Direct naar artikelinhoud
Niet die tien volgende winters zijn de beleidshorizon, wel de volgende verkiezingen
De gedachteBart Eeckhout

Niet die tien volgende winters zijn de beleidshorizon, wel de volgende verkiezingen

Bart Eeckhout is hoofdcommentator.

Bijna dagelijks worden politici geconfronteerd met complexe crises en moeten ze keuzes maken in duivelse dilemma’s. Behalve beschaafde kritiek verdienen ze daarom ook mededogen. Maar ‘Ventilus’, het dossier over de aanleg van een nieuwe hoogspanningslijn in West-Vlaanderen, zou niet tot die lastige vraagstukken mogen behoren.

Eigenlijk is het zelfs een erg eenvoudig dossier, of zou het dat toch moeten zijn. Een nieuwe hoogspanningslijn is absoluut noodzakelijk om de energie die opgewekt wordt met zeewind aan land bruikbaar en transporteerbaar te maken. Maar dit is niet louter een ‘groen’ verhaal over de transitie naar hernieuwbare energie alleen.

Ventilus gaat ook over de versterking en verzekering van het bestaande elektriciteitsnet. Dat net zit nu tjokvol, en als daar wat misgaat, komt de stroombevoorrading in grote delen van Zuid-West-Vlaanderen in het gedrang. Die regio is één van de machinekamers van ’s lands welvaart. Het is onverantwoord om daar risico’s mee te nemen.

Er is ook de context. Als we één les moeten leren uit de nog volop woedende energiecrisis, is het wel dat overheden hun bevolking tegen schokken kunnen beschermen door op diverse energiebronnen in te zetten. En jawel, kernenergie is zo’n bron. Maar ook zeewind is een vanzelfsprekende bron in dit kleine koninkrijk aan de Noordzee. Als we willen vermijden dat we niet door één maar door vijf of tien “moeilijke winters” moeten ploeteren, dan hebben we simpelweg niet de luxe om te talmen met Ventilus.

Het dossier is van voor naar achteren en van links naar rechts bestudeerd en alle experts besluiten eensluidend: er is geen alternatief. Tot die conclusie kwam ook de intendant die de plannen trachtte te verzoenen met de bekommernissen van de omgeving. De leidingen onder de grond stoppen? Dat kost bijzonder veel geld om een minderwaardig resultaat te krijgen.

En natuurlijk is het geen pretje om hoogspanningsmasten boven het hoofd te krijgen. Mensen die daarmee geconfronteerd worden, verdienen een genereuze compensatie. De Vlaamse regering kan hier een belangrijke rol spelen als bemiddelaar. Naar schatting zou het om een driehonderdtal huishoudens gaan. Dat zou niet onoverkomelijk mogen zijn.

En toch wordt er weer getalmd en gesleept met de voeten. De Vlaamse regering staat tegenover een goed georganiseerde ‘burgermacht’ die mensen emotioneel mobiliseert op basis van wetenschappelijk dubieuze gezondheidsclaims. Impliciet is er ook het dreigement van de radicale proteststem bij volgende verkiezingen. Meer is niet nodig om indruk te maken op een coalitie met verzwakte regeringspartners die elkaar door en door wantrouwen.

En zo kan midden in een energiecrisis een cruciale investering in de energiebevoorrading toch de speelbal worden van partijpolitieke berekening en uitstelgedrag. Niet die tien volgende winters zijn de beleidshorizon, wel de volgende verkiezingen. De Vlaamse regering mag dit zichzelf aanrekenen. Als haar energiebeleid echt voorbeeldig was geweest, zoals ze zelf graag beweert, dan waren we nooit op dit punt van improvisatie en escalatie gekomen.

Niet die tien volgende winters zijn de beleidshorizon, wel de volgende verkiezingen