Direct naar artikelinhoud
ReportageMoskou

Op geheime bijeenkomsten zoeken activisten in Moskou steun bij elkaar: ‘Niemand is hier vrij of veilig’

Agenten van de Russische oproerpolitie lopen toe op een man die een stuk papier met de tekst 'Nee aan de oorlog' omhooghoudt.Beeld Getty Images

Wekelijks komt een groep activisten in Moskou samen op een geheime locatie om hun plannen te bespreken en elkaar een hart onder de riem te steken. ‘Juist nu is het als activist in Rusland belangrijk om niet alleen te zijn.’

De kelder voelt bedompt aan. De pakweg twintig mensen in het kleine ondergrondse vertrek, ergens in het centrum van Moskou, lijken de zuurstof langzaam uit de ruimte te zuigen. De frisse lucht maakt plaats voor hoofdpijn en de oplopende temperatuur perst de eerste zweetparels uit de poriën op de voorhoofden, die glinsteren onder het tl-licht tussen de grijze muren van beton.

Stuk voor stuk kijken de deelnemers van de ‘Ja Ostajoes’-bijeenkomst, Russisch voor ‘ik blijf’, een beetje onwennig om zich heen. Een enkeling is ronduit schichtig en lijkt constant op zijn hoede voor iets ongrijpbaars. Alsof er een onheil in de lucht hangt dat elk moment door de voegen in de muren de kelder in kan waaien.

Weigeren te vertrekken

Verrassend is die behoedzaamheid niet. De groep van twintigers en dertigers bestaat uitsluitend uit activisten en pleitbezorgers voor mensenrechten die nog altijd zo goed en zo kwaad als het gaat in Rusland zelf weerstand proberen te bieden aan het Poetin-regime. Sinds begin april komen de ‘ik-blijvers’ wekelijks op een geheime locatie samen om te praten over ervaringen, problemen, spanningen en hun gevoelens sinds het Kremlin op 24 februari besloot tot de ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne. Want dat is de gemene deler: stuk voor stuk verzetten ze zich en stuk voor stuk weigeren ze vooralsnog hun thuisland te verlaten.

Zo stond een van de aanwezigen kortgeleden nog met een ‘geen oorlog’-spandoek op een plein in Moskou. Een ander plakt elke dag als een bezetene anti-oorlogsstickers door de hele stad. Een derde maakt een documentaire over Russen die zich nog wel durven uit te spreken. Weer een volgende werkt voor een van de weinige onafhankelijke mensenrechtenorganisaties die er nog zijn in Rusland. Een vijfde werkt met uit Oekraïne gevluchte kinderen en vrijwel allemaal spreken ze zich online uit tegen het geweld in Oekraïne.

Zonder risico is het niet. Sinds het Russische parlement begin maart in noodvaart een aantal repressieve wetten aannam, is onder meer het verspreiden van ‘misinformatie’ over het conflict in Oekraïne strafbaar met maximaal vijftien jaar cel. Datzelfde geldt voor het ‘in diskrediet brengen van de strijdkrachten’ of het gebruik van elk ander woord dan de door het Kremlin goedgekeurde eufemistische term ‘speciale militaire operatie’ om de strijd in het buurland aan te duiden.

Die verstikkende werkelijkheid maakt dat de aanwezigen constant op hun hoede moeten zijn en voortdurend onder grote druk staan. Daarom bespreken ze de ene keer welke vormen van protest nog mogelijk zijn binnen het repressieve maatschappelijke kader waarin ze bewegen en gaat het een andere keer over de stress en angst die bij vlagen te veel kunnen worden.

Rondje goed nieuws

Om niet direct in een neerwaartse spiraal van verlammende emoties te belanden, begint elke vergadering met een rondje goed nieuws. Zo ook die van vanavond, zegt voorzitter Jelena. Ze kijkt de ruimte in, waar haar lotgenoten in een cirkel op turquoise pallets met vale kussentjes zitten. Twintiger Anna wil best als eerste van start, al haast ze zich te zeggen dat het slechts om een klein lichtpuntje gaat. Een moment van zoet klein zomergeluk toen ze in het weekend met een vriendin in de bossen rond Moskou aardbeien ging plukken.

“Terwijl we daar liepen, zag ik een anti-oorlogsteken op een van de bomen. Dat beurde me even op.” Collega-activist Inna vertelt dat ze de afgelopen dagen tientallen stickers met diezelfde boodschap opplakte in de stad. “Het maakt me niet uit of ze me arresteren, ik moet dit doen. Dat is mijn goede nieuws van de week, dat ik dit nog altijd durf.” Ook de kortgekapte en verlegen Pjotr heeft goed nieuws te delen. “Mijn documenten voor deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen in september zijn goedgekeurd. Nu nog verkozen worden.”

Een man houdt een anti-oorlogsposter omhoog aan het Kremlin in Moskou.Beeld Getty Images

Voor de rest is de opbrengst aan opbeurende verhalen wat aan de magere kant vanavond. “Ik had vandaag voor het eerst niet om het kwartier het gevoel dat ik moest vluchten of me moest verstoppen. Telt dat ook als goed nieuws?”, vraagt dertiger David vertwijfeld. Het ontlokt een ironische glimlach aan zijn buurvrouw Masja, die hem direct bijvalt.

“Ik voel me voor het eerst niet depressief. Dat is zeker goed nieuws”, zegt ze even vastberaden als onverschrokken. De tekst ontlokt een collectief gegniffel van de groep. “Als je niet depressief bent, wat doe je hier dan eigenlijk?”, zegt gespreksleider Jelena lachend. Dan gaat ze op serieuzere toon voort: “We kunnen er wel om lachen, maar zo laag is onze standaard onderhand kennelijk. Als we niet van ellende in elkaar storten, gaat het blijkbaar goed.”

Antidepressiva

Het is inderdaad opvallend hoe slecht iedereen eraan toe is. Tijdens de drie uur durende bijeenkomst wordt duidelijk dat zeker een derde van alle deelnemers aan de antidepressiva zit, omdat ze sinds eind februari kampen met angsten, stress en depressies. Juist daarom besloten Jelena en een paar collega’s de ik-blijf-bijeenkomsten te organiseren.

“Nadat honderden activisten Rusland hadden verlaten, realiseerden we ons dat het juist nu belangrijk is als activist niet alleen te zijn in Rusland. Ons project richt zich op psychologische ondersteuning, bevordering van solidariteit en wederzijdse hulp. Het is belangrijk dat mensen die zich actief bewegen in het maatschappelijke middenveld nieuwe contacten opdoen en hun ervaringen kunnen delen in deze context van steeds meer repressie en steeds meer onderdrukkende wetsartikelen.”

Dat de leden van de ondergrondse vergadering iets van de autoriteiten te vrezen hebben, staat buiten kijf. Velen zijn weleens gearresteerd door de politie. Verreweg de meesten zijn vaker dan een keer in de boeien geslagen, een handvol heeft al een nacht in de cel doorgebracht en een enkeling is zelfs mishandeld door de autoriteiten. Die ervaringen leiden er in combinatie met het risicovolle werk dat ze doen toe dat ze voortdurend met zichzelf in gevecht zijn over de vraag: blijf ik of pak ik alsnog mijn biezen?

Ook vanavond komt dat vraagstuk weer op tafel. Zo vertelt de 25-jarige Svetlana dat ze al weken met haar ouders in discussie is over de vraag of niet verstandiger is om te vertrekken. “Mijn moeder steunt me in alles wat ik doe”, vertelt de activiste, die bij een ngo werkt. “Maar ze is ook als de dood dat ik word opgepakt, en mijn vader wil eigenlijk dat ik zo snel mogelijk naar het buitenland vertrek, net als hij.”

Ze omschrijft het getouwtrek binnen het gezin als een zware last op de schouders. “Ik heb het gevoel dat ik constant onder druk sta. Dat ik een keuze moet maken die ik niet wil maken. Want ik wíl zelf helemaal niet weg, dat voelt als verraad van mezelf, mijn land en de mensen in Oekraïne. Maar hoe leg ik dat aan ze uit?”, vraagt ze, terwijl ze haar blik van de punt van haar schoenen het zaaltje in wendt.

Surrealistisch

Het advies dat volgt, doet eens te meer beseffen in wat voor abnormale situatie deze groep mensen zich bevindt. Hoe surrealistisch de werkelijkheid van verzet is in een land dat elke vorm van verzet als een plaag probeert uit te roeien. “Geef je ouders duidelijke instructies wat ze moeten doen als je wordt opgepakt”, zegt gespreksleider Jelena. “Dan kunnen ze zich voorbereiden en langzaam aan het idee wennen dat je misschien ooit wordt gearresteerd.”

De flamboyante en excentrieke Kolja heeft ook nog wel een idee. “Maak haar medeplichtig”, zegt hij lachend in een poging de lichtheid te bewaren. “Maak haar onderdeel van je activisme. Dan kunnen jullie daarna gezellig samen de cel in of aan de antidepressiva.”

De opmerking kan rekenen op het nodige gelach, voor het gesprek weer een ernstiger toon aanneemt wanneer deelneemster Galina het woord neemt. De vergadering is al zeker anderhalf uur aan de gang als ze omschrijft hoe ze constant rondloopt met het idee in twee werelden te leven. “Enerzijds zie ik hoe hier in Moskou het leven doorgaat alsof er niets aan de hand is. Mensen zitten op het terras, eten buiten de deur, wandelen door de stad. Anderzijds lees ik over het zoveelste bombardement op een woningblok in Oekraïne en over de arrestatie van (oppositiepoliticus, red.) Ilja Jasjin. Ik word constant heen en weer geslingerd tussen die twee werelden en stel mezelf de vraag: wil ik blijven of wil ik weg?”

De politie pakt hardhandig een man op die protesteert tegen de Russische invasie in Oekraïne.Beeld Getty Images

Het is voor veel van de deelnemers herkenbaar. Ook gespreksleider Jelena kent de gevoelens waar Galina mee kampt. “De ene twaalf uur wil ik blijven en de volgende twaalf uur weet ik niet hoe snel ik moet vertrekken. Bovendien verleg ik de grens van een mogelijk vertrek almaar verder. Eerst had ik bedacht mijn biezen te pakken als er überhaupt oorlog zou uitbreken. Inmiddels twijfel ik of ik weg moet als de grenzen dichtgaan, ze hier op straat met scherp gaan schieten of als de regering de doodstraf weer invoert.”

Wederom probeert Kolja de pijn te verzachten met een dosis donkere humor. “Voor mij is de rode lijn niet de doodstraf, ik heb toch al suïcidale gedachten.”

De grap is illustratief voor de crisis waarin al deze jongeren zich al ruim vijf maanden in bevinden. Buiten het bespreken van hun plannen en het delen van hun zorgen, bestaat de groep zo op het eerste gezicht vooral bij de gratie van herkenning. De bijeenkomsten bieden de leden houvast. Door met elkaar in gesprek te gaan, proberen ze hun eigen psyche uit te vogelen en voor heel even de gevangenis die hun eigen hoofd is geworden te verlaten. In een uiterste poging te leren leven in een land waarin ze eigenlijk niet meer willen leven.

Onzichtbare tralies

Want dat is het grootste probleem wat Jelena betreft. “Rusland is één grote gevangenis. Niets of niemand is meer vrij of veilig. Overal staan onzichtbare tralies om ons heen.” Mede daarom heeft de groep een streng deurbeleid, dat aan het eind van de zitting nog maar eens wordt doorgenomen. “We zijn een nieuwe groep op Telegram gestart”, licht Jelena de aanwezigen in. “In de vorige zaten negentig deelnemers. Ook veel mensen waarvan we nooit iets hoorden. Dus voor de veiligheid hebben we een nieuwe chatgroep geopend.”

De regels illustreren wederom de surrealistische werkelijkheid in het moderne Rusland, waar dwarsliggers zichzelf veilig moeten zien te houden. “Schrijf niets dat op wat voor manier dan ook tegen ons gebruikt kan worden. Meld in de oude groep niet dat er een nieuwe is. En geef nooit telefoonnummers of namen van deelnemers, of adressen van waar we afspreken. Mensen die niet komen, hoeven niets te weten.”

Het is inmiddels iets voor middernacht. Een voor een lopen de aanwezigen de trap op naar de metalen deur die toegang geeft tot een hal die uitkomt op de straat. Boven de deur hangt een gloeilamp die onregelmatig aan- en uitschiet, in de verte klinken de sirenes van politieauto’s. Bij het verlaten van het pand kijkt vrijwel iedereen even om zich heen, voordat ze via donkere steegjes terug de felverlichte stad inlopen. Terug naar de wereld die ooit hun thuis was, maar waarin ze zich de laatste tijd zo ontheemd en eenzaam voelen.