AFP or licensors

Nationaal park Doñana in Zuid-Spanje is helemaal opgedroogd

Het Nationaal Park Doñana, in de Zuid-Spaanse regio Andalusië, is helemaal opgedroogd. De laatste zoetwaterlagune Santa Olalla staat volledig droog, melden verschillende Spaanse media, waaronder de krant El País. Doñana is een van de grootste beschermde natuurgebieden van Europa en is een belangrijke stopplaats voor trekvogels. 

Doñana ligt aan de monding van de Guadalquivir en herbergt het grootste drasland van Europa. Het gebied lijdt niet alleen onder de uitzonderlijke droogte, maar ook het overmatige gebruik van grondwater vormt een bedreiging. Volgens experts heeft de klimaatverandering de droogte nog verergerd.

Het nationaal park is opgericht in 1969 en is bijna 1.300 vierkante kilometer groot, ongeveer de helft van het Groothertogdom Luxemburg. Milieuorganisaties waarschuwen al jaren dat het grondwaterniveau er dramatisch daalt. Dat heeft onder meer te maken met de illegale waterputten in het gebied. Het grondwater wordt gebruikt door de landbouw en in de toeristische sector.

Vorig jaar nog heeft het Europees hof van Justitie geoordeeld dat Spanje het nationaal park onvoldoende beschermt. De conservatieve regioregering van Andalusië wil de waterverslindende aardbeienteelt zelfs nog uitbreiden. 

Het drasland in Doñana heeft een unieke diversiteit aan ecosystemen. Er leven verschillende bedreigde diersoorten in het gebied, zoals de keizerarend en de Iberische lynx. In totaal zijn in het natuurpark zo'n 250 vogelsoorten waargenomen, waaronder onder meer ooievaars, flamingo's en lepelaars.

In 1998 vond er al eens en enorme natuurramp plaats in het gebied, toen door een bres in een reservoirdijk 5 miljoen kubieke meter zwaar vergiftigde metalen van een mijnbouwbedrijf in de Guadalquivir terechtkwamen. Oorspronkelijk was Doñana een koninklijk jachtgebied.

Meest gelezen