Direct naar artikelinhoud
InterviewPedro De Bruyckere

Pedro De Bruyckere over het onderwijs: ‘Hoger loon helpt niet als je 50 uur per week moet werken’

'We moeten keiharde keuzes maken: met de mensen die we hebben, kunnen we niet alles doen', zegt pedagoog Pedro De Bruyckere.Beeld Lieven Van Assche

Les op woensdagnamiddag of een hoger loon voor voltijdse leerkrachten zoals in het hoger onderwijs: het regende deze week voorstellen om de onderwijsproblemen op te lossen. Maar welke zijn haalbaar en doeltreffend?

Keek u bij sommige voorstellen raar op?

De Bruyckere: “Er waren er die wel een beetje vreemd waren. Neem nu het voorstel van Walentina Cools (voorzitter van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten) om op woensdagmiddag les te geven. Het klopt dat je leerkrachten optimaal kunt inzetten door lessenroosters flexibeler te maken. Maar daarmee krijg je niet méér leerkrachten. De vraag is ook of het personeel dat wel wil.”

“Hetzelfde geldt voor het voorstel van (GO!-topman) Koen Pelleriaux om de laatste graad van het secundair onderwijs op het hoger onderwijs te doen lijken, met onder meer grotere groepen voor klassikaal onderwijs. Om dat goed te doen, heb je meer personeel nodig dan dat je bespaart. In het hoger onderwijs kiezen studenten ervoor om verder te studeren. Maar in het secundair onderwijs ben je verplicht om naar school te gaan. Om ervoor te zorgen dat iedereen dan bij de les blijft, heb je in die grotere groepen genoeg personeel nodig. Bovendien zijn de lokalen in veel schoolgebouwen daar niet op afgestemd.”

Welke voorstellen vond u wel haalbaar?

“De rode draad in veel van de voorstellen is om mensen van buitenaf aan te trekken. Dat kan bijvoorbeeld door twintig jaar anciënniteit mee te krijgen. Maar we moeten dan wel zorgen dat die mensen niet binnen het half jaar weglopen. We laten echt nog veel steken vallen bij de begeleiding van nieuwkomers in het onderwijs. In Vlaanderen staan ze vaak voor de moeilijkste klassen. Er moeten ook betere trainingen tijdens de job zijn. Daarnaast zijn er ook nog veel te weinig vaste contracten.”

Wat vindt u van het voorstel van directeuren om voltijdse leerkrachten een hoger loon te betalen?

“Het klopt wel dat de leerkrachten vandaag vaak parttime werken. Zij vormen een reserve van mensen die we niet genoeg gebruiken. In die zin is het voorstel van de directies nieuw maar realistisch.”

“Tegelijk we moeten kijken naar de oorzaak van dat deeltijds werken. In de data zien we dat onze leerkrachten in vergelijking met andere landen minder lesgeven. Maar tegelijk werken ze wel iets meer. Er komt dus veel werk bij dat niets met de kerntaken te maken heeft. Een hoger loon kan helpen om mensen te overtuigen om fulltime te werken. Maar als ze dan 50 uur per week moeten werken, helpt dat niet.”

Pedagoog Pedro De Bruyckere: ‘Geld is niet de oplossing voor alles. Maar als kinderen niet meer optimaal leren lezen en schrijven, betalen we daar binnenkort als samenleving ook een hele grote prijs voor.’Beeld RV

Hoe maak je voltijds werken dan wél aantrekkelijk?

“Ik denk bijvoorbeeld aan een drastische verlaging van de planlast. We zeggen dat al dertig jaar, maar het onderwijs moet nu echt kiezen om bepaalde dingen tijdelijk te laten vallen. Is een leerlingvolgsysteem belangrijk? Ja. Wordt het onderwijs minder goed als je dat afschaft? Waarschijnlijk, want je krijgt daardoor minder begeleiding. Maar we moeten keiharde keuzes maken: met de mensen die we hebben, kunnen we niet alles doen. Ik heb liever dat onze kinderen vijf dagen naar school gaan, goed les krijgen en de job voor leerkrachten aantrekkelijker wordt.”

Vindt u het voorstel om assistenten voor elke leerkracht in te voeren, een goed idee?

“Dat kan wel helpen. Maar je kunt het eenvoudiger oplossen, door taken zoals toezicht uit te besteden aan personeel zonder onderwijsdiploma. Het katholiek onderwijs en de christelijke vakbond pleiten ook al een tijdje voor onderwijsassistenten. Ik ben daar geen tegenstander van. Maar het gevaar is dat die mensen dan uiteindelijk voor de klas eindigen als we geen opgeleide leerkrachten meer hebben. Dan krijg je gegarandeerd niveauverlaging.”

Zijn al die voorstellen betaalbaar?

“Geld is niet de oplossing voor alles. Maar als kinderen niet meer optimaal leren lezen en schrijven, betalen we daar binnenkort als samenleving ook een hele grote prijs voor.”

Er moeten dus stevige investeringen komen?

“Ja, of er moeten slimme keuzes gemaakt worden met de middelen die we hebben. Het voorstel van de directies om een jaar betaalde stages in te voeren, helpt om de praktijkshock te verminderen en is in feite geen grote extra kost. Want als die mensen meteen na hun studies in het onderwijs zouden beginnen, betalen we hen ook.”

“Het idee om mensen met een master in te schakelen in het basisonderwijs, heeft een hoger prijskaartje. Maar op zich ben ik daar niet tegen. Zolang die mensen met hun masterdiploma’s niet hetzelfde werk doen als iemand die minder gestudeerd heeft en een lager loon krijgt. Laat hen bijvoorbeeld hun onderzoekstalenten inzetten om te analyseren hoe het taalbeleid op school loopt.”

Ondertussen blijft het, op een voorstel over het beperken van werkloosheidsuitkeringen na, redelijk stil aan de kant van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Hoe komt dat? Werkt hij in alle stilte aan een eigen plan?

“Enerzijds hebben veel van de voorstellen die deze week de revue gepasseerd zijn, weinig met beleid te maken. Scholen zijn nu al vrij om op woensdagnamiddag les te geven of zich te organiseren naar het model van het hoger onderwijs. Anderzijds denk en hoop ik dat dat er nog altijd gesprekken lopen over het loopbaanpact. Maar dat moet afgesproken worden tussen alle sociale partners, en dat kan dus nog even duren.”