De Verenigde Staten en verschillende andere industrielanden willen dat er een prijsplafond komt voor de aankoop van Russische olie. Landen zouden dan weigeren om voor de Russische olie meer te betalen dan een onderling afgesproken prijs. Washington hoopt dat die maatregel de druk op de energiemarkten doet afnemen en tegelijkertijd ook de inkomsten van Moskou doet dalen. De G7-landen zouden het plan vrijdag nog officieel willen steunen. Ook onze premier, Alexander De Croo, riep woensdag nog op tot een plafonnering van de prijzen op Europees niveau.

Maar volgens Peskov zal er in dat geval geen Russische olie meer verkocht worden aan de betrokken landen. Hij stelt dat een prijsfplafond de wereldwijde oliemarkt zou verstoren. “We zullen eenvoudigweg niet met hen samenwerken op basis van deze niet-marktgerelateerde principes”, klinkt het. Rusland zal zijn olie dan verkopen aan landen die wel bereid zijn de marktprijs te betalen, zo luidt het nog.

Het blijft hoe dan ook onduidelijk of een prijsplafond zou werken. Verschillende landen die Rusische olie importeren, lijken immers niet geneigd om het initiatief te ondersteunen. Onder meer India stelt zich terughoudend op. Ook het EU-land Hongarije heeft al aangekondigd dat het zich tegen die maatregel zou verzetten.