Direct naar artikelinhoud
Raad der wijzenLezersvraag

‘Hij betaalt geen huur en kookt niet’: is het fout om je 30-jarige zoon uit huis te zetten?

‘Hij betaalt geen huur en kookt niet’: is het fout om je 30-jarige zoon uit huis te zetten?
Beeld Flore Deman

Dirk De Wachter, Jean Paul Van Bendegem, Katrien Schaubroeck en Johan Braeckman buigen zich beurtelings over een ethische kwestie.

De vraag

“Eind vorig jaar vroeg onze zoon, intussen een dertiger, of hij tijdelijk opnieuw bij ons kon intrekken. Hij is al jaren single, de pandemie had zijn job in de culturele sector uitgewist en na wat losse flodders in onder meer de horeca wilde hij eens ruim de tijd kunnen nemen om te bezinnen. Hoelang mag ik blijven mama, vroeg hij. Hing ervan af of hij een goeie roommate zou zijn, ­antwoordde ik met een knipoog.

Hem weer in huis hebben blijkt een lijdensweg te zijn. Hij is continu slecht­gehumeurd en gedraagt zich onvoorspelbaar. Al een jaar of vijftien stond hij op zijn eigen benen, en mijn man en ik waren allang weer gewend aan een leven met ons ­tweetjes. Hij maakt echter geen aanstalten om te vertrekken. Hij heeft ook de centen niet om iets te kunnen huren, vrees ik, maar ik durf er niet goed naar te vragen.

In het begin deden we nog ons best om het gezellig te maken, maar intussen loop ik continu op eieren. Onze zoon ontsteekt een paar keer per week in een scheldtirade, één keer schopte hij zo hard tegen een deur dat er nu een gat in zit. Hij klaagt tegen me over hoe verschrikkelijk het is om met ons samen te leven, maar hij doet geen enkele moeite om iets aan zijn situatie te ­veranderen. Het is dan ook comfortabel voor hem: hij betaalt geen huur, kookt niet... Een beetje alsof hij weer een kind mag zijn.

Lees het dossier

Dirk De Wachter, Jean Paul Van Bendegem, Katrien Schaubroeck en Johan Braeckman buigen zich beurtelings over een ethische kwestie.

Ik vrees dat hij mentale issues heeft, maar toen ik hem aanraadde om naar een psycholoog te gaan, kreeg ik zwaar op mijn kop. Zijn problemen hadden toch niks met hem zélf te maken, maar alles met die verdomde corona?

Zou het, gezien de psychische klachten waar hij dus vermoedelijk onder lijdt, fout zijn van ons om hem de deur te wijzen? Misschien betekent dat dan het einde van onze band met ons kind, maar ik ben zo wanhopig dat ik dat er misschien wel voor overheb. Ik wil niet dat we hieraan kapotgaan.”

Het antwoord van filosoof Johan Braeckman

“Aristoteles zei ooit: elke mens moet maximaal kunnen openbloeien. Als ouder is het je verantwoordelijkheid om je kinderen een grote mate van zelfstandigheid bij te brengen, zodat ze volwaardige leden van de samenleving worden en hun eigen weg vinden aan de hand van positieve waarden en een zelfgekozen levensbeschouwing. Denk aan het liedje van Wim De Craene: “Hier laat ik je los, Tim, van hieraf moet je gaan, met vallen en opstaan.” In het laatste stadium voor dat loslaten help je misschien je kind nog heel concreet, bijvoorbeeld bij de zoektocht naar een flat, of je zorgt nog een keer of twee per week voor gezonde kost. Maar op een bepaald moment moet een volwassen mens, die geen mentale of andere problemen kent, zelf zijn huur betalen en zelf zijn potje koken. Dat is het resultaat van een geslaagde opvoeding.

“De zoon in dit verhaal stond jarenlang op eigen benen. Hij heeft lange tijd gewerkt, maar is nu op de sukkel geraakt. Dat hij ten einde raad bij zijn ouders aanklopte, is heel begrijpelijk. Als de ouders daar fysiek en mentaal, en emotioneel en financieel toe in staat zijn, is het hun ­morele plicht om te zeggen: ‘Ja, kom maar, we hebben plek voor je en willen voor je zorgen.’ Zijn ouders reageerden juist, althans toch in die fase. Maar na een bepaalde tijd moet het ophouden.

“Hier is het blijkbaar fout gelopen: ze zijn in een straatje zonder eind beland. De zoon zou moeten snappen dat hij zijn ouders leed toebrengt, dat hij stress en problemen veroorzaakt. Hij gedraagt zich onverantwoordelijk, ondankbaar en zelfs onbeschoft. De meesten onder ons doen weleens een beroep op hun ouders, bijvoorbeeld wat de zorg voor de kleinkinderen betreft, en binnen bepaalde grenzen is dat aanvaardbaar. Maar wat deze zoon verwacht, overschrijdt mijlen­ver de call of duty van zijn ouders. Hij zou duidelijk te kennen moeten geven: dank je wel, lieve mama en papa, dit is tijdelijk, ik zoek werk en eventueel hulp, en kom er weer bovenop. Ik wil jullie niet nodeloos lang tot last zijn. Bovendien is de situatie natuurlijk ook voor hemzelf bijzonder negatief. Hij positioneerde zichzelf, nota bene als dertiger, in een afhankelijkheidspositie. Hij verplicht zijn ouders om te doen alsof hij opnieuw minderjarig is. Eigenlijk zijn ze het slachtoffer van zijn manipulatieve gedrag en hoe langer het aanhoudt, hoe moeilijker het wordt om er komaf mee te maken.

“De ouders redeneren misschien als volgt: als we nu de banden radicaal doorknippen, belandt hij binnen de kortste keren op straat of in een instelling, of hij gaat het criminele pad op. Omdat ze decennialang investeerden in hun kind, durven ze niet te doen wat rationeel is: hem duidelijk maken dat hij opnieuw zijn plan moet leren trekken. Ik denk hier aan de drogreden die gekend is als de sunk cost fallacy: hoe meer je in iets investeert, hoe hoger de drempel om te stoppen met investeren uit schrik dat het allemaal voor niks was. Wellicht is er ook een soort anticiperend schuldgevoel. Maar daardoor vervullen ze ironisch genoeg hun fundamentele ouderlijke plicht niet: streven naar zijn zelfstandigheid zodat ze hem, voor de tweede keer in zijn leven, kunnen loslaten. Dát is hun ouderlijke verantwoordelijkheid, niet tot het eind van hun dagen elke dag een eitje voor hem bakken en zijn bed opmaken.

“Ik kan hier een parallel trekken naar een volwassen kind met een verslavingsproblematiek. Het is ook niet aan de ouders om zo iemand in huis te nemen en, ook al is het onbedoeld en ongewild, de verslaving te cultiveren — drank in de nachtwinkel te halen, bijvoorbeeld. Het is wel hun taak om professionele hulp te zoeken, zodat hun zoon of dochter weer aan het roer kan staan van zijn of haar eigen leven. In deze context zou je van de ouders kunnen verwachten dat ze een psycholoog voor hem zoeken, of hem een job helpen te zoeken. Dat is iets helemaal anders dan hem hardvochtig buitenschoppen. Dat laatste zouden de ouders ongetwijfeld ook emotioneel niet aankunnen, en dat is heel begrijpelijk. Zo hoort het eigenlijk ook, als er een gezonde mate van ouder-kindliefde is ontwikkeld. Maar deze liefde vereist niet dat je als ouder jezelf verknecht om levenslang voor een volwassen kind te zorgen. In­tegendeel: ouderliefde moet je motiveren om gaandeweg afstand te nemen van je kind.”

LEZERSOPROEP

Worstelt u zelf met een vraag die u onze Raad der Wijzen wilt voorleggen, mail dan naar raadderwijzen@demorgen.be