opviel dat het wat die beloofde aanwezigheid van draken betreft nogal tegenviel. Er wordt wel geregeld een pendeltocht gemaakt op de rug van zo’n geschubd beest, en op één moment worden er ook vijandelijke troepen mee doorbakken, maar het is in geen geval zo dat je constant een draak door de lucht ziet fladderen.

De nieuwe showrunners houden de aandacht mooi op de goudgelokte kernfamilie en de goorlappen die er deel van uitmaken. Met prins Daemon Targaryen (Matt Smith), de broer van de koning, op kop als guy you love to hate.

House of the Dragon is nu te zien op Streamz.