©  via REUTERS

Doel van offensief in Cherson: niet territorium herwinnen, wel Russische logistiek lamleggen

Soldaten hesen zondag de Oekraïense vlag in een dorp in de regio. Maar verder is het stil rond het groots aangekondigde Oekraïense offensief in het zuidelijke Cherson. Het vordert ook aan een slakkengang. Omdat het terugwinnen van territorium niet de eerste betrachting is van Kyiv is, suggereert nieuwe informatie. Wel het “systematisch knagen” aan de Russische militaire capaciteit.

Jesse Van Regenmortel

“Vysokopillya. Regio Cherson. Oekraïne. Vandaag.” Dat schreef Kyrylo Tymoshenko, een naaste medewerker van Volodymyr Zelensky, zondag bij een foto die hij postte op Facebook. Op die foto: drie Oekraïense soldaten die hun geel-blauwe vlag hijsen op een dak in het dorp. Als de Oekraïners inderdaad Vysokopillya veroverd hebben, hebben ze duidelijk terreinwinst geboekt in het offensief dat ze eind augustus luid aankondigden. Een offensief in het zuiden van het land, in het bijzonder rond de fel bevochten stad Cherson.

Kyiv sprak toen meteen van grote doorbraken. “Als ze willen overleven, is het tijd voor de Russische soldaten om te vluchten”, zei president Volodymyr Zelensky. De Russen zegden het tegenovergestelde. “Het offensief van de tegenstander is uitgelopen op een totale mislukking”, schreef voormalig FSB-officier Igor Girkin op Telegram. Sindsdien was er vooral radiostilte rond Cherson. En weinig informatie over het verloop van de gevechten. Uit de weinige informatie die er kwam - veelal van Russische bloggers - viel af te leiden dat het Oekraïense leger er effectief in slaagde om op te rukken. Al ging het maar om enkele kilometers en al werden ze zwaar gehinderd door Russisch artillerievuur.

“Het is een erg traag proces”, zo was midden vorige week aangestipt door presidentieel adviseur Oleksiy Arestovych, met iets meer realiteitszin dan Zelensky. “Omdat wij mensen waarderen, omdat we willen dat zo veel mogelijk Oekraïeners terug naar huis komen. Er zal geen snel succes zijn, omdat snel succes altijd veel bloed betekent.”

Blijven knagen

Maar er leek meer aan de hand. Volgens het Amerikaanse Institute for the Study of War (ISW) is het Oekraïense offensief er niet in de eerste plaats op gericht om snel grote delen territorium te herwinnen. Diezelfde Arestovych zei zaterdag in de Wall Street Journal dat het doel van het offensief is om “te blijven knagen aan Poetins leger”. Ofwel, in de analyse van ISW: “het traag en systematisch blootleggen van het Russische logistieke bevoorradingssysteem en het vernietigen met artillerievuur en precisiebombardementen”. Russische militaire bloggers rapporteren gevechten in de provincie Cherson en op sociale media circuleren beelden van Oekraïense bombardementen. Maar de trage voortgang van het offensief en de Oekraïense radiostilte errond kunnen erop wijzen dat de eigenlijke strategie inderdaad die is van de logistieke vernietiging.

Het zou een extra reden zijn voor demoralisering bij de Russische troepen. Een andere en belangrijke reden is hun betaling, of het gebrek daaraan, zegt het Britse ministerie van Defensie, dat voor de goede orde ferm aan de Oekraïense kant staat. “Russische troepen blijven problemen hebben met hun moreel en discipline”, schrijven de Britten in hun inlichtingenupdate van zondag. “Bovenop oorlogsmoeheid en het hoge aantal slachtoffers, is een van de grote grieven van de Russische soldaten het probleem van hun uitbetaling.”

Gevechtsbonussen

“In het Russische leger bestaat het inkomen van soldaten uit een bescheiden kernsalaris, uitgebreid met een complexe verscheidenheid aan bonussen en toelagen. In Oekraïne zijn er hoogstwaarschijnlijk grote problemen met de uitbetaling van gevechtsbonussen. Dat komt wellicht door inefficiënte militaire bureaucratie, de ongewone juridische status van de ‘speciale militaire operatie’ en regelrechte corruptie onder commandanten. Het Russische leger heeft consequent gefaald in het voorzien van basisvoorzieningen voor hun troepen in Oekraïne, zoals gepaste uniformen, wapens en rantsoenen, maar dus ook lonen. Dat draagt haast zeker bij tot het fragiele moreel van de troepenmacht.”