Syrische leger dringt rebellen verder terug in Aleppo
Aleppo is sinds juli 2012 in twee verdeeld: de westelijke wijken zijn in handen van het regime en de oostelijke wijken worden gecontroleerd worden door rebellen. Sinds 17 juli heeft het leger het offensief op die oostelijke wijken hervat.
Een van de rebellengroepen in Aleppo is het Fatah Al Sham Front, dat voor de afscheuring van Al Qaeda nog Al Nusra heette. Het Syrische leger krijgt dan weer steun van de Russische luchtmacht en van strijders van de Libanese Hezbollah-militie.
Intussen waarschuwt UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties, dat veel kinderen in Aleppo vastzitten tussen de strijdende partijen in de stad. Kinderen vormen zowat een derde van de 300.000 inwoners die geblokkeerd zitten in de belegerde wijken van Aleppo. Ze proberen beschutting te vinden in moskeeën, universiteitsgebouwen en openbare parken.
Enkele tientallen ngo's klagen aan dat de zogenoemde humanitaire corridors die door het Syrische regime zijn ingesteld absoluut onvoldoende zijn. Dergelijke corridors moeten burgers Aleppo een veilige uittocht uit de belegerde stad bieden, maar blijkbaar zijn tot nu toe maar enkele tientallen families op die manier veilig kunnen ontkomen. De VN dringt al langer aan op een staakt-het-vuren om humanitaire redenen in Aleppo.
Ziekenhuis aangevallen
Volgens de ngo Dokters van de Wereld is in Deraa, in het zuiden van Syrië, weer een ziekenhuis gebombardeerd. Het gebouw is geraakt door luchtaanvallen en kan niet meer worden gebruikt. In het ziekenhuis werden naar verluidt zowat 3.000 patiënten per maand behandeld.
"Tijdens de aanval vielen 21 gewonden en 9 doden, waaronder 2 hulpverleners. Gezien de kritieke toestand van een aantal van de gewonden, wordt gevreesd dat het dodenaantal nog zal oplopen", meldt Dokters van de Wereld.
Vorige week werd in de noordelijke provincie Idlib nog een kraamkliniek gebombardeerd. Ziekenhuizen bombarderen wordt beschouwd als een oorlogsmisdaad.