“Sommigen lachen ons uit, maar uiteindelijk zegt iedereen: ‘Amai, dat ge dát kunt’”: het allereerste WK Stokpaardrijden vindt plaats in ons land

 ©  Kris Van Exel

We hebben een WK, dit weekend. En als u snel bent, kunt u zelf nog meedoen ook. Zondag wordt er in het atletiekstadion van Geraardsbergen vurig gegaloppeerd om het goud, in de discipline stokpaardrijden: zonder mustang, maar met een houten stang. Bedoeld voor echte ruiters, maar ook voor lolbroeken.

Sofie Buekenhoudt

Paardenkoppen op een stok. Op papier klinkt het als iets maffioos, maar erachter schuilen zachte stofjes, felle kleurtjes, gracieuze vlechtjes. We praten over paarden die nooit stampen, nooit kaka doen en nooit sterven: stokpaardjes. Dit weekend is het vergeelde gras alleen van hén, op de gloednieuwe, allereerste wereldbeker hobbyhorsing op Belgische bodem. “Ik heb het onlangs zelf eens geprobeerd, en mij bijna de kop ingestuikt”, zegt onderzoeker Arne De Winde (40) lachend. Hij is medebezieler van kunstencentrum Denderland, dat het initiatief trekt. Een innemende mijnheer, die net zo graag een literair werk bestudeert als een mattentaart, of een zelfgevlochten paardenstaart. “Als onderzoeker vind ik het interessant om mijn vizier breed te houden”, legt hij uit. “En een paar jaar geleden was ik met mijn kinderen aan het kijken naar Belgium’s got talent, toen er een meisje met een stokpaard opkwam. Eerlijk: ik deed bijna in mijn broek van het lachen. Allez, dacht ik meteen. Ben ik nu zo eng van geest geworden dat ik lach met een kind dat zichzelf op het spel zet? Dus ben ik mij beginnen te verdiepen in het fenomeen. En heb ik ontdekt wat een ongekend potentieel er in het stokpaardrijden zit.”

 ©  Kris Van Exel

Even kort samengevat: wie de discipline beoefent, stapt, draaft en galoppeert met stokpaard tussen de benen. Als jumper, als dressuurruiter of als sprinter. Et voilà. Hetzelfde als op de grote exemplaren, op dezelfde piste, met soortgelijke figuren. Je valt enkel iets minder diep tegen het zand. Niet zomaar om mee te lachen, trouwens: stokpaardrijden vereist techniek, kracht, elegantie én artistieke creativiteit, als je het volgens het boekje doet. Momenteel loopt er zowaar een aanvraag voor de erkenning van hobbyhorsing als olympische discipline. “Op zich is het een fenomeen van alle tijden, hè”, zegt De Winde. “Eeuwenoud. Bruegel schilderde al kinderen op stokpaardjes. Maar in Finland is het sinds een vijftiental jaar heel erg in zwang geraakt. Vooral door jonge vrouwen. Ze richtten clubs op, organiseerden toernooien en maakten instructiefilmpjes om stokpaarden te knutselen. Resultaat: hobbyhorsing is vandaag in Finland erkend als sporttak, met intussen zo’n 10.000 beoefenaars. En dat zijn geen naïeve kinderen, hoor. Allemaal jonge mensen met een visie, namelijk: radicale zelfexpressie. Verbeelding aan de macht. Het is daar intussen ook erg verbonden met de LGBTQ+ gemeenschap.” Finland stak Zweden aan, Duitsland, Tsjechië, Slovakije, Polen, Frankrijk. En nu dus ook België. “Maar eerlijk: hier is voorlopig niets van omkadering. Geen federatie, geen sportvereniging. Hobbyhorsing is enkel in Finland een erkende sport. In het najaar hebben we bij Paardensport Vlaanderen een vergunning voor het BK aangevraagd, nu voor onze wereldbeker. Een label dat ons natuurlijk wel in staat stelt om internationale toppers naar België te halen.”

Op stokpaard naar school

Zo vliegt er dit weekend onder meer een negenkoppige Tsjechische delegatie over, twee Slovaakse ruiters en een kudde Nederlanders. Ze nemen het op tegen een van onze Vlaamse beloftes: de flitsende Feije. Dochter van professioneel ruiter Peter Schollaert en zijn vrouw Jorien Lambrecht, die met hun Hippisch Centrum Tollembeek mee het toernooi in de teugels houden. Feije is 9, rijdt al pony sinds haar 4, en klikte tijdens het vervelen in de lockdown eens per ongeluk een stokpaardfilmpje aan op Youtube. “Ik zei direct: Mama, kijk! Sindsdien bekeek ik twee, drie uur per dag filmpjes. Eerst gaf mijn tante mij een beetje een onnozel stokpaardje met wieltjes, daarna heb ik zelf Dreamboy gemaakt.” Dreamboy: een lichtbeige volbloed, met al zeker honderd ritten op de teller, parels op de halster en vlechtjes in de manen. “Die maken, duurt gemakkelijk een uur.”

 ©  Kris Van Exel

Het is niet zomaar een stuk speelgoed voor haar. Dreamboy is haar maatje. Verkleedt zij zich als Eenhoorn op Carnaval, dan krijgt Dreamboy ook een gekarteld staafje tussen zijn ogen. Tussen twee sprongen door, aait ze liefdevol over zijn hoofd. “’s Nachts zet ik hem in een bak in mijn slaapkamer, en overdag tegen de omheining buiten. Zo is hij er altijd bij. Ik kan met hem dingen doen die met mijn echte pony niet zo simpel zijn. En na een slechte dag beurt een ritje mij op.” Feije haar feeënstof, dus. “Op school nemen we intussen allemaal ons stokpaardje mee, en oefenen we tijdens de speeltijd. Sommige jongens lachen ermee, maar uiteindelijk zegt iedereen: Amai, dat ge dát kunt.”

Professionele jury

Wie het erop wil wagen, kan zondag nog steeds ter plekke een nummertje aanvragen voor een van de vier disciplines – dressuur, zowel klassiek als freestyle, jumping, sprint, de schoonheidsprijs, of de ganse boel samen – en dat in telkens drie leeftijdscategorieën. Die worden beoordeeld door een zorgvuldig uitgekiende jury, met twee professionele coaches uit Duitsland, aangevuld met kenners uit de paardensport en het kunstenveld. Selectiecriteria zijn er niet.

Wat valt er te winnen? Een rosette voor je ros, een medaille of beker voor jezelf, en de blinkende eer. Wat valt er te verliezen? Je beurt, als je de regels niet netjes volgt. Want die zijn er wel degelijk. “Eén hand moet aan de stok, de andere aan de teugel”, legt Feije uit. “Bij de sprint mag je ook niet gewoon lopen, je moet echt galopperen. En de stok moet altijd tussen je benen blijven.”

 ©  Kris Van Exel

Ook bij de klassieke dressuur mag je niet zomaar wat pliés doen, nee, er zijn figúren. En je paard moet uit de juiste stal komen: met een ‘paardachtig hoofd’, en een totale minimumlengte van 60 centimeter. Daarbovenop is ruiteruniform “aangewezen, maar niet verplicht”. “Het is een interessante evenwichtsoefening”, zegt De Winde. “We willen dat het iets humoristisch en creatiefs blijft, dat openstaat voor iedereen. Tegelijk moeten we de discipline ook wel ernstig nemen, om de internationale ruiters mee te krijgen. Je hebt er ook verschillende lijnen en tradities in. In Frankrijk bijvoorbeeld benaderen ze het meer carnavalesk, als een grappige verkleedpartij. Finland voert het dan weer net heel serieus uit. Wij proberen hier de brug te slaan. Met het oog op hopelijk ooit een internationale federatie.”

Het Average Rob-effect

Die federatie is niet voor meteen. Want Finland frönst, als het naar onze Vlaemsche onbeschaamde rijstijl kijkt. Hoe dat komt? “Goh”, zegt De Winde. “Average Rob.” Wat? “Wel. Op het BK vorig jaar dook Average Rob plots op. Hij deed het fantastisch, hij postte er een video over en die ging viraal. Rob was trouwens ook graag voor een wereldtitel gegaan dit weekend, maar hij zit helaas in Afrika. Nu, het eerste wat de Finnen doen als er zo’n WK georganiseerd wordt, is checken: wie zit erachter, wat hebben ze nog al gedaan, en wie heeft al gewonnen. En door zijn filmpje waren ze blijkbaar een beetje… gechoqueerd. Ze hebben het er moeilijk mee dat er, op een bepaalde manier, de spot wordt gedreven met hun discipline. Pas op, laat mij duidelijk zijn: Rob is een geweldige ambassadeur geweest. Intussen heeft hij zelfs de eigen subdiscipline Streetstyle ontwikkeld. Maar tegelijk heeft hij internationale samenwerkingen misschien een beetje moeilijker gemaakt. (lacht) Finland is heel beschermend, wat ik compleet begrijp. Zij hebben het uit de grond gestampt, zij hebben bepaalde reglementen, en er kan niet mee gelachen worden.”

 ©  Kris Van Exel

Om een voorbeeld te geven: Finse professionals in het ‘Keppihevosten’ hebben soms tot bijna 30.000 Instagramvolgers. Hun nationale handboek voor stokpaarddressuur telt maar liefst twintig pagina’s. “Dat kunnen wij in België nog niet toepassen. Pas op, wij hadden in ons reglement wél gezet dat een helm verplicht is. Werkt blijkbaar niet zo, in wedstrijden. Dus hebben we dat al moeten terugschroeven. Ik zit dan te onderhandelen met 18-jarige meisjes, die hyperintelligent en radicaal zijn, en mij op de rooster leggen. Niemand moet hun sport claimen, tenzij op hun voorwaarden. Een trotse gemeenschap. En terecht, want wie zichzelf zo op het spel zet en voor zichzelf opkomt, heeft lef. En dat verdient lof. Maar ik hoop dat het bij ons vooral heel plezant wordt straks, én ook grappig.”

LEES OOK: Onze reporter springt op een houten ros naar aanleiding van WK Stokpaardrijden: “Verdoeme, dat is niet zo simpel als het klinkt”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer