“Straks rijden we enkel nog op stratenparcours. Dan is de fun eraf en hoeft het voor mij niet meer”: Verstappen en co willen dat Francorchamps op F1-kalender blijft

Officieel is er nog geen beslissing. Die wordt pas in oktober verwacht: dan belooft het management van de Formule 1 een kalender voor volgend seizoen. Inderdaad, veel later dan andere jaren. Het heeft alles te maken met de onzekerheid rond Zuid-Afrika – raakt het circuit daar tijdig klaar – en China – nog altijd potdicht als gevolg van Covid-19. Komen die twee grand prix’ uiteindelijk op de kalender, dan is de kans groot dat zulks ten koste is van Francorchamps. Stefano Domenicali, CEO van de F1: “We moeten nu eenmaal mondialiseren...”

Ondertussen blijft de steun voor onze grand prix groeien. Als het van de coureurs afhangt, dan moet Francorchamps ab-so-luut op de kalender blijven. Normaal: het asfaltlint in de Ardennen is er nog eentje waar het echt racen is. “Spa (zoals niet-Belgen Francorchamps noemen, red.) is met voorsprong mijn favoriete circuit”, zegt Max Verstappen, een van de grote kanshebbers zondag. “Dan volgt Suzuka. Ook een heerlijke baan. Geweldig om op die twee circuits met een F1-machine te rijden. Er zijn niet alleen heel veel snelle bochten, er zit ook een zeer natuurlijke flow in.”

Oké, er zijn wel meer coureurs die het leuk vinden om op Francorchamps te racen, en dat de voorbije weken herhaaldelijk benadrukten, maar Verstappen gaat verder en raakt de essentie. “Ik kijk ook verder. Als weer eens een land van de kalender verdwijnt, dan komt in de plaats heel vaak een soort stratencircuit, zoals Miami dit seizoen en Las Vegas volgend jaar. Dat vind ik geen leuke trend. Als dat zo doorgaat, dan bestaat het seizoen over een paar jaar hoofdzakelijk uit stratenparcours. Dan is de fun eraf en hoeft het voor mij niet meer... Kijk, ik snap dat iedereen zoveel mogelijk geld wil verdienen, maar hier vind ik dat er grenzen zijn: de F1 moet topcircuits met een historie koesteren in plaats van alleen nog in straten te gaan racen.”

De term is gevallen. Geld. Zoals we hier al schreven is de poen het belangrijkste criterium voor de Amerikaanse F1-bazen die beslissen waar gereden wordt. Domenicali probeert dat niet eens te verhullen. “We houden natuurlijk ook rekening met veel andere aspecten, maar geld is voor iedereen belangrijk. Ook voor ons.” Sebastian Vettel zegt net hetzelfde maar met minder blad voor de mond. “Natuurlijk kan iedereen zien dat geld almaar vaker bepaalt waar we koersen. Doodjammer. Het zou zonde zijn dat we daarom fantastische circuits als Francorchamps moeten laten vallen.”

Ondertussen zijn de steunbetuigingen vanuit de coureursgilde niet meer bij te houden. Sergio Perez: “Of ik het jammer zou vinden? Wat dacht je, dit is mijn favoriete circuit.” Of ex-coureur Jenson Button, nu consultant bij de Engelse televisie: “De F1 moet in de eerste plaats kiezen voor circuits die geweldige koersen kunnen opleveren. En dat doe je door naar circuits te gaan waar de coureurs er echt zin in hebben, en het beste uit zichzelf halen. Een coureur die denkt, ‘ach je kan hier toch niet voorbijsteken, en dit is een saai circuit’, zal altijd minder goed presteren.”

Lando Norris wijst ook de geldzucht met de vinger, maar heeft nog een andere reden om Francorchamps te steunen. “Tja, wat wil je, vandaag draait alles om de poen. Maar ik zou het echt sneu vinden mocht Francorchamps om die reden sneuvelen. Dit is echt een van de coolste circuits van het jaar. België moét op de kalender, net als Monza, want even mythisch. En ik geef toe: dat mijn moeder Belgische is speelt ook mee. Ik ben voor de helft Vlaming, hé. Als kind bracht ik hier veel tijd door. Vandaar: net als Silverstone beschouw ik Spa als ‘mijn thuisrace’...”