Direct naar artikelinhoud
ReportageOdessa

Geen andere Oekraïense stad die zo tot de verbeelding spreekt: waarom Poetin Odessa haat

Oorlog of niet, in Odessa blijft de trotse en levenslustige bevolking met de moed der wanhoop dansen.Beeld NYT

Odessa. Geen andere Oekraïense stad die zo tot de verbeelding spreekt. De parel aan de Zwarte Zee was ooit een baken van diversiteit, welvaart, joie de vivre. Maar nu dreigt de ondergang. Houden de trotse bewoners stand? ‘We kunnen niet leven zonder Odessa.’

en

Het Museum voor Schone Kunsten in Odessa, een vroeg-19de-eeuws paleis met zuilen, ligt er zowat verlaten bij. In het begin van de Russische oorlog tegen Oekraïne haalde het personeel om veiligheidsredenen 12.000 werken weg. Een groot portret bleef achter, van Catharina de Grote, de Russische keizerin en stichtster van Odessa, afgebeeld als een rechtvaardige en triomferende godin.

Van onderaf bekeken is de keizerin op het schilderij van Dmitry Levitzky een imponerende figuur in een bleke jurk met gouden sleep. De schepen achter haar symboliseren de Russische overwinning op de Ottomaanse Turken in 1792. “Ze is je reinste Russische imperiale propaganda”, zegt Gera Grudev, een van de curatoren. “Het schilderij is te groot om te verplaatsen. Door het hier te laten hangen, tonen we aan de Russische bezetters dat ze ons niets kunnen maken.”

De beslissing om het portret van Catharina in haar eentje te laten hangen in de eerste zaal van het gesloten museum is een voorbeeld van de branie waarop Odessa een patent lijkt te hebben. Hier is een keizerin die moet aanschouwen hoe de brutaliteit van Vladimir Poetin, de Russische president die zichzelf ziet als een soort hedendaagse tsaar, de grotendeels Russischsprekende bevolking van Odessa tegen zich in het harnas jaagt. Zij stichtte de havenstad aan de Zwarte Zee in 1794 om Moskou zijn lang begeerde uitweg van de steppe naar het Middellandse Zeegebied te geven.

De hoofdprijs

Odessa, graanhaven voor de wereld, creatieve smeltkroes, getekende metropool gedrenkt in Joodse geschiedenis, is de hoofdprijs in deze oorlog, en een persoonlijke obsessie van Poetin. Drie dagen voor hij bevel gaf tot de invasie haalde hij in een redevoering extra giftig uit naar Odessa. Dat het zijn bedoeling was de “criminelen daar te laten boeten voor hun misdaden”.

Poetin dacht bij het begin van de oorlog snel de Oekraïense regering te onthoofden en Kiev in te nemen. Maar hij kwam erachter dat Oekraïne wel degelijk bereid was te vechten voor zijn autonomie. Nu de gevechten zich alsmaar meer op het zuiden van Oekraïne richten, beseft Poetin dat Odessa cruciaal is voor Oekraïnes toegang tot de zee en, in zekere mate, van de toegang van de wereld tot voedsel. Zonder deze stad verschrompelt Oekraïne tot een ingesloten rompstaat.

“Odessa is de sleutel”, zegt François Delattre, secretaris-generaal van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken. “Militair gezien is het het belangrijkste doelwit. Als je Odessa controleert, controleer je de Zwarte Zee.”

Terwijl de Russische bombardementen in het gebied rondom Odessa intenser werden, luisterde ik drie weken lang naar de stemmen van kinderen en het gepiep van schommels op de oude marktplaats in de stad. Ik keek er naar het standbeeld van een Kozakkenleider, een iconische figuur in de verstrengelde Russisch-Oekraïense geschiedenis. Ik leefde met de loeiende sirenes die waarschuwden voor een nakende aanval. Ik hoorde af en toe ontploffingen, reisde in oostelijke richting naar het front, en piekerde over het lot dat een oorlog tussen broedervolkeren in petto heeft voor deze stad met haar bewogen verleden.

Zes maanden ver in de oorlog houdt Odessa stand, niet ongehavend, wel onbuigzaam. In de brede avenues, waar de geur van lindenbloesem de toon zet, zwerfkatten zich thuis voelen en grijsgroene, oker en lichtblauwe gebouwen baden in een gouden licht, is een schijn van het gewone leven teruggekeerd. Restaurants en het befaamde Operatheater, opgericht in 1810, zijn heropend. Mensen nippen koffie in de stijlvolle Derybasivska-straat. Nonchalance is een van de uitingsvormen van trots in Odessa.

In het leeggehaald Museum voor Schone ­Kunsten hangt alleen nog een portret van ­de Russische keizerin Catharina de Grote.Beeld NYT

Maar onderhuids sluimert een ongemakkelijk onbehagen. De oorlog is dichtbij – de frontlinie bevindt zich amper dertien kilometer naar het oosten. In veel woonwijken zijn barricaden opgetrokken bestaande uit zakken gevuld met zand van verlaten stadsstranden en metalen ‘Tsjechische egels’ om tanks tegen te houden. Nachtpatrouilles zien erop toe dat de avondklok, die om 23 uur ingaat, gerespecteerd wordt.

“Je gaat slapen, en je weet niet of je ’s morgens wakker zult worden”, zegt verzekeringsagent Olga Tihaniy.

Odessa vormt niet alleen de spil van de oorlog omdat het cruciaal is voor toegang tot de Zwarte Zee. Het is ook de plek waar het gevecht tussen de Russische en de Oekraïense identiteit – een verleden van tsaren en keizers vs. een democratische toekomst, een gesloten systeem vs. een systeem dat verbonden is met de wereld – extra hard woedt. Deze stad – hevig gehecht aan zijn onafhankelijkheid en halsstarrig in zijn inclusiviteit – staat voor alles wat Poetin wil uitroeien in Oekraïne.

Wat hierna volgt, verteld via de mensen die Odessa vormen, is een verhaal over wat er gebeurt als de barbaarsheid ontketend door fanatiek autocratisch Russisch nationalisme stoot op een stad die gestoeld is op diversiteit en openheid.

In Poetins opvatting van Oekraïne en in zijn veroveringsplannen had dit de plek moeten zijn die hem zou inhalen als een reddende verlosser. Maar ze deed net het tegenovergestelde.

In de 19de eeuw was dit het Russische Eldorado; een rauwe, veeltalige stad in volle opbouw bevolkt door Grieken, Italianen, Tataren, Russen, Turken en Polen. Omdat ze zich hier vrijer konden bewegen dan elders in Ruslands vestigingsgebied (het zogenaamde paalgebied in het Russische Rijk waar Joden zich mochten vestigen), kwamen ook massa’s Joden vanuit Oost-Europa naar de snelgroeiende havenstad. In 1900 waren 138.000 van de 403.000 inwoners van Odessa Joden.

De ruige wereld van smokkelaars, gangsters, oplichters en zwendelaars die zich concentreerde in de wijk Moldovanka werd vereeuwigd door Isaak Babel in zijn klassieker Verhalen uit Odessa. Babel – geboren in Odessa in 1894 en op valse beschuldigingen in 1940 door Stalin geëxecuteerd – vatte met zijn antiheld Benya Krik, de ‘Robin Hood’ van de onderwereld, iets van de blijvende essentie van de anarchistische maar tegelijk genereuze mentaliteit van Odessa. “Benya Krik kreeg wat hij wilde, want hij had passie, en passie regeert de wereld”, merkte Babel op.

Het is die vrijgevochten passie van Odessa die Poetin wil vermorzelen door in verdraaide vorm de geest te doen herleven van wat Rusland de Grote Patriottische Oorlog van 1941-1945 noemt. In 1944 bevrijdde het Rode Leger de stad van het nazibewind. Nu willen Russische troepen Odessa een repressieve autocratie opleggen als onderdeel van een campagne om Oekraïne te ‘denazificeren’.

Groteske onwaarheden

Die verwrongen nachtmerrie neemt een specifieke vorm aan in Odessa, omdat de lingua franca er nog altijd Russisch is. De Russische sympathieën leefden er ook nog lang door na de Oekraïense onafhankelijkheid in 1991. Odessa was een knooppunt van het ‘Nieuwe Rusland’ dat in de 18de eeuw uitgebouwd werd op veroverd land grenzend aan de Zwarte Zee. Nu voert de stad een strijd om zich te ontworstelen aan de hardnekkige greep van Rusland.

In een essay waarin duidelijk werd hoezeer hij geobsedeerd is door Oekraïne schreef Poetin vorig jaar dat Rusland en Oekraïne ‘dezelfde historische en spirituele ruimte’ vormen en dat ‘Rusland bestolen werd’ door de Oekraïense onafhankelijkheid. Oekraïne was, kortom, een fictieve natie. Zijn antwoord bleek op 24 februari: de gewelddadige absorptie van Oekraïne door Rusland.

Poetin herinnert de mensheid eraan dat het idioom dat het fascisme het best beheerst onwaarheden zijn die zo grotesk zijn dat ze leiden tot redeloosheid.

Het is eigen aan krankzinnige daden dat ze precies het tegenovergestelde van het beoogde effect sorteren. En Odessa illustreert meer dan gelijk welke Oekraïense stad dat Poetin het Oekraïens nationaal bewustzijn alleen maar heviger en wijdverspreider heeft gemaakt.

Oksana en Evgeniy en hun kinderen zijn vroeg in de oorlog vanuit Mikolaiv naar Odessa gevlucht.Beeld NYT

“Er is sprake van een aardverschuiving”, zegt Serhiy Dibrov, een onderzoeker van de recente geschiedenis van Odessa. “De mensen zijn volledig achter Oekraïne gaan staan.” Al blijft volgens hem een aanzienlijke minderheid sympathie voor Rusland koesteren.

Lilia Leonidova (46) en Natalia Bohatjenko (47) leiden een centrum dat hulp verleent aan sommigen van de tienduizenden dakloze Oekraïners die sinds februari naar Odessa gevlucht zijn. Ze luisteren naar verhalen over verkrachting; ze zien kinderen uit verwoeste voorsteden van Kiev zoals Boetsja en Irpin die in hun broek plassen als de sirenes loeien.

We zitten in een kamer vol dekens, kleren, eieren, luiers en pluche beesten. “Rusland is dichtbij, maar nu is Rusland heel veraf”, vertelt Leonidova, een voormalige leerkracht, me. “Onze verschillen waren vroeger nooit zo expliciet, maar door de onafhankelijkheid zijn we totaal uit elkaar gegroeid.”

“Dat klopt”, zegt Bohatjenko, die als vrijwilliger voor het Oekraïense leger werkt sinds Poetins annexatie van de Krim in 2014. “Rusland evolueert achterwaarts.”

“Ze willen heersen als tsaren”, zegt Leonidova.

Bohatjenko lacht. “Het is zo’n gigantisch land en Poetin wordt amper iets in de weg gelegd! Hoe kan dat? Toen wij onderdrukt werden, was er Maidan” – een verwijzing naar de opstand in 2014 die leidde tot de afzetting van Viktor Janoekovitsj, de Oekraïense president die fungeerde als marionet van Poetin. “De Russen kunnen hetzelfde doen.”

Zowat elk gebouw in Odessa draagt de blauw-gele Oekraïense kleuren. Vlaggen fladderen aan zware houten deuren. Op een uithangbord staat: ‘Russische soldaten! In plaats van bloemen krijg je kogels hier.’ Een ander stelt: ‘1941: fascistische bezetting. 2022: Russische bezetting.’

Een oude opstandigheid van Odessa, het resultaat van veel leed, steekt opnieuw de kop op. “De mensen kunnen niet leven zonder Odessa”, zegt schrijver Yevgeniy Goloebovskiy (86). “Ik zie sommige mensen die wegtrokken terugkeren, ondanks de avondklok, ook al is de zee afgesloten.”

Een luide explosie onderbreekt hem. De kamer vol boeken en schilderijen davert op haar grondvesten. Goloebovskiy geeft geen krimp. “Een paar kilometer hiervandaan”, zegt hij. “Ik ben het gewend. Wat kunnen we doen? Ik ben een fatalist.”

Schommelen op een speelplein: nonchalance is een uitingsvorm van trots in Odessa.Beeld NYT

Snikken en gelach

Kersen, aardbeien, kaas, worstjes, tomaten en brood staan uitgestald op een tafel. Liudmyla Gryb hanteert een strenge familieregel: niet over Poetin praten bij de maaltijd. Sommige inwoners van Odessa hebben een app die dagelijks meldt of Poetin nog leeft – het is duidelijk dat de Russische president niet gemist zou worden.

Een nicht uit Rusland heeft Gryb haar gelukwensen gestuurd voor haar 71ste verjaardag een dag eerder, maar wilde niet praten, om “deze discussies” te vermijden. Een ander familielid in Odessa blijft fervent pro-Russisch en hunkert naar het Sovjet-rijk.

Grybs echtgenoot, Andriy, kan dat niet begrijpen. “We vochten samen met de Russen om het fascisme te verslaan, en nu komen ze onze kleinkinderen afslachten”, zegt hij.

Het lijkt wel alsof iedereen in Odessa familie in Rusland heeft. Meestal hebben ze alle contact verbroken want communicatie is zinloos. Ze delen een taal, maar hebben geen gedeelde opvatting van de waarheid.

We zitten samen in het huis van Oleg Gryb (47), de oudste zoon van het koppel, een arts. Toen de oorlog uitbrak, stuurde hij zijn vrouw en twee kinderen naar Zwitserland en sloot hij zich aan bij de Territoriale Verdedigingsmacht om zijn diensten als spoedchirurg en anesthesist aan te bieden.

Zijn ouders en jongere broer Sergiy, een financieel adviseur, namen hun intrek in zijn huis om de woning te onderhouden en voor de kat te zorgen. Terwijl wij eten, strijkt Liudmyla Gryb nauwgezet het militaire uniform van haar zoon.

“Toen ik op 27 februari in dienst trad, vertelde ik mijn commandant dat ik een christen en een arts ben en dat ik me wilde bekommeren om de mensen op het slagveld en mensenlevens wilde redden”, had Oleg Gryb, gekleed in zijn olijfgroen militair uniform, me eerder verteld in een aftands zelfbedieningsrestaurant in de buurt van zijn basis.

Hij zei dat hij in zijn jeugd bang was dat China Rusland zou binnenvallen en dat hij dan zou moeten vechten om de broederschap van Slavische volkeren te verdedigen. “Maar vechten tegen andere orthodoxe christenen? Dat kon ik me niet voorstellen.”

Grybs wereld is ondersteboven gekeerd. Zijn privépraktijk, waarin hij verslavingen en covid behandelde, was een financieel succes. Hij had nog maar net zijn ruim huis met voor Odessa typische binnenkoer gerenoveerd – wijnranken tegen het lattenwerk, klimrozen aan de muren, de geur van kamperfoelie, buren die je intiem en zelfs kritisch kon observeren. Grybs zoon van 5 en dochter van 12 speelden er. Nu mist hij hen erg.

“Ik heb tegen mijn gezin gezegd dat ze nog een jaar weg moeten blijven”, zegt Gryb aan de eettafel. “De Russen zullen aanvallen. Ze zullen zich uiteindelijk op Odessa richten. Poetin wil ons uitroeien.”

Aan het begin van de oorlog was de enige vraag niet of, maar hoe Rusland Odessa zou aanvallen. Zou de aanval vanop zee komen? Zouden para’s landen? Grybs eenheid trok van plek naar plek. Maar Mykolaiv, een belegerde stad zowat 100 kilometer naar het oosten, hield stand, de Russen werden teruggedreven naar de zee, en Odessa haalde adem, althans voorlopig.

De populaire Starokonka-vlooienmarkt gaat gewoon door.Beeld NYT

“De stad kan je in een droomstaat brengen”, zegt Grybs jongere broer Sergiy. “Maar het is tegelijk een nachtmerrie, want de oorlog is vlakbij.”

Op een dag ging ik met Sergiy Gryb naar de grote straatmarkt in het centrum. Hij kocht konijnenworst van Tetiana Melnyk, die vertelde dat ze zich veel zorgen maakte over de Oekraïense soldaten. Terwijl ze het had over mensen die bereid zijn zichzelf op te offeren om iets te beschermen waarin ze geloven, begon hij ongecontroleerd te huilen.

Ineens was alle spanning die Odessa probeert te verbergen zichtbaar. Het was niet makkelijk om Gryb te vragen waarom hij zo huilde. “Het is gewoon een Oekraïens idee over ons land en onze vrijheid, en voor mij vertegenwoordigt ze dat allemaal.”

Plotseling begon hij te lachen. Melnyk zei dat ze een lokale specialiteit een andere naam had gegeven: de Moskou-worst heette nu de Tjornobaivska-worst, naar een dorp in de buurt van Cherson waar Oekraïne de Russen regelmatige zware verliezen heeft toegebracht.

Het is vreemd, mijmert Gryb later, dat zo veel landen de ziekte van het imperialisme overwonnen in de 20ste eeuw, maar Rusland niet.

“Wel, ze kunnen Microsoft of Tesla niet uitvinden, dus moeten ze teruggaan in de geschiedenis en opnieuw de Grote Patriottische Oorlog uitvechten”, zegt zijn broer Oleg Gryb.

Oleg Gryb zegt dat in zijn eenheid “90 procent van de mensen Russisch spreekt, en misschien de helft van hen kan Oekraïens spreken”. Hijzelf is het Oekraïens machtig, maar is meer op zijn gemak in het Russisch, “de taal van de hymnes die ik leerde en van het Sovjet-onderwijs”.

Zijn 12-jarige dochter leert al vijf jaar Russisch. Pas onlangs, na het uitbarsten van de oorlog, zijn de lessen gestopt. “Het gemeenschappelijke is het land, niet de taal”, zegt Gryb. “De oorlog draait niet om taal, maar om vrijheid.”

“Ik ben een diepgelovig mens”, zegt Gryb. “De duivel is de vader van de leugen. Poetin en heel Rusland zijn gebouwd op leugens. De veroveraars zijn vergiftigd met zijn propaganda, en dus is de trieste realiteit dat ik hen moet gaan doodschieten.”

Andrij Sorakaletov, een Oekraïense soldaat, werd op 27 mei gedood in de omgeving van Cherson. Zijn Russische moeder, die aan de rand van Moskou woont, “wilde niet geloven dat hij dood was of dat de Russen zoiets konden doen”, zegt zijn schoonzus Oksana Magey (27).

Magey vluchtte in het begin van de oorlog samen met haar man en twee kleine kinderen vanuit Mykolaiv naar Odessa. Ze zegt dat haar zus gechoqueerd was door de Russische onwil om de realiteit zoals haar familie die beleeft onder ogen te zien.

Ik vraag Oleg Gryb wanneer hier een einde aan zal komen. “Het is pas voorbij als God of een of andere kosmische kracht het Russische leiderschap wat gezond verstand geeft”, zegt hij.

Overal zijn barricaden van zandzakjes opgetrokken, gevuld met zand van de verlaten stranden aan de Zwarte Zee.Beeld NYT

Een nieuwe de-judaisering

De volkse wijk Moldovanka, waar lage gebouwen en kleine fabriekjes de toon zetten, was voor de Joodse gemeenschap in Odessa wat de Lower East Side ooit voor de Joden van New York was.

Tijdens een wandeling daar zie ik op de hoek van een straat onder een acacia een muzikant ‘Hava Nigala’ spelen. ‘Laat ons gelukkig zijn’ in het Hebreeuws horen leek een geschikte repliek op het heroplevende Russische imperialisme in de vorm van Uragan-raketten en clusterbommen. Als de muzikant klaar is met zijn liedje zegt hij dat hij nu gaat zingen in het Oekraïens en in het Pools en in het Hebreeuws. En dat zegt hij in het Russisch.

Op de vlooienmarkt van Moldovanka ligt het in de kasseistraatjes vol met prullaria, Sovjet-legermessen en verzilverd bestek. Een Sovjet-obligatie uit 1944 met de woorden ‘Dood aan de Duitse bezetter’ is voor een bescheiden prijs te koop. Een verkoper zwiept met een bankbiljet over elk voorwerp op de tafel. “Ik doe dat omdat dit mijn eerste verkoop van de dag is en het me geluk brengt”, zegt hij.

Het bijgeloof is groot in Odessa, net zoals het fatalisme. De stad heeft genoeg beroering meegemaakt om tot het besluit te komen dat er mystieke krachten aan het werk zijn.

De markt doet denken aan de verhalen van Babel. De Joden voelden zich weliswaar goed in deze vrijgevochten stad, ze moesten ook veel leed verduren. In 1905 stierven honderden Joden bij een gewelddadige Russische pogrom. Babel beschrijft die in het grotendeels autobiografische verhaal ‘De geschiedenis van mijn duiventil’. Hij had altijd gedroomd van een duiventil. Zijn vader geeft hem geld voor drie paar duiven. Hij heeft ze nog maar net gekocht, of hij wordt aangevallen. “Ik lag op de grond, en de ingewanden van de geplette vogel dropen van mijn slaap.”

Terwijl een “tere duivendarm” over zijn voorhoofd kruipt, sluit de 10-jarige Babel “mijn nog niet volgelopen oog om de wereld die zich voor me ontvouwde niet te zien. Die wereld was benauwd en verschrikkelijk.” Hij stapt “in een bloederige verentooi” voorbij een Joods huis dat verwoest wordt. Er ligt een dode oude man. De Russen, merkt de conciërge op, “vergeven niet zomaar”.

Ochtendgebed in de Chabad-synagoge. Zeker de helft van de Joodse gemeenschap is vertrokken.Beeld NYT

Voor Poetin was de Oekraïense onafhankelijkheid uiteindelijk onvergefelijk. Zijn ‘denazificatie’ gaat gepaard met een ‘de-judaisering’ van een stad met diepe Joodse wortels.

“Mijn grootvader vluchtte weg uit Neurenberg, naar Palestina, om te ontkomen aan de nazi’s”, zegt rabbijn Avraham Wolff. “Nu breng ik Joodse kinderen naar Duitsland om hen te beschermen tegen de Russen. Kun je dat geloven?”

Wolff kwam begin jaren 90 op zijn 22ste vanuit Israël naar Odessa om het jodendom nieuw leven in te blazen in een onafhankelijk Oekraïne. Als hoofdrabbijn van de stad en Zuid-Oekraïne was hij verantwoordelijk voor de bouw van kinderdagverblijven, scholen, weeshuizen en een universiteit – tot dit jaar de problemen begonnen.

In de voorbije vijf maanden zijn meer dan 20.000 Joden, of minstens de helft van de gemeenschap, vertrokken, vaak naar Duitsland, Oostenrijk, Roemenië en Moldavië. Het Holocaustmuseum is gesloten. Het Joods Museum is gesloten. Bussen brachten 120 kinderen uit een weeshuis naar een hotel in Berlijn, samen met 180 moeders en kinderen van wie de echtgenoten en vaders naar het front getrokken waren. De vrouwen en kinderen staan onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van Wolff.

De rabbijn is razend. “Odessa is al dertig jaar de beste plek na Israël voor Joden om te wonen! Dan komt Poetin en zegt hij dat hij me wil bevrijden van de nazi’s! Hij vernietigt wat wij hebben opgebouwd! Alstublieft, Poetin, kom me niet bevrijden, laat me gewoon leven!”

In zijn kantoor in de Beit Chabad-synagoge merkt Wolff op dat de Russische veroveringsdrang hem in 2014 de Krim en in 2022 de stad Cherson heeft gekost. “Ik ben nu nog rabbijn van de stad Odessa en van een klein deel van Berlijn.”

“We weten niet of de Joden die vertrokken zijn terug zullen komen”, zegt Wolff. “Als de oorlog nog tot 1 september voortduurt, zullen de kinderen die elders naar school gaan niet meer terugkeren.” Dat zou volgens hem een ramp zijn en een overwinning voor het nationalisme van Poetin. En dus blijven hij en zijn vrouw in Odessa, in de hoop dat hun voorbeeld anderen zal inspireren.

Grudev, de kunstcurator, die Joods is, woont nu in het appartement van zijn moeder. Ze is in het begin van de oorlog naar Italië gevlucht. Hij zorgt voor haar hond en heeft zijn eigen kat meegebracht. Hij woont er samen met zijn partner, Bogdan Zintsjenko.

Ze kochten op 7 maart vliegtuigtickets om naar Israël te reizen, waar Grudevs zus woont, maar die hebben ze nooit gebruikt. Hij kan zijn boeken en schilderijen niet achterlaten. Als de sirenes afgaan, schuilt het koppel in de badkamer.

De was die aan het gietijzeren balkon van het appartement aan de overkant hangt, irriteerde Grudev mateloos. Op een bepaald moment hing het roze hemd dat zijn aandacht trok al 112 dagen te drogen. Toen daagde het hem: het wasgoed was bewust achtergelaten om dieven de indruk te geven dat het appartement nog bewoond was.

Het was typisch Odessa, zegt hij: wasgoed als bescherming.

Dokter Oleg Gryb (r.), die intussen voor het Oekraïense leger werkt, en zijn jongere broer Sergiy.Beeld NYT59

Grudev glimlacht. Humor is ook een overlevingsmechanisme. Een oude mop in deze stad die befaamd is om haar moppen luidt als volgt. Een kapper blijft tegen een klant maar praten over de tijd van de Stalin-terreur. De klant raakt geïrriteerd en vraagt waarom hij dat doet. “Omdat het makkelijker is je haar te knippen als het rechtop staat”, is het antwoord.

“Poetin wil mij – een homoseksuele, Joodse, Russisch sprekende man die in Odessa woont – redden van de nazi’s”, zegt Grudev. “Komaan zeg.”

Roman Shvartslan (85) is een Holocaust-overlever uit Odessa. Hij miste zijn kindertijd, onderging het antisemitisme van de Sovjet-jaren en hoopte op een rustige oude dag. Nu vreest hij voor zijn kleinkinderen.

Uit zijn bleekblauwe ogen, een ervan roodgekleurd door een recente cataractoperatie, spreekt zowel de verschrikkelijke wereld van Babel als de opstandige hoop die de mensheid bezielt. “Poetin zegt openlijk dat er niet zoiets bestaat als de staat Oekraïne en dat hij 40 miljoen Oekraïners wil uitroeien. Hoeveel duidelijker moet het worden voor het Westen?”

Verschuivende identiteiten

Op een avond ga ik mee met een patrouille bestaande uit vrijwilligers en politieagenten die moeten toezien op de toepassing van de avondklok, die om 23 uur ingaat. Al zo vroeg de deuren sluiten was geen makkelijke aanpassing in een stad die berucht is om zijn nachtleven, vooral in de bonte Aracadia-wijk.

Nikolay Iljin, een graanmarchand, rijdt. Zijn zaak is over de kop gegaan vanwege de Russische blokkade (die inmiddels versoepeld is na bemiddeling van Turkije en de Verenigde Naties). “Ken je het Russische principe voor graan?”, vraagt hij. “Als je het kunt stelen, steel het dan. Zo niet, vernietig het dan.”

Iljin is in het gezelschap van een paar jachtkameraden. Ze hebben hun geweren mee. Hier tijd in steken is hun vorm van dienstbaarheid voor de stad. In sommige opzichten is Odessa als een stadsstaat, gezien de hevige loyaliteit die ze bij inwoners oproept.

De auto komt abrupt tot stilstand. Twee verraste jonge mannen steken hun handen op. Ze tonen hun militaire badge. Dmitrian (20), militaire codenaam ‘Skin’, en Dmitriy (19), codenaam ‘Ryzhyi’, zeggen dat ze op verlof zijn van hun eenheid in Mykolaiv, waar de Russen onophoudelijk bombarderen. Ze zijn allebei in zeven haasten met hun liefje getrouwd toen ze dienstnamen.

“Dit is wat Oekraïense jongemannen tegenwoordig doen”, zegt Iljin. “Trouwen en vertrekken om te sterven.”

We rijden verder over de brede boulevards met de elektrische tramleidingen die hier in 1910 door een Belgisch bedrijf werden aangelegd. Iljin wijst naar een oudere vrouw, en zegt, met een Russische term: “Zie je die baboesjka? Laten we voor haar een uitzondering maken.”

“Ze is waarschijnlijk een KGB-agent”, zegt een van zijn vrienden lachend.

Als er in Odessa gelachen wordt, is dat altijd met ingehouden spanning. In de hele stad geven mensen zich op als vrijwilliger. Oleksandra Savytska (48), een leerkracht bij autistische kinderen, volgt een militaire basisopleiding aan een van de universiteiten in de stad. Waarom? “Omdat gelijk wat kan gebeuren en ik me nuttig wil maken”, zegt ze.

Een instructeur blaft bevelen. “Je duim op de veiligheidspal als je stapt, zodat je onmiddellijk kunt vuren als er iets gebeurt!”

Ik vraag Savytska, die twee kinderen van in de twintig heeft, of ze bereid is te doden voor haar land. “Iemand doden? Misschien voor 30 procent, maar in het algemeen ben ik ertoe bereid.” Ze staart naar haar wapen. “Het is vreemd om een geweer vast te houden”, zegt ze. “Hard, zwaar, interessant.”

Binnenplaatsen zoals deze zijn typisch voor Odessa.Beeld NYT

Onontdekt Oekraïne

Odessa is altijd een stad in beweging geweest, met mensen die kwamen en gingen, met massale immigratie en massale emigratie. Als er zoiets is als Little Odessa in Brighton Beach, Brooklyn, dan heeft dat een reden. De stad heeft altijd een vrije geest gehad: noch Lenin, noch Stalin hebben er ooit een voet gezet. Net zomin als Poetin.

“Odessa is een nationaliteit”, zegt Goloebovskiy de schrijver.

De Pushkinska-straat is genaamd naar de Russische schrijver Poesjkin, die er ongeveer een jaar woonde vanaf juli 1823, terwijl hij aan het werken was aan zijn meesterwerk Jevgeni Onegin. “Daarvoor was het de Italyanskaya-straat, of de Italiaanse straat, als eerbetoon aan de grote gemeenschap van Italiaanse handelaars die, zoals de Grieken, afgekomen waren op de lokroep van Odessa.

Nu zou de straat weleens opnieuw van naam kunnen veranderen naarmate de derussificatie -campagne op gang komt. Petro Oboekhov, een plaatselijk politicus, heeft een lijst opgesteld van 200 Russische straatnamen die herbekeken zullen worden door de stadsautoriteiten. Als Moskou “de naam Oekraïne wil uitwissen”, vindt hij, dan moet Odessa ook maar de sporen van Rusland verwijderen.

Zowat elk naoorlogs gebouw in Odessa dat werd gebouwd onder het bewind van Stalin beschikt over een nucleaire schuilkelder. Ze worden nu opnieuw in gebruik genomen als bescherming tegen Poetin, die zich ook door Stalin laat inspireren. Mykola Tsjepelev, een architect, neemt me mee naar zijn kelder met bed en zelfs tapijt. “De metalen deur weegt 2.000 kilo”, zegt hij.

De grillen van de geschiedenis doen deze stad, die zich afschermt van krachten van buitenaf en zich zo wantrouwen op de hals haalt, continu veranderen. Haar onafhankelijkheid ging altijd gepaard met een zekere verwaandheid. Odessa stond op zichzelf.

Een oude mop gaat over een man in een chic pak die gevraagd wordt waar hij het gehaald heeft. “Parijs”, zegt hij. En hoe ver ligt dat van Odessa? “O, ongeveer 2.500 kilometer.” De man van Odessa is verbaasd. “Zo ver van Odessa vandaan, en ze kunnen zo goed naaien?”

Maar tegenwoordig staat Odessa minder op zichzelf.

Ten oosten van Odessa zie ik de verwoesting in Mykolaiv. Woonblokken door Russische bommen herleid tot puin; een rood vuilblik leunend tegen een icoon in een keuken vol versplinterd glas; mensenlevens weggevaagd onder betonplaten, alsof ze niet meer dan vliegen waren die Poetin besloot dood te slaan.

Terwijl verderop de echte oorlog woedt, verliezen deze mannen zich in een partijtje schaak.Beeld NYT

Vlad Sorokin (21), een havenarbeider uit Odessa, klampt zich in een ziekenhuis vast aan het leven. Zijn longen en lever zijn verscheurd, zijn ribben en heup zijn gebroken door granaatscherven. “De Russen vinden het normaal om anderen aan te vallen”, zegt hij.

“De inwoners van Mykolaiv zijn onze beschermers”, zegt Oksana Dovgopolova, die onderzoek doet naar het collectieve geheugen aan de faculteit Filosofie van de universiteit van Odessa. “Vroeger was het gewoon een kleine stad in de buurt van Odessa. Nu beschouwen we het als een heldhaftige stad die niet voor Odessa moet onderdoen. We sturen er elke dag voedsel, medicijnen en wapens naartoe.”

Odessa voelt zich meer Oekraïens dan Russisch in de belaagde staat waarvan het deel uitmaakt.

Acht jaar geleden, op 2 mei 2014, spleet de stad in twee, met straatgevechten tussen gewapende Russische sympathisanten en aanhangers van de democratische revolutie op het Maidanplein in Kiev. “Het was een strijd tussen zij die nog wilden leven in een niet-bestaande Sovjet-Unie, en zij die gewonnen waren voor een bestaand, modern, Europees Oekraïne”, zegt Dibrov, de onderzoeker, die meewerkte aan een documentaire over het geweld.

Odessa is een stad van handelaars, niet van strijders. De gevechten waren een aanfluiting van de verzoeningsgezinde principes die de stad hoog acht. Het wierp een fundamentele vraag op: zijn jullie bereid te vechten voor Oekraïne of voor Rusland? In de woorden van Dibrov: “Het was het moment waarop de mensen beseften hoe gevaarlijk Rusland kon zijn.”

Nadat pro-Russische demonstranten het geweld op gang hadden gebracht door twee pro-Maidan-activisten te doden, verloren ze vier eigen mensen en trokken ze zich terug in het vakbondsgebouw. Er brak brand uit – hoe die ontstond is onduidelijk –, waarin 42 pro-Russische inwoners van Odessa het leven lieten. Het is een incident dat Poetin nooit vergeten is. “Eén ding is duidelijk”, zegt Dibrov. “Het was de eerste oorlogsdag in Odessa.”

Franse Revolutie

Van het ziekenhuis in Mykolaiv, waar ik met Sorokin sprak, ga ik naar de scheepswerf van die stad aan de Zwarte Zee. Het was daar dat de Sovjet-Unie tientallen jaren lang de onderzeeboten en vliegdekschepen bouwde die zijn uitstraling als wereldmacht moesten onderstrepen. Op die plek vertaalde de planeconomie van een uitgestrekte communistische staat zich in militaire wedijver met de Verenigde Staten.

Vandaag de dag is het vooral een immens kerkhof van Sovjet-scheepsbouw en vijfjarenplannen. Zwerfhonden dwalen over het ongebruikte droogdok en snuffelen aan stapels roestig metaal.

Poetin noemde de ondergang van de Sovjet-Unie ooit “de grootste geopolitieke catastrofe” van de 20ste eeuw. Voor 100 miljoen Centraal-Europeanen die zich bevrijd wisten van de Sovjet-dictatuur was het allesbehalve dat.

De immensiteit van het uiteenvallen van de Sovjet-Unie meer dan dertig jaar geleden, waaruit Oekraïne zou ontstaan, kwam op de scheepswerf hard binnen. Dit was een gebeurtenis die qua schaal en weerklank de vergelijking met de Franse Revolutie kon doorstaan.

In de nasleep van de bestorming van de Bastille in 1789 was er decennialang onrust. Vijftien jaar later had het revolutionaire Frankrijk een keizer, Napoleon. Rusland heeft met Poetin een leider die veel wegheeft van een keizer – een man die geobsedeerd is door wat in 1991 verloren ging, die bezeten is door het ‘ancien régime’ in Rusland, en die vastbesloten is dat met geweld te herstellen.

Dat is de bron van de oorlog. “Het verleden is nooit dood”, schreef William Faulkner. “Het is zelfs niet voorbij.”

Verkoopster Tetiana Melnyk vertelt dat de zogenoemde Moskou-worst nu vernoemd is naar een plek waar de Russen zware verliezen hebben geleden.Beeld NYT

Andriy Tsjetsjeta (57) wordt achtervolgd door het verleden. Hij woont in Odessa en rijdt elke dag voorbij gouden graanvelden naar zijn 2.000 hectare grote boerderij, waar hij zonnebloemen, graan, maïs en gerst verbouwt. Hij werd in Grozny geboren als zoon van een Tsjetsjeense vader en een Oekraïense moeder en werkte zowat overal in de vroegere Sovjet-Unie.

“Voor mij is er niets veranderd na de ondergang van de Sovjet-Unie”, zegt hij. “Voor mij is het nog altijd gemeenschappelijke ruimte.” Hij kijkt me strak aan. “Hoe zouden de Verenigde Staten zich voelen als Texas zich zou afsplitsen?”

Na de val van de Sovjet-Unie werden bomen geveld voor energie en raakte het water vervuild. Het was één en al onkruid toen Tsjetsjeta in 2002 zijn eerste grond kocht. “En opnieuw beleven we een catastrofe voor de landbouw in het algemeen”, zegt hij, opspringend van achter zijn bureau. Hij neemt een fles ontsmettende zeep en draait ze om. “Beeld je in dat hier aan die smalle hals een jerrycan van 20 liter hangt. Daar bevinden we ons.”

Vanwege de oorlog heeft Tsjetsjeta zijn volledige graanoogst verpakt in enorme witte plastic, cilindervormige balen. Ze liggen er onbewogen bij in de velden. In juli werd een overeenkomst gesloten waardoor enkele schepen met graan uit Odessa en andere havens konden vertrekken. Tsjetsjeta zegt echter in een later telefoongesprek dat hij “voor november niets zal kunnen verkopen, en dat is een voorzichtige voorspelling”.

Wie, vroeg ik hem eerder, heeft daar schuld aan? “Als een koppel uiteengaat, dan zijn beide partners verantwoordelijk”, zei Tsjetsjeta. “Het Westen heeft aangezet tot instabiliteit.” Zijn kijk op Odessa: “Administratief is het een Oekraïense stad, historisch niet.”

Ik heb dat soort opvattingen vaker gehoord – nostalgie naar de Sovjet-Unie, scepsis over een onafhankelijk Oekraïne, woede jegens het Westen omdat het problemen creëerde. Aleksandr Prigarin, antropoloog aan de Mesjnikov-universiteit in Odessa, zei me dat hetgene hij nu vooral wil beschermen “Poesjkin, Dostojevski, Tolstoj, Tsjaikovski en Tsjechov” is.

Niemand van beide strekkingen gelooft in een snel einde van de gevechten. “Alleen een complete idioot is blij met oorlog”, zegt Tsjetsjeta, terwijl hij naar zijn velden kijkt. “Rusland en Oekraïne moeten snel naar de onderhandelingstafel of het wordt een complete ramp.”

Op een avond zie ik in de oostelijke rand van Odessa twee soldaten in het schemer loopgraven in de vruchtbare bodem van Europa graven. Het is een tijdloos beeld, van een aparte schoonheid, van hoe dit continent de fouten blijft maken waarvan het verlost dacht te zijn.

In het restaurant Oblaka genieten twee vrouwen van een streepje zon.Beeld NYT

De naakte wachter

In het Museum voor Schone Kunsten is nog een ander schilderij achtergebleven: Maria Koelikovska’s Venus, een naakte vrouw gemodelleerd naar het lichaam van de kunstenares, in 2019 uit ballistische zeep met ingelegde bloemen gegoten. Het was te delicaat om te verhuizen.

Ballistische zeep wordt gebruikt door de wapenindustrie om de schade te testen die projectielen aanrichten aan het lichaam, hoe groot het gat is bij de inslag en in welke richting het traject gaat. “Het materiaal heeft dezelfde consistentie als het menselijk lichaam”, zegt Koelikovska.

Het buitengewone standbeeld staat nu eenzaam in de centrale barokzaal van het museum, onder een luster en decoratieve cherubijnen. Het oogt intens menselijk en kwetsbaar - alles wat het portret van Catharina de Grote niet is.

Koelikovska (34) komt uit Kertsj, een oude stad op de Krim die uitkijkt op de plek waar de Zwarte Zee en de Zee van Azov elkaar ontmoeten. Ze was er voor het laatst in 2013, een jaar voor de Russische annexatie. “De plek waar ik vandaan kom, bestaat niet meer”, zegt ze. “Het is niet meer dan grijs, bezet gebied dat zelfs niet meer op de kaart staat, een thuis waarnaar ik geen postkaart kan sturen of geld voor mijn grootmoeder.”

Toen ze Venus maakte, miste ze haar thuis enorm, zegt ze. Odessa, met zijn kleuren, zijn zee, zijn architectuur, deed haar denken aan Kertsj. “Daarom verwerk ik al die bloemen onder de huid, als verwijzing naar de fragiliteit van het menselijke leven. Maar ik leef nog, en zelfs daarin zit pijn besloten.”

Toen de gevechten losbarstten in de Donbas-regio in Oost-Oekraïne in 2014 liet Koelikovska drie figuren gieten op basis van haar lichaam, in roze, groen en wit, maar zonder bloemen. Ze stonden tentoongesteld in het kunstencentrum Izolyatsia in Donetsk.

“De Russische separatistische terroristen namen ze als doelwit en schoten ze kapot”, zegt ze. “Ik werd bestempeld als een decadente kunstenaar, omdat ik een verboden en walgelijk naakt vrouwelijk lichaam presenteerde.”

Het kunstencentrum werd omgevormd tot een gevangenis. Mensen werden gefolterd in de tuin waar de standbeelden stonden, in naam van Poetins visioen van een hersteld Russisch rijk.

Ik vraag Koelikovska naar haar standbeeld, dat daar zo eenzaam staat in het Museum voor Schone Kunsten in Odessa. “Het heeft iets moois”, zegt ze. “De Russische propaganda die geconfronteerd wordt met mijn simpele, naakte lichaam, dat het opneemt tegen deze agressie.”

Ze laat een pauze vallen. “Het is als een vrouwelijke wachter die mijn volk beschermt, in Odessa en daarbuiten, wachtend aan de poort van de Krim om terug naar huis te gaan.”

In het Museum voor Schone kunsten is ook Venus van Maria Koelikovska achtergebleven. ‘Mijn naakte lichaam dat het opneemt tegen de agressie van Rusland’, zegt de kunstenares.Beeld NYT

© The New York Times