Direct naar artikelinhoud
InterviewDarmspecialist Danny De Looze

‘Als je darmkanker wilt vermijden door geen rood vlees te eten, moet je dat je hele leven doen’: alles wat u nog niet wist over uw darmen

Danny De Looze: ‘De uitspraak ‘Aje moe kakk’n, moeje kakk’n!’, daar zit zeer veel waarheid in.’Beeld Geert Van de Velde

De darm was lange tijd niet het meest sexy inwendige orgaan. Dat is echter veranderd: in de dikke darm bevindt zich namelijk een enorme verzameling bacteriën, het microbioom, waarvan men vermoedt dat ze een enorme impact hebben op onze gezondheid. Het heeft geleid tot een explosie aan onderzoek naar de darm, boeiende nieuwe inzichten en wilde speculaties, en de hoop dat de ontrafeling van het microbioom een revolutie zal betekenen voor de voedingswetenschap en de geneeskunde in het algemeen. Niet dat we de stemming willen drukken, maar bij al die opwinding zouden we bijna vergeten dat de darmen ook veel ellende veroorzaken, én de slijmerige zetel van een van de meest voorkomende kankers zijn.

De deskundige hopman op onze endoscopische trektocht door de onderbuik is professor Danny De Looze (61), gastro-enteroloog aan het UZ Gent, en naast zijn verschijning in de allereerste Topdokters-reeks vooral bekend als de man die zijn volk – al dan niet van dichtbij – de stoelgangtransplantatie leerde kennen.

Danny De Looze: “Veel mensen denken dat de vertering in de maag gebeurt, maar daar wordt voedsel alleen met vocht vermengd en gekneed, zodat het volume verkleint. De dunne darm, die meteen na de maag komt, breekt het voedsel in kleine bestanddelen af. Die darm is 4 à 5 meter lang en heeft een doorsnede van een paar centimeter. Hij bestaat uit drie delen: de twaalfvingerige darm, de nuchtere darm en de kronkeldarm.”

“In de dunne darm wordt het voedsel vermengd met verteringssappen of -eiwitten uit de alvleesklier en galzouten uit de lever. De eiwitten uit de pancreas verteren het voedsel, en de galzouten zijn nodig om vetten te kunnen opnemen. Koolhydraten, hoofdzakelijk zetmeel dat in onder andere aardappelen, brood en pasta zit, worden afgebroken tot glucose die onze darm kan opslorpen. Vetten worden dan weer afgebroken tot vetzuren. En eiwitten, die onder meer in vlees en vis zitten, worden in aminozuren omgezet. Zo wordt het goedje uit de maag een dikke soep.”

Om de opname van voedingsstoffen via de darmwand zo optimaal mogelijk te maken, heeft de dunne darm een heel bijzondere structuur.

De Looze: “Hij zit vol plooien. De in- en uitstulpingen noemen we de darmvlokken. Die zijn bekleed met nog kleinere vlokken, die op hun beurt een laagje met honderden kleine tentakels bevatten. Op de vlokken zitten cellen die voedingsstoffen opnemen, en door de structuur van de darm is er een maximaal contact tussen die cellen en de voedingsbrij. Als je de dunne darm volledig zou uitvouwen, krijg je een oppervlakte van 200 vierkante meter. Dat is even groot als een tennisveld.”

“Alle voedingsstoffen komen via de darmwand in de bloedbaan terecht, en de bloedvaten van het maag-darmstelsel lopen naar de lever, waar een eerste filtering plaatsvindt. Vanuit de lever worden de stoffen vervolgens naar de plaatsen in het lichaam getransporteerd waar ze nodig zijn.”

Wij hebben 4 à 5 meter dunne darm, maar daar zouden we best een paar meter van kunnen missen. Om te kunnen functioneren hebben we naar verluidt maar 2 meter dunne darm nodig.

De Looze: “Als we bij een operatie een stuk darm moeten wegnemen, is er meestal geen groot probleem, zolang we niet meer dan 1 meter verwijderen. Dan kun je wel een snellere darmtransit hebben en sneller diarree krijgen. Neem je meer weg, dan zul je ook vermageren, omdat er minder contact met voedsel is en er minder wordt opgenomen. Het hele principe van de vermageringschirurgie is daarop gebaseerd.”

Waarna we bij de dikke darm aanbelanden.

De Looze: “Die is ongeveer 1 meter lang. De overgang tussen de dunne en dikke darm zit rechtsonder in je buik. Ze zijn niet rechtstreeks op elkaar aangesloten: de dunne darm is via een soort T-splitsing met de dikke darm verbonden. De paar centimeter dikke darm naast die splitsing noemen we de blindedarm – wat overigens niet hetzelfde is als de appendix, al worden die benamingen vaak door elkaar gebruikt. Tussen de dikke en de dunne darm zit een klep die ervoor zorgt dat de inhoud van de dikke darm niet terug in de dunne darm loopt.”

De dikke darm maakt van de waterige substantie weer vaste stoelgang, door zoveel mogelijk water en zouten op te nemen.

De Looze: “Bij iedereen komt er aan de klep rechts onderaan dagelijks gemiddeld twee liter vloeistof aan. Dat zijn de verteringssappen, onverteerde voedingsmiddelen en het slijm dat door de darm wordt geproduceerd, zodat de stoelgang kan voortbewegen. De dikke darm onttrekt het water, en het resultaat is een ingedikte brij. Hoe langer die erin zit, hoe meer hij uitdroogt, en hoe harder de stoelgang wordt. Bij iemand met een snelle transit is het net omgekeerd: dan is er niet genoeg tijd om vocht te onttrekken en krijg je zachtere of zelfs vloeibare stoelgang.”

“De dikke darm heeft nog een tweede belangrijke functie. Er zitten triljoenen bacteriën in, de darmflora. Alles wat de dunne darm niet kan verteren, pakken de bacteriën aan via vergisting. Dat is een rottingsproces, waarbij gas ontstaat. Waarom laat je winden als je bonen hebt gegeten? In bonen zit veel resistent zetmeel. Dat wordt niet in de dunne darm afgebroken, maar in de dikke darm vergist, met winderigheid, gerommel en een opgeblazen gevoel in de onderbuik als gevolg.”

‘Als je darmkanker wilt vermijden door geen rood vlees te eten, moet je dat je hele leven doen’: alles wat u nog niet wist over uw darmen
Beeld Getty Images

Nog een verschil is dat de dunne darm los in het lichaam zit en zeer beweeglijk is, terwijl de dikke darm stevig verankerd zit. Kan de dunne darm zodanig verdraaid raken dat er problemen van komen?

De Looze: “Niet spontaan, maar wel als iemand in de buik geopereerd is, en littekens of vergroeiingen heeft waar de darm rond kan draaien.”

De darm moet ook de stoelgang vooruitduwen. Hoe gebeurt dat juist?

De Looze: “De darmwand bestaat uit slijmvlies, met daarrond twee spierlagen: kringspieren en lange spieren. De kringspieren knijpen de darm dicht, zodat de inhoud naar beneden wordt geduwd, de lange spieren verkorten de darm, en zo ontstaat de peristaltiek, de knijpende beweging van de darm.”

Is er een verschil in transittijd tussen mannen en vrouwen?

De Looze: “Van mond tot anus doet voedsel er 36 uur over. Dat geldt zowel voor mannen als vrouwen. Vrouwen zijn wel vaker verstopt, mogelijk omdat ze meer uitstelgedrag vertonen. Veel mensen voelen ’s morgens de aandrang om naar het toilet te gaan. En je kent de uitspraak: ‘Aje moe kakk’n, moeje kakk’n!’ Daar zit zeer veel waarheid in. Als je de ontlasting uitstelt, verdwijnt de drang. Op het werk komt het er ook niet van, en als je uiteindelijk moet gaan, is de stoelgang een dag lang blijven zitten en veel harder geworden, waardoor het niet meer zo vlot gaat.”

Vrouwen zouden ook vaker dan mannen last hebben van wat onze noorderburen poepschaamte noemen. Uit onderzoek blijkt dat 59 procent van de vrouwen tussen 18 en 29 jaar op het werk geen grote boodschap wil doen.

De Looze: “We weten in ieder geval dat ze meer geconstipeerd zijn dan mannen zolang ze beroepsactief zijn. Ze zijn ’s ochtends dikwijls druk in de weer met de kinderen, het ontbijt… En dan schiet het er vaak bij in. Vanaf pakweg 60 jaar verdwijnt het verschil.”

GELDKLOPPERIJ

U raakte het al even aan: in de darmen zit ook het microbioom, het geheel van bacteriën, schimmels en virussen waar de laatste jaren zoveel om te doen is.

De Looze: “In het hele maag-darmkanaal zitten zo’n honderd triljoen micro-organismen. Het grootste deel zit echter in de dikke darm. De bacteriën wegen samen anderhalve kilo. Dat mag je van je gewicht aftrekken, want die organismen behoren strikt genomen niet tot ons lichaam: ze zijn alleen te gast bij ons.”

De bacteriën zijn in de eerste plaats belangrijk voor de vertering van onder meer vezels.

De Looze: “Klopt. Daarbij komen vetzuren zoals boterzuur, mierenzuur en azijnzuur vrij. Boterzuur is een energiebron voor de dikke darm en beschermt ook tegen darmkanker. Veel vezels eten helpt om darmkanker te voorkomen. Daarnaast produceren de darmbacteriën ook vitamines, zoals vitamine B12 en vitamine K. Ze hebben ook een invloed op het immuniteitssysteem van de darmen. Je mag niet vergeten: de darm is een rechtstreekse verbinding met de buitenwereld. Behalve de darm is in het lichaam alles steriel. Het is een uniek systeem: de darm is relatief dun, en toch slaagt het immuunsysteem erin kiemen buiten te houden.”

“Het evenwicht tussen de verschillende soorten bacteriën kan wel verstoord raken. Dat kan tot ontstekingen leiden die auto-immuunprocessen (waarbij afweerstoffen eigen lichaamsweefsel aanvallen, red.) uitlokken.”

We weten ook dat sommige darmbacteriën stoffen produceren die een invloed hebben op ons gedrag, onze eetlust en stemming. Onderzoekers van de KU Leuven ontdekten dat in de darm van mensen met een depressie net die bacteriesoorten ontbraken. Wetenschappers linken het zelfs aan angststoornissen, schizofrenie, dementie en alzheimer.

De Looze: “Dat is de vraag van de kip of het ei. Iemand met een depressie neemt misschien al jaren medicatie, eet anders dan u en ik… Dat heeft een invloed op de samenstelling van de darmflora. Hetzelfde bij mensen met obesitas en diabetes. Het is zeer lastig te bepalen wat oorzaak en gevolg is.”

Waar men het wel over eens lijkt, is dat we maar beter een divers microbioom hebben, met zoveel mogelijk verschillende bacteriën. En dat hebben we via onze voeding zelf in de hand.

De Looze: “Hoe diverser het microbioom, hoe beter. Dat weten we omdat mensen met zware darmziekten een zeer schrale darmflora hebben. Door voeding kunnen we onze bacteriën beïnvloeden. Met snel verteerbare suikers zijn ze niks, want die nemen we via de dunne darm op en die raken niet tot in de dikke darm. De beste voeding voor de bacteriën zijn vezels, die in volle granen en groenten zitten. De bacteriën krijgen dan meer te eten en zullen zich meer vermenigvuldigen. Vaak wordt ook gefermenteerde voeding aanbevolen, maar de studies daarover overtuigen mij niet.”

Als we u zo horen, heeft het voorlopig niet veel nut om ons microbioom in kaart te laten brengen?

De Looze: “Veel laboratoria doen dat voor 300 tot 600 euro, maar dat is geldklopperij. Die data zijn totaal onbetrouwbaar en erg beperkt. Een microbioomonderzoek is alleen nuttig in studies waarbij je mensen lang opvolgt, hen dingen wel of niet laat eten, en dan op verschillende tijdstippen de samenstelling van de darmflora checkt. Dan kun je gegevens vergelijken en een evolutie zien. Anders is het een momentopname zonder nut.”

Farmabedrijven werken wel aan bacteriële medicijnen op basis van uit stoelgang geïsoleerde combinaties bacteriën. Zo hoopt men middelen te ontwikkelen tegen onder meer parkinson, diabetes type 2 en darmaandoeningen. Ziet u daar heil in?

De Looze: “We weten dat stoelgangtransplantatie soms een duidelijk effect heeft. Wij hebben daar zelf veel onderzoek naar gedaan. We hebben bijvoorbeeld stoelgangtransplantatie bij patiënten met prikkelbaredarmsyndroom onderzocht: 56 procent van de deelnemers zei na drie maanden dat ze zich duidelijk beter voelden. In de controlegroep die een placebo kreeg, was dat 26 procent. Na een jaar bleek 80 procent echter te hervallen. Het gunstige effect is dus kortstondig. Omdat je patiënten niet regelmatig een transplantatie kunt geven, zou die groep voor een behandeling met pillen in aanmerking kunnen komen.”

“Pillen zijn sowieso de toekomst. Je weet wat erin zit, wat bij een stoelgangtransplantatie niet het geval is.”

U bent bekend geworden met de behandeling van clostridium difficile, een ernstige darminfectie, met stoelgangtransplantatie. Dat is vooralsnog de enige erkende en ook bewezen therapie.

De Looze: “Klopt. We doen het alleen als de klassieke antibiotica niet helpen, maar ze is met een succes van 90 procent ongelofelijk efficiënt. Het verschil met andere aandoeningen is dat bij clostridium difficile één kiem de dikke darm overneemt. Door miljoenen bacteriën in te brengen, wordt die schadelijke bacterie onderdrukt en verdwijnen de klachten.”

Op Design Fest Gent was een tijd geleden The Greater Gut te zien, een installatie van wetenschapskunstenaar Matthijs De Block. Ze bestond uit een reactor met daarin een levende cultuur van een darmbacterie die door wetenschappers van de UGent genetisch gemanipuleerd was om het gelukshormoon serotonine te produceren. De vrij nieuwe wetenschapstak van de synthetische biologie houdt zich bezig met de aanpassing van bacteriën en andere micro-organismen.

De Looze: “In de farmasector worden al heel wat geneesmiddelen door bacteriën gemaakt. Ze klonen bacteriën, waardoor die bepaalde stoffen produceren. De technologie is dus niet nieuw, maar het is wel interessant om een darmbacterie serotonine te laten aanmaken. Antidepressiva maken dat serotonine minder snel wordt afgebroken. Zo’n bacterie kan een alternatief zijn voor antidepressiva.”

In de toekomst zouden we onze darmbacteriën mogelijk zelf medicatie kunnen laten maken?

De Looze: “Het zal niet met alle soorten lukken, maar als bacteriën of virussen de mechanismen hebben om dat soort eiwitten te maken, kun je ze via genetische manipulatie laten produceren wat je wilt.”

GESPANNEN BUIK

De zenuwcellen in de darmen worden het tweede brein genoemd. De darmwand zou vijfhonderd miljoen zenuwcellen bevatten, evenveel als de hersenen van een kat.

De Looze: “De werking van het maag-darmkanaal – het samentrekken van de darm, het opnemen en afbreken van voedingsstoffen, de bloedtoevoer… – wordt geregeld door het zogenaamde enterische zenuwstelsel, een groot netwerk van zenuwcellen. Er is ook interactie met het centrale zenuwstelsel. Iedereen kent het: als we stress hebben, moeten we naar het toilet. Omgekeerd gaan er vanuit de darmen signalen naar de hersenen. De cellen in de darmwand produceren voorts neurotransmitters, stofjes die via het zenuwstelsel in de hersenen belanden en daar allerlei effecten kunnen hebben.”

Het zenuwstel in de darmen, ook het buikbrein genoemd, zou een rol spelen bij het ontstaan van darmaandoeningen, maar ook van depressie, autisme, schizofrenie en de ziekte van Parkinson. We weten bovendien dat het microbioom en het buikbrein met elkaar communiceren.

De Looze: “Ik ben ervan overtuigd dat de interactie tussen het zenuwstelsel in de darmen en het microbioom een belangrijke rol speelt, maar de realiteit is dat er vandaag nog altijd veel meer vragen dan antwoorden zijn.”

Waarmee we vanzelf bij de darmaandoeningen zijn beland. Eén van de meest voorkomende is het prikkelbaredarmsyndroom of PDS.

De Looze: “15 à 20 procent van de bevolking heeft er last van. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, en vooral bij jonge mensen. De ongemakken in de buik verdwijnen doorgaans als je naar het toilet bent geweest, maar kunnen ook verergeren. PDS gaat gepaard met wisselingen in de stoelgang. De ene keer heb je diarree, dan weer constipatie. Mensen kunnen ook een gespannen buik hebben, of naar het toilet moeten spurten wanneer de stoelgang zich aandient. Dat kunnen ook de symptomen van darmkanker zijn, maar die patiënten zijn meestal wat ouder.”

Kennen we de oorzaak van PDS?

De Looze: “De darm is vanbinnen ongevoelig. Als de darm wordt uitgerokken, krijg je echter wel pijnprikkels naar de hersenen. Mensen met PDS hebben veel sneller pijn als hun darm wordt uitgerokken. Nu, hoe meer onverteerbare vezels je eet, hoe meer vergisting door de darmflora er is en hoe meer de darm uitrekt, met pijn als resultaat.”

“Bij één op drie patiënten is het begonnen na een zeer zware diarree of voedselvergiftiging. Klassiek is het verhaal van mensen die op vakantie in Turkije of Egypte diarree hebben gehad en later een opgeblazen gevoel kregen. Dat noemen we het postinfectieuze prikkelbaredarmsyndroom: er gaan constant prikkels vanuit de darmen naar de hersenen. De hersenen denken dat het misschien die infectie van zoveel jaar geleden is, en sturen daarom een waarschuwing in de vorm van pijn.”

“Er is geen behandeling voor PDS. We kunnen alleen de symptomen bestrijden. Ik leg altijd de nadruk op voeding en geef het advies minder vergistbaar voedsel te eten. Kikkererwten, havermoutzemelen, linzen en donker brood zijn zeer gezond, behalve als je PDS hebt. Ook op het werk kan PDS een probleem zijn, omdat patiënten door de vergisting veel wind produceren. Mensen houden hun winden vaak de hele dag op, en dan krijgen ze natuurlijk pijn in de buik.”

Een andere frequente darmaandoening is coeliakie, uit te spreken als seuliakie.

De Looze: “Eén op de tweehonderd mensen lijdt eraan, en dat is wellicht een onderschatting. Coeliakie is een auto-immuunziekte waarbij gluten de vorming van antistoffen tegen de eigen darmcellen uitlokken. Gluten zijn eiwitten die in granen als tarwe, rogge, gerst en spelt zitten. Door coeliakie wordt de darm zeer dun. De darmvlokken worden heel klein, waardoor we nog 100 van de 200 vierkante meter darm overhouden. Daardoor worden minder voedingsstoffen opgenomen.”

“Als patiënten een glutenvrij dieet volgen, kan de darm genezen en verdwijnen de klachten. Dat dieet moeten ze wel levenslang volhouden. Eén van de risico’s is dat ze anders tekorten van calcium en vitamine D krijgen. Dat is vooral voor vrouwen een probleem, omdat die na de menopauze sowieso al een grotere kans hebben op botontkalking. Bij coeliakiepatiënten zien we soms vroegtijdige botontkalking.”

'De bacteriën in de darmen wegen anderhalve kilo. Dat mag je van je gewicht aftrekken, want die behoren strikt genomen niet tot ons lichaam.'Beeld Geert Van de Velde

Glutenvrije voeding is ook een commercieel handeltje geworden. Veel mensen schijnen namelijk te denken dat die gezond is.

De Looze: “De voedingsindustrie is niet alleen geïnteresseerd in dat halve procentje van de bevolking met de aandoening, en wakkert de hype gretig aan. Eén van de bekendste aanhangers bij ons is trouwens koning Filip, die een aantal jaren geleden zei dat hij glutenvrij eet, omdat hij gezond wil leven. Het komt overgewaaid uit de VS, waar William Davis, een cardioloog, een bestseller scoorde met Broodbuik: een boek waarin hij beweerde dat je van gluten hart- en vaatziekten krijgt. Dat is tegengesproken door allerlei studies, maar de geest was uit de fles. Studies hebben ondertussen aangetoond dat mensen die glutenvrij eten voor hun gezondheid helemaal niet minder kans maken op hart- en vaatziekten, en mogelijk zelfs méér.”

“Mensen met PDS die glutenvrij gaan eten, kunnen zich wel beter voelen. Dat heeft niks met de gluten te maken, maar omdat ze dan minder graanvezels eten.”

Iets minder frequent is de ziekte van Crohn, een chronische ontsteking van de darmslijmvliezen.

De Looze: “Die komt bij één op de duizend mensen voor en is ook een auto-immuunziekte: het lichaam vormt antistoffen tegen de darmcellen, waardoor die ontsteken en verzweren. Erfelijkheid speelt een rol, net als het microbioom en allerlei externe factoren. De klachten zijn buikpijn, diarree, koorts, vermagering en soms bloedverlies.”

“De ziekte is niet te genezen, maar we behandelen ze met medicatie die de stofjes onderdrukken die de ontstekingen veroorzaken.”

Een andere chronische darmontsteking is colitis ulcerosa.

De Looze: “Dat is een ontsteking in de dikke darm, ook weer auto-immuun. Voor de behandeling gebruiken we ongeveer dezelfde medicatie. De symptomen zijn diarree, bloed- en slijmverlies en zeer vaak naar het toilet moeten.”

Een paar graden ernstiger is darmkanker.

De Looze: “Eén op de twintig mensen krijgt ooit darmkanker. In België is het bij mannen na prostaat- en longkanker de meest voorkomende kanker. En bij vrouwen de tweede meest frequente, na borstkanker. Hij komt alleen in de dikke darm voor.”

Erfelijkheid speelt een grote rol. Als een ouder, broer of zus darmkanker heeft gehad, loop je tot drie keer zoveel kans om het te krijgen.

De Looze: “Daarom raden we een preventief onderzoek zeer sterk aan. Als je een broer hebt die de diagnose kreeg op zijn 45ste, laten alle eerstegraadsverwanten zich best vanaf hun 35ste screenen. Als het bij je vader is vastgesteld, is het zoals bij alle risicogroepen vanaf 45 jaar. We adviseren dan ook een coloscopie.”

“Darmkanker ontstaat altijd uit een darmpoliep. In een normale darm kunnen cellen ineens beginnen te delen en een goedaardige poliep vormen, een uitstulping van de darmwand in de vorm van een paddenstoel. Zo’n poliep kan een kwaadaardige tumor worden. Dat proces duurt echter tien jaar. Dat is het voordeel van dikkedarmkanker: we hebben de tijd om in te grijpen. De kans op poliepen neemt ook toe met de leeftijd: vanaf de leeftijd van 50 jaar heeft 25 procent van de bevolking darmpoliepen.”

Er is veel discussie over het verband tussen de consumptie van rood en bewerkt vlees en darmkanker. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert om de consumptie van rood en bewerkt vlees te beperken, andere stemmen zeggen dat er weinig tot geen bewijs is. Hoe zit het nu?

De Looze: “Dat vezels goed zijn en rood vlees slecht is, komt uit studies waarbij grote bevolkingsgroepen werden vergeleken. Daaruit bleek dat darmkanker bij de Amerikaanse en West-Europese bevolking, die hetzelfde voedingspatroon hebben, veel meer voorkomt dan bij Afrikanen. Het lijkt dan logisch om dat verschil aan voeding toe te schrijven, maar keihard bewijs is er niet. Een andere factor is obesitas. Mensen met zwaarlijvigheid hebben een significant hogere kans om darmkanker te krijgen.”

“Als je darmkanker wilt vermijden door geen rood vlees te eten, moet je dat wel je hele leven doen. Als 50-plussers plots zouden stoppen met rood vlees te eten, hebben ze niet de garantie dat ze geen darmkanker krijgen.”

Darmkanker wordt vaak gevreesd, maar als men er tijdig bij is en de kanker is niet te zeer uitgezaaid, dan is de kans op genezing groot.

De Looze: “Het genezingspercentage ligt op 60 procent. Als er uitzaaiingen zijn in de klieren, de lever of elders, zijn de vooruitzichten wel minder goed. Vroeger wisten we: een patiënt met darmkanker met uitzaaiingen in de lever heeft nog zes maanden. Er was namelijk geen enkele therapie. Vandaag leven die patiënten nog twee tot vijf jaar, en soms zelfs langer, omdat er voor dat soort kankers zeer goede chemotherapie is ontwikkeld.”

In Vlaanderen worden alle mannen en vrouwen van 50 tot en met 74 jaar elke twee jaar uitgenodigd om een stoelgangtest te doen. De bedoeling is bloedverlies op te sporen, omdat dat op poliepen kan wijzen.

De Looze: “Het bevolkingsonderzoek geldt alleen voor mensen die geen klachten hebben of erfelijk risico lopen. Als je klachten hebt, moet je naar de dokter, en die kan beslissen om een coloscopie te doen.”

“Als de stoelgangtest positief is, wil dat zeggen dat er microscopisch bloed is gevonden. Mensen krijgen dan het advies een coloscopie te laten doen. De kans dat we een poliep vinden, is 30 à 40 procent. Bij ongeveer 55 procent van de positieven is er niks aan de hand en gaat het meestal om bloed afkomstig van aambeien, en ongeveer 5 procent heeft darmkanker. Uit de cijfers van 2017 weten we ook dat we door die screening veel meer kankers in een vroeg stadium vinden.”

SAPJESKUUR

We hadden het er al even over: de blindedarm en de appendix worden vaak door elkaar gehaald.

De Looze: “De blindedarm is de blind eindigende zak van de dikke darm. De appendix is een 5 tot 10 centimeter lang, worstachtig aanhangsel daarvan. Dat kan, meestal bij jonge mensen, ontstoken raken. Dat is dan een appendicitis. We weten niet zeker hoe zo’n ontsteking ontstaat, maar de hypothese is dat er wat stoelgang in de appendix is geraakt, zodat hij verstopt. De behandeling is in de regel een operatie, waarbij het aanhangsel wordt verwijderd.”

Wat is een darmobstructie?

De Looze: “Dan is er geen passage meer in de darm en kan er niks meer door. Het is iets heel anders dan een verstopping. Bij oudere patiënten kan het de eerste uiting van darmkanker zijn. Als het in de dunne darm is, is het meestal door een verknoping van de darm. Dat zijn de twee meest courante oorzaken.”

Men heeft het ook weleens over darmkolieken of koliekpijnen. Wat is er dan aan de hand?

De Looze: “Wij gebruiken de term vooral bij obstructie. Hogerop trekt de darm dan krachtig samen om voorbij die obstructie te raken. Die hevige krampen zijn kolieken. Het kan ook het gevolg zijn van PDS of diarree.”

'Een darmspoeling is afzetterij. Zoiets kost algauw 100 à 150 euro: ik vind dat veel geld om eens naar de wc te gaan.'Beeld Geert Van de Velde

Blijkbaar lopen ook nogal wat mensen rond met chronische diarree.

De Looze: “Je hebt verschillende types diarree. Als ze het gevolg is van een aandoening van de dunne darm, bijvoorbeeld coeliakie, gaat het meestal om vrij grote volumes en heb je ook tekorten van bepaalde voedingsstoffen. Vettige diarree kan wijzen op een probleem van de pancreas. Als die te weinig enzymen afscheidt, is er geen goede vetvertering. Dat is meestal ook een volumineuze, plakkerige diarree. Bij de grote meerderheid gaat het om colondiarree. Het zijn geen grote volumes, maar het is wel vloeibare stoelgang, dikwijls met urgentie. Als men voelt dat men moet gaan, moet men ook metéén gaan, en vaak.”

“Ook geneesmiddelen kunnen diarree geven, net als sommige voeding: suikervrije frisdranken, bijvoorbeeld, bevatten kunstmatige zoetstoffen die vocht aantrekken. Ik heb ooit een patiënt gehad die de hele dag kauwgom zonder suiker kauwde: daarin zit de synthetische zoetstof sorbitol, en die geeft ook diarree.”

“Mensen met PDS raad ik vezels aan die niet vergistbaar zijn, zoals psylliumzaad, ook bekend als vlozaad. Die vezels zwellen, zodat de stoelgang iets vaster wordt. Chronische diarree kan ook veroorzaakt worden door parasieten of wormen, maar dat komt niet zo vaak voor.”

Wat kunnen we doen om het microbioom gezond houden?

De Looze: “Gevarieerd eten, met voldoende vezels. Vermijd dus suikers die snel worden opgenomen. Daar hebben je bacteriën niks aan. Vezels hebben wel gasvorming als vervelend neveneffect.”

Omdat die een nefaste invloed hebben op de darmbacteriën, zijn we ook beter zuinig met antibiotica. En nemen we ook best alleen de medicijnen die we écht nodig hebben.

De Looze: “Er worden heel veel antibiotica gebruikt die overbodig zijn. Zeker bij jonge kinderen moet men daar echt mee opletten.”

Nogal wat mensen ‘ontgiften’ af en toe hun darmen met allerhande sapjeskuren of spoelingen.

De Looze: “Kleine kinderen of dametjes van 80 zou ik het niet aanraden, maar voor mensen met een goede gezondheid kan het geen kwaad. Ik denk niet dat het zeer zinvol is. Je eet een week heel weinig en dat is goed, omdat we veel meer eten dan we nodig hebben, maar eigenlijk zou je beter permanent minder eten, anders krijg je een jojo-effect. Een darmspoeling is dan weer afzetterij. Zoiets kost algauw 100 à 150 euro: ik vind dat veel geld om eens naar de wc te gaan.” (lacht)

Danny De Looze, Lactose, gluten en co., Borgerhoff & Lamberigts, 208 pagina’s, € 23,99

SAPJESKUUR
Beeld rv

© HUMO