Direct naar artikelinhoud
InterviewPascale Naessens

Pascale Naessens: ‘Ik vind dat iedereen uit de bocht mag gaan, op welke manier dan ook. Maar ik zou het niet kunnen’

‘Klei is vooral hard werk, áfzien. Voor elk stuk dat lukt, mislukken er veertig of vijftig. Vaak voel je de neiging om die homp klei tegen de muur te keilen.’Beeld Charlie De Keersmaecker

Dat ze haar niet meer moesten lastigvallen, zei Pascale Naessens (53) als ze weer eens een behoeftige televisieproducer aan de lijn had, amechtig hengelend naar haar diensten, ‘tot je iets met keramiek wilt doen’. Playing hard to get op olympisch niveau, want vanaf dinsdag gaat ze in De schaal van Pascale op zoek naar de strafste pottenbakker van Vlaanderen. ‘Klei leert je belangrijke lessen over het echte leven, zoals: met geduld en zachtheid kom je ver.’

Het is bepaald indrukwekkend wat Pascale Naessens de voorbije 53 jaar heeft klaargespeeld. Toen ze negentien was, ontworstelde ze zich aan het leven dat voor haar was uitgestippeld: ze bedankte voor een carrière in de bierhandel van haar vader en vloog als fotomodel de halve wereld rond. Ze speelde de tegenstand naar huis als omroepster, bekwaamde zich als presentatrice en sloeg onderweg een televisie-icoon aan de haak. Maar ze kwam pas echt tot bloei toen ze zich aan het schrijven zette. Haar kookboeken over de pure, gezonde en ‘koolhydraat­selectieve’ keuken zorgden voor een omwenteling in de Vlaamse eetkamer. De kritiek van kwatongen die durven te suggereren dat sommige van haar dieetkundige keuzes betwistbaar zijn, veegt ze van tafel.

Naessens’ présence vult nog altijd de kamer, ze praat met overtuiging over werk, leven en overtuigingen, als een onverzettelijke evangelist van een harmonieus en betekenisvol leven. Daar is alleen maar plaats voor vrolijkheid en warmte, en dat zet ze kracht bij met haar woordkeuze. In krap twee uur tijd gebruikt ze 39 keer het woord ‘leuk’, 43 keer ‘fijn’ en 41 keer ‘tof.’ In zulke idylle is geen plaats voor negativiteit en komt een krantenreporter niet per se als geroepen.

In een hoek van haar kantoor bewaart Naessens een artefact dat de start van haar liefde voor de pottenbakkerskunst markeert: een keramieken beeldje van een halve meter hoog, een souvenir aan een werkreis die haar en haar teergeliefde naar Tunesië bracht.

“Toen hebben wij, niet ver van de stad Bizerte, Sabiha Ayari ontmoet, een artieste die keramieken kunstwerken en gebruiksvoorwerpen maakt. Ik ben mijn hart aan haar verloren. Ik vond het bijzonder inspirerend dat die vrouw zelfstandig leefde. Ze was alleen en voorbij de huwbare leeftijd, in een land waar dat niet evident is. Maar met haar keramiek had ze een universum voor zichzelf geschapen waarin ze heel gelukkig was. Toen ik haar zag draaien, werd ik getroffen door een gevoel van herkenning, een coup de foudre, die ik voelde tot in mijn buik. Ik was meteen jaloers: dat wil ik ook kunnen. Ik was betoverd door die tollende cirkel. Nog altijd draai ik vaak om te draaien.”

‘Mijn tranen zijn in het glazuur van mijn vaders urne gebrand, je ziet ze liggen. Ik heb ze ook gedragen tijdens de plechtigheid, niemand anders durfde.’Beeld Charlie De Keersmaecker

Als een soort meditatie?

“Goh, dat is typisch zo’n idee dat vooral in de media leeft en bij mensen die zelf nog nooit hebben gedraaid. Er bestaat veel discussie over in kringen van keramisten. Klei is vooral hard werk, áfzien. Voor elk stuk dat lukt, mislukken er veertig of vijftig. Vaak voel je de aanvechting van die homp klei tegen de muur te keilen: hoe meditatief is dat? Wat wel zo is: wanneer je achter de draaischijf zit, beland je in de flow. De klei eist je aandacht op, waardoor je de tijd vergeet.”

BIO

geboren in Eeklo op 4 juli 1969

maakte op haar negentiende

carrière als fotomodel

ging in 1989, bij de start van VTM, aan de slag als omroepster

presenteerde ook programma’s als Huis en thuis en - samen met haar echtgenoot - Met Jambers onder zeil

bracht in 2010 Mijn pure keuken uit, de eerste in een lange reeks best­sellers over gezonde voeding

bekwaamde zich en cours de route in de pottenbakkerij

woont in Duffel

Wat moet zo’n draaischijf eigenlijk kosten?

(denkt na) “Duizend euro? Maar eigenlijk is ‘moeten’ het verkeerde woord, de echte vraag is: wat brengt het je op?”

U bent klein begonnen, in uw keuken, maar intussen heeft u een eigen atelier en een eigen assortiment aardewerk op de markt. U mikt hoog.

“Ik denk nooit in die termen. Ik wist wel vanaf dag één dat ik het goed wilde doen. Toen we terug thuis waren, ben ik onmiddellijk op zoek gegaan naar advies, ik ben in de goede handen van keramiste Bie Van Gucht terechtgekomen. Vervolgens ben ik beginnen te draaien, draaien en draaien. Alsof ik een instrument vastnam dat ik volledig onder de knie wilde krijgen, ik wilde niet zomaar wat tokkelen. Ik doe wat ik doe omdat ik het leuk vind. Met koken is het ook zo gegaan. Het wordt pas iets groots doordat van het ene het andere komt.”

U praat met veel tederheid over aardewerk, alsof het bezield is.

“Het is ook enorm tactiel, draaien. Dat is: samenwerken. Jij wilt de klei naar een bepaalde plaats brengen, maar dat lukt niet door te duwen en te trekken. Je moet ook goed geaard zijn, als je zenuwachtig bent, lukt het niet. Je moet respect hebben, een relatie met de klei ontwikkelen.”

Alsof u in dialoog treedt met de klei?

(verbaasd) “Ik praat niet met de klei, hè, ik heb het over een gevoelsmatige relatie. Je zit letterlijk met de handen in de aarde, bent in de weer met de elementen water en vuur. Klei leert je ook belangrijke lessen over het echte leven, zoals: met geduld en zachtheid kom je ver.”

De urne waarin de as van uw overleden vader wordt bewaard, heeft u zelf gemaakt.

“Die urne neemt een bijzondere plaats in, ze maken was een haast mystieke ervaring. Ik had maar een week, kon me dus geen enkele fout ­permitteren. Ik zat elke dag tot één, twee uur ’s nachts in mijn atelier. Ik draaide niet alleen voor mijn vader, maar ook voor mezelf: het was een manier om het verlies te verwerken. Mijn tranen zijn in het glazuur gebrand, je ziet ze liggen. Ik heb de urne ook gedragen tijdens de plechtigheid, niemand anders durfde dat. Het was een bizarre gedachte om de as van mijn vader te dragen, in een urne waar ik veel in geïnvesteerd had. Sindsdien kreeg ik soms de vraag of ik ook voor iemands dierbare een urne wilde maken, maar dat doe ik niet: het is té emotioneel en ik zou bang zijn dat het niet lukt.”

'Ik vind dat iedereen uit de bocht mag gaan, op welke manier dan ook. Maar ik zou het niet kunnen.'Beeld Charlie De Keersmaecker

Met De schaal van Pascale wilt u nu het grote publiek warm maken voor uw liefhebberij.

“Ze bellen mij geregeld voor van alles en nog wat, om in een jury te zitten of om deel te nemen aan al die ­programma’s. Soms ken ik ze zelfs niet, en ik zoek ze ook niet op, want dat is niet mijn ambitie. Ik zei elke keer: ‘Je hoeft me niet meer te bellen, tenzij je iets met keramiek wilt doen.’ Dat is blijkbaar blijven hangen.”

Het programma draagt uw naam, maar u bent niet de presentator.

“Kürt Rogiers presenteert, ik heb een dubbele rol: ik ben gastvrouw maar ik zit ook de jury voor, die ik zelf heb samengesteld. Rudie Delanghe en Eric Landon zijn de andere juryleden, twee fantastische lesgevers en pottenbakkers.”

Ik heb fragmenten gezien van Stelletje pottenbakkers, een Nederlandse show over pottenbakken. Slappe saus, en de makers hadden last van humor: de matige moppen over fallussen waren nooit ver weg als de vrouwelijke deelnemers een vaas tussen hun handen hadden.

“Ik heb dat niet gezien, maar ze hebben me ooit gebeld om te vragen of ik aan zoiets wilde meewerken. Ik vind dat concept niet goed: ze doen het met bekende Nederlanders. Dat is geen fijn idee. Het is niet omdat je bekend bent, dat je geïnteresseerd bent in klei.”

Doen ze het niet net daarom? Sommigen vinden het wellicht lollig om mensen te zien mislukken.

“Ik niet. Ik wilde zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid blijven. Werken met klei is sowieso spannend ­genoeg, er kan van alles fout lopen.”

Dat vroeg ik me af: hoe hou je een programma over klei spannend?

(kregelig) “Het is fout om te denken dat spanning de enige reden is waarom mensen naar tv kijken. Ik hoop dat het programma zal boeien omdat het fijn is om een ambacht beter te leren kennen. Het is heel leuk om iemand te zien draaien. En natuurlijk zit er ook een aspect van spanning in, alles moet twee keer gebakken worden en het kan altijd barsten: je weet nooit hoe het uit de oven komt.”

In die zin verschilt uw programma niet gek veel van Bake Off Vlaanderen.

“Jammer genoeg moet ik zeggen dat ik daar niet naar gekeken heb. Ik kijk weinig televisie, ik vind televisie maken toffer dan -kijken. Naar het programma dat ik nu heb gemaakt, zou ik wel kijken. Het is een spel, natuurlijk, maar wat ik veel belangrijker vind dan spanning is menselijke warmte. We hadden een fantastische cast, echt fijne mensen, en ik heb erover gewaakt dat ik zelf niet te streng was.”

‘Ik sta heel gulzig in het leven. Ik zou mij heel snel kunnen verliezen in geraffineerde voeding. Maar dan kom ik niet uit de zetel. Daarom bewaak ik die grens heel erg streng.’Beeld Charlie De Keersmaecker

Er is geen Simon Cowell aan u verloren gegaan, die in X Factor de kandidaten tussen zijn boterham legde?

“Ook daar heb ik niet naar gekeken, hij is dus zeker geen inspiratie. Ik hou ervan om mensen te empoweren, wat ik trouwens ook doe met mijn boeken. Ik wil tegen mensen zeggen: ‘Je kúnt het. Het is eenvoudig als je het maar hard genoeg wilt.’ Dat is de rol waar ik mij goed bij voel.”

Het is een poos geleden dat we u in een dragende rol op televisie zagen. Ik las dat u er op een gegeven moment echt genoeg van had.

“Televisie is voor mij nu bijkomstig. Ik ben bezig met veel leuke dingen. Mijn boeken, keramiek en ik begin nu ook – ik zou het fijn vinden als je dat zou schrijven – met een Go Pure Masterclass. Dat is een onlineplatform, we starten op 10 ­september: ik ga de mensen tien dagen lang ­onderdompelen in een gezondheidsbad. Ze krijgen elke dag recepten voor ontbijt, lunch en avondmaal. Iedere dag interview ik ook een deskundige, over voeding, beweging en gedrags­verandering.

“Praten met boeiende mensen, daar ligt mijn hart. Het idee is dat mensen een week lang ­gestimuleerd worden, dat is opnieuw: empowerend. De boeken, de keramiek en de masterclass: dat is de crux, dat is mijn werk. Televisie komt er nu bij, heel leuk, maar je zou kunnen zeggen dat het mijn hobby is.”

Er was een tijd dat vrouwen van boven de vijftig moeilijk aan de bak kwamen op televisie. In die zin is uw comeback een belangrijk en hoopvol signaal.

“Goh, dat heeft me nooit beziggehouden. Ik ben weggegaan toen ik nog jonger was, een beslissing waar ik nog altijd blij mee ben, want ik had toen al het gevoel dat ik iets miste. Ik wilde me ontplooien en verdiepen, elke dag beter worden in wat ik doe.”

Ik stel me voor dat televisiemakers dezelfde ambitie hebben.

“Als presentatrice is de impact op een programma minimaal, wat frustrerend kan zijn. Terwijl ik het programma nu zelf heb aangebracht en samen met het productiehuis heb uitgewerkt, dat maakt een gigantisch verschil.”

Alex Agnew debuteert binnenkort als televisie­presentator. Toen ik hem vorige week sprak, deed ik wat journalisten nu eenmaal doen: een oude quote bovenhalen. Zes jaar geleden noemde hij televisie oppervlakkig, we zouden hem nooit op tv zien, zwoer hij. Is dat wat u…

“Weet je, euh... Ik ben blij dat je het zelf zegt. Dat soort ­quotes… Straks schrijf jij op wat ik hier zeg, misschien ­zonder de nuances die ik probeer te leggen. Wat dan ­overblijft, zijn quotes die andere journalisten dan binnen zes maanden onder mijn neus wrijven. Dat is een momentopname, ­mensen mogen toch van gedacht veranderen?”

Zeker.

“We zijn er volgens mij in geslaagd om te maken wat we met de hele ploeg wilden maken. Nu ben ik nieuwsgierig naar wat de kijker ervan vindt en of hij volgt, wij hebben in ieder geval iets leuks, fijns en moois gemaakt. Warm, ook.”

Ik hoop samen met u op meer menselijkheid en warmte, maar staat dat niet haaks op de tijdgeest? Kijk naar de populariteit van een programma als Love Island, waar kandidaten tegen elkaar uit worden gespeeld in een bikkelharde competitie om geld.

“Dat is de denkfout die veel media maken, en zeker de geschreven pers. Die zet mensen tegen elkaar op, in de veronderstelling dat ze zo meer lezers kunnen aantrekken. Dat klopt niet, en daar is het blad Happinez een mooi bewijs van. Dat blad is een initiatief van een vrouw die genoeg had van controverse en harde quotes. Ze is tegen de stroom ingegaan en maakt een blad dat rond geluk draait. Ze werd indertijd uitgelachen, maar heeft intussen iedereen ingehaald. Dat stelt mij gerust: een jury moet niet hard zijn, zoals jij zegt. En als er spanning is, moet die echt zijn. Wij tonen iets wat authentiek is, misschien zal het programma op die manier vernieuwend zijn.”

Met ‘spannend’ bedoelde ik eerlijk gezegd gewoon ‘boeiend’ of ‘interessant’, hoor.

“Jouw vraagstelling is negatief, en dan denk ik: wauw, het programma heeft zoveel meer te bieden, zeker in deze rare tijden en onzekere wereld. Volstaat het niet om te kijken naar iets wat fijn is, zonder dat je de spanning die er niet is artificieel moet opdrijven met een muziekje?”

Ik zou eens willen terugkeren naar uw Tunesische rolmodel. U werd in het bijzonder getroffen door haar zelfstandigheid: uw onafhankelijkheid en vrijheid zijn u ook veel waard.

(knikt) “Dat is de rode draad door mijn leven. Eerst wilde ik onafhankelijk zijn van mijn ouders, vrij door de wereld reizen en mijn eigen baas zijn. Maar ook in mijn relatie met Paul is het voor mij belangrijk dat ik financieel onafhankelijk ben.”

'Geregeld komt de rebel in mij naar boven, die ‘foert’ denkt. Zo heb ik het altijd gedaan, en dat heeft mij ver gebracht.'Beeld Charlie De Keersmaecker

U bent op jonge leeftijd thuis vertrokken, u ging als fotomodel aan de slag in de verste uithoeken van de wereld. Was dat niet bijzonder intimiderend?

“Ik vond die job eigenlijk geen serieuze job, ik wist altijd dat het tijdelijk was, maar hij gaf me wel de kans om het leven te leiden dat ik wilde leiden: vrijgevochten. Ik heb in Parijs gewoond, in Milaan en Madrid, heb fantastische feestjes ­bezocht. Ik heb dingen gedaan die ik nu wellicht niet meer zou durven. Toen ik eenentwintig was, reisde ik helemaal alleen door China, ik met mijn rugzak.

“Ik had een tijd in Japan gewerkt, en op de terugweg moest ik een tussenstop in Hongkong maken. Ik herinner me nog heel goed dat ik dacht: ik ben hier nu, komaan, ik stap uit. Pas toen ik op het tarmac stond, piepte een klein stemmetje: was ik niet beter gewoon naar huis gegaan? (lacht) Maar ik ben gebleven, heb één telefoontje naar huis gedaan — het was het tijdperk van voor de gsm: ‘Ik kom voorlopig niet terug, ik laat nog wel iets weten.’”

Waar komt die onstilbare zucht naar vrijheid vandaan?

“Dat is iets wat erin zit, denk ik. In mijn geval heb ik het van mijn vader geërfd.”

Had hij niet een leven dat voor hem was uitgestippeld? Hij runde het bedrijf van zijn vader en grootvader.

“Ik denk dat ik gedaan heb wat hij wilde maar niet kon doen. Hij is inderdaad in de zaak van zijn ouders gestapt, omdat zij hem dat gevraagd hadden. Ik heb een fijne jeugd gehad, maar Eeklo is een dorp, ik ben opgegroeid in een beschermend milieu. Ik wilde uitbreken, omdat ik nieuwsgierig ben. Sommige mensen noemen dat lastig, ik vind dat een kwaliteit.”

Waren uw ouders opgezet met dat weggaan zonder omkijken?

“Ze vonden dat wel fijn, denk ik. Maar aan de andere kant besef ik nu pas dat ik mijn moeder met veel zorgen heb opgezadeld. Als haar zussen vroegen waar ik was, kon ze hoogstens zeggen: ‘In China.’ Waar in China, wist ze niet. Wanneer ik naar huis kwam, wist ze ook niet. Ik ben van de strekking: geen nieuws, goed nieuws.”

Bent u ooit in benarde situaties beland?

“Nee. Ik heb van alles uitgestoken, maar ik heb mijn eigen grenzen altijd streng bewaakt. Ik denk zelfs dat ik hier in België ergere dingen heb meegemaakt. Dat ik bij het liften dacht: aan het stoplicht spring ik uit de auto. Ik voelde ­intuïtief aan wat ik moest doen en wat niet. Ik wist ook altijd de juiste mensen rondom mij te verzamelen. Als ik daar nu aan terugdenk, is dat nog altijd de grote rijkdom in mijn leven.

“Door te reizen heb ik heel veel geleerd over mezelf. Dat ik goed alleen kan zijn, bijvoorbeeld, en dat ik mijn plan kan trekken. Ik heb die tijd gekocht om op zoek te gaan naar mezelf en mijn talenten.”

Wat is de essentie van Pascale Naessens?

“Ik heb ruimte nodig, fysiek en mentaal. Ik denk dat dat het voordeel van de duidelijkheid heeft, zowel naar andere mensen toe als naar mezelf. Ik moet altijd het gevoel hebben dat ik op ieder moment kan opstappen.”

U houdt altijd één oog op de uitgang gericht?

“Dat is overdreven, maar ik moet het gevoel hebben dat ik op elk moment weg kan. Ook in mijn relatie. Ik moet weten dat ik, als er ooit een probleem is, kan vertrekken. Maar dat impliceert dat Paul en ik iedere dag expliciet kiezen voor elkaar. Daarom zijn wij ook zo ontzettend goed samen. We hebben beiden ons leven en we respecteren elkaars keuzes en vrijheid.”

Zelfs in uw keuze voor hem heeft u zich your own woman getoond, want niet alle reacties waren even laaiend toen uw relatie bekend raakte.

“Ik heb het geluk dat ik een grote liefde heb in mijn leven. Dat wist ik niet op voorhand, dat is ook iets wat je overkomt. Maar ik heb natuurlijk wel de keuze gemaakt om door te zetten, ook al was dat niet naar de zin van sommige mensen. Maar als je altijd het veilige advies volgt, kom je nergens.”

Angst is een slechte raadgever?

“Absoluut. Maar ik moet zeggen dat ik weinig angst ken. Ik vind angst zelfs triggerend. Ook toen ik in Hongkong van het vliegtuig stapte, won mijn nieuwsgierigheid het van de angst. Koppig in het leven staan is negatief, maar het mag af en toe toch? Geregeld komt de rebel in mij naar boven, die ‘foert’ denkt. Zo heb ik het altijd gedaan, en dat heeft mij ver gebracht. (lachje) Al ben ik ook vaak met mijn kop tegen de muur gelopen.”

Wanneer?

“Ik zou het eigenlijk niet weten, ik bedoel dat symbolisch. Iedereen maakt dat mee, maar da’s ook niet erg want je leert daarvan. Maar ik vind het ontzettend belangrijk om mijn eigen keuzes te maken, tenslotte hebben we alleen maar dít leven. Je hoort soms over mensen die bij elkaar blijven voor de kinderen. (bedenkt zich) Enfin, dat kan ik nog begrijpen, ook al heb ik er zelf geen. Maar sommige mensen blijven bij elkaar vanwege het huis dat ze samen hebben gekocht: dat is toch ontzettend jammer?”

‘De job als fotomodel gaf me de kans het leven te leiden dat ik wilde: vrijgevochten. Ik heb in Parijs, Milaan en Madrid gewoond, heb dingen gedaan die ik nu niet meer zou durven.’Beeld Charlie De Keersmaecker

U heeft zelf geen kinderen: ook weer met het oog op een maximale vrijheid?

“Mensen zoeken daar altijd van alles achter, maar er zit geen filosofie achter. Ik heb er gewoon niet veel over nagedacht, het zat er gewoon niet in. Maar ’t is waar wat je zegt: als ik nu kinderen had, had ik andere keuzes moeten maken. Maar dat is het verhaal van mijn leven: alles vloeit en groeit, organisch. Ik ben heel erg gericht op het nu. Wat wil ik nu? De vraag waar ik over twee jaar sta, beangstigt mij. Wie weet ben ik er dan niet meer.”

Is het ooit een optie geweest dat u ook in het familiebedrijf zou stappen?

“Voor mij niet, maar voor mijn ouders wel. Het idee was dat ik de boekhouding zou doen. Zie je mij al bezig? Daar hebben we intussen al hartelijk om gelachen.”

U heeft wel de entrepreneurial spirit geërfd van uw vader: u bent ondernemer.

“Veel mensen zeggen dat. Het klopt in de zin dat ik veel ideeën heb en daar dan ook iets mee doe. Maar als echte ondernemers mij vragen wat mijn businessplan is, dan moet ik ze ontgoochelen: dat heb ik niet. Mijn businessplan zit in mijn buik. Ik wil gewoon fijn samenwerken met boeiende mensen en kijk dan pas: ‘Hoe doen we het financiële plaatje kloppen?’”

U houdt zich niet bezig met de zakelijke kant?

“Ik laat mij bijstaan door Paul, maar ik laat mij zeker niet rollen.”

U staat op uw strepen?

“Ja, en ik weet ook wat er binnenkomt en wat er buitengaat. Als de rekening niet klopt, moet ik er maar mee stoppen.”

Door uw bekendheid bent u vaste klant op websites à la derijkstebelgen.be en weten we tot op de euro hoeveel er op die rekening staat.

“Eén: die bedragen kloppen niet, ze gooien er met hun klak naar. Twee: het klopt dat ik aardig wat centen verdien, maar ik neem ook mijn verantwoordelijkheid. Ik geef graag iets ­terug. Ik ben blij dat ik belastingen kan betalen, en dat ik niet aan de andere kant sta. Tijdens de lockdown heb ik geen enkele premie aangevraagd, ik heb toen verlies ­geleden. Ik draag bij aan de economie, door mij hebben mensen werk en dat geeft mij een heel fijn gevoel. Ik verdien nu goed mijn boterham en kan dat geld uitgeven. Als ik straks doodga, kan ik toch niks meenemen: ik hoop dat het dan allemaal op is.”

De NV Naessens heeft de laatste jaren duchtig gediversificeerd. Naast uw bestsellers over gezonde voeding en aardewerk brengt u ook lampen, geuren, vazen en meubels aan de man. Loopt er een rode draad door uw assortiment?

“Ik zeg altijd dat ik mij graag omring met mooie mensen en mooie objecten, om te ontsnappen aan de banaliteit van dit leven. Neem nu de tafel waar ik aan zit. Die heb ik zelf ontworpen, samen met een fantastisch team van creatievelingen. Maar ik doe niet eender wat. Ik krijg elke dag wel een vraag: kun je geen reclame maken voor onze wijn, olijfolie, sokken of brillen? Maar ik heb nog nooit reclame gemaakt voor iets wat al bestaat. Waarom zou ik dat doen? In mijn positie hoef ik het niet meer voor het geld te doen.”

Jaagt u de idylle na?

“Ik streef naar schoonheid, wie naar de idylle streeft, wordt ongelukkig. Maar ik hecht erg veel belang aan harmonie en schoonheid, er is al te veel chaos in het leven. Dat geeft mijn leven zin.”

Het woord ‘puurheid’ valt geregeld als u in de buurt bent. Maar is dat wel iets wat we moeten nastreven?

“Het woord is intussen omstreden, maar ik gebruik het nog altijd graag. Met ‘puurheid’ bedoel ik: de essentie die ­ontdaan is van alle franjes. Ik zoek dat niet alleen in mijn eten, maar ook in gesprekken en vriendschappen. Dat is mijn way of life.”

Zuiverheid heeft een donkere keerzijde en kan escaleren: in religie en ook bij de antivaxbeweging speelden bijzondere opvattingen over zuiverheid mee.

“Ik kan daar geen inhoudelijk antwoord op geven, want zo denk ik niet. Bij mij gaat het over schoonheid, het maakt mij bijzonder gelukkig om mijn mijn huis in te richten met mooie objecten van pure materialen. Daar kan ik geld aan uitgeven, en ook aan eten en beleving. Als mensen bij mij komen eten, moeten ze rijkelijkheid voelen.”

Tot slot: ik hoorde u op de radio tot mijn grote verrukking zeggen dat u verslingerd bent aan het oeuvre van Chavela Vargas, de ongekroonde koningin van de ranchera, het Mexicaanse levenslied en welbegrepen het tegendeel van puurheid.

“Chavela… Dat is ruwheid.”

Ze rookte als een Turk en zoop als een Zwitser en werd toch een pak in de negentig.

“We weten er het fijne niet van, maar haar verslavingen hadden wellicht te maken met haar geaardheid, waar ze mee worstelde. Ze zou een relatie gehad hebben met Frida Kahlo. Maar ik hou ontzettend van haar teksten en van haar doorrookte, ruwe stem. Jacques Brel, ook een van mijn favorieten, is een beetje een vergelijkbare figuur. Ik mag dan wel bezig zijn met gezonde voeding, maar soms denk ik: gelukkig zijn er ook mensen als zij. Ik vind dat iedereen uit de bocht mag gaan, op welke manier dan ook. Maar ik zou het niet kunnen, ik heb mijn gezonde levensstijl nodig om te kunnen functioneren.”

Pascale Naessens is immuun voor overdaad ?

“Net niet, ik sta heel gulzig in het leven. Ik zou mij heel snel kunnen verliezen, zoals veel mensen, in geraffineerde voeding, misschien nog sneller. Maar dan kom ik niet uit de zetel. Dan zou deze tafel hier niet staan en dan zou ik geen televisieprogramma gemaakt kunnen hebben. Daarom bewaak ik die grens heel erg streng.”

‘De schaal van Pascale’, vanaf 6 september om 20.35 uur op VTM