Direct naar artikelinhoud
NieuwsMoord

Na de doden in Oostrozebeke: waarom insuline het ‘bijna perfecte moordwapen’ is, en hoe je je ertegen kan wapenen

Opnieuw zijn bewoners van een rusthuis omgebracht met insuline.Beeld © Eric de Mildt

In een West-Vlaams woon-zorgcentrum zijn drie bewoners overleden na een overdosis insuline. Het is niet voor het eerst dat bejaarden op die manier om het leven worden gebracht. Van de ‘diaken des doods’ tot zuster Godfrieda, telkens kozen ze voor het ‘bijna-perfecte moordwapen’.

Het is een van de meest omvangrijke en ondoorgrondelijke moorddossiers van de laatste jaren. Uit onderzoek van VTM Nieuws en Het Laatste Nieuws blijkt dat een onbekende dader tijdens de coronacrisis drie bejaarden doodde en daarnaast minstens vier moordpogingen ondernam op bewoners van een rusthuis in het West-Vlaamse Oostrozebeke.

Tussen juli 2020 en augustus 2021 gaf de dader meerdere bewoners insuline, terwijl geen van hen daar nood aan had. Maandenlang voelden speurders personeel aan de tand, voerden ze huiszoekingen uit en ondervroegen ze familie en nabestaanden, maar voorlopig is nog geen verdachte aangehouden.

Het is lang niet de eerste keer dat insuline als moordwapen gebruikt wordt. In de eerste plaats kennen we insuline als een hormoon dat het lichaam zelf aanmaakt. Het zorgt ervoor dat glucose (suiker) opgenomen wordt in de lichaamscellen, waar die als energiebron wordt gebruikt. Mensen met diabetes hebben een tekort, waardoor ze regelmatig insuline moeten inspuiten.

Eerste moord in 1957

Het was de Canadees Leonard Thompson die in 1922 als allereerste een insuline-injectie toegediend kreeg. De behandeling betekende dat de diagnose diabetes (type 1) niet langer een doodsvonnis was. Maar gaandeweg leerden mensen dat het middel ook voor andere doeleinden gebruikt kan worden. Als iemand te veel insuline toegediend krijgt, daalt de suikerspiegel in het bloed te snel. In het beste geval leidt dat tot misselijkheid. Verzwakte patiënten kunnen hartritmestoornissen krijgen, in coma belanden of zelfs sterven.

De eerste geregistreerde moord met insuline dateert uit 1957, 35 jaar na de eerste insuline-injectie. Sindsdien zijn er wereldwijd geregeld gevallen waarbij insuline als moordwapen misbruikt wordt, met name bij oudere mensen.

In 1974 haalde zuster Godfrieda de wereldpers als ‘Zuster Insuline’. Als verpleegster in het OCMW-ziekenhuis van Wetteren gaf ze meerdere rusthuisbewoners een overdosis. De toenmalige directie hield de zaak jarenlang in de doofpot. Uiteindelijk bekende ze drie moorden, al werd ze aan een dertigtal overlijdens gelinkt.

Uit de geschiedenis van insulinemoorden blijkt dat de daders vaak kind aan huis zijn in de zorginrichting.Beeld Wouter Van Vooren

Ook berucht is de zaak van Ivo Poppe, die in 2018 veroordeeld werd tot 27 jaar cel voor de moorden op zijn moeder, schoonvader, twee grootooms en een patiënte. De ‘diaken des doods’ biechtte op dat hij daarnaast als verpleger in het Sint-Jorisziekenhuis in Menen minstens tien mensen ‘actief geëuthanaseerd’ had, onder meer met insuline. Hij hield zelf altijd vol dat hij dat deed om hen uit hun lijden te verlossen, maar daarbij respecteerde hij het zelfbeschikkingsrecht van de patiënten niet. Hij gaf zelf toe dat de slachtoffers niet om die euthanasie hadden gevraagd.

En in 2010 kreeg Kurt Dobbelaere levenslang voor de insulinemoord op vier bewoners van het Gentse woon-zorgcentrum waar hij als verpleger werkte. Hij hield lange tijd vol dat hij de moorden had gepleegd omdat de stem van zijn overleden moeder hem dat opdroeg. Bij de start van het assisenproces trok hij die verklaringen echter in en gaf hij zijn schuld toe.

‘Bijna perfect’

Ook in het buitenland zijn tal van voorbeelden van insulinemoorden op ouderen te vinden. Het middel staat dan ook bekend als het ‘bijna perfecte’ moordwapen. Omdat veel oudere mensen met diabetes kampen, is het goedje doorgaans rijkelijk aanwezig in woon-zorgcentra. Bovendien is er - afgezien van een prikgaatje - weinig te zien aan de patiënt bij een insulinemoord. Als er geen verdachte omstandigheden zijn, kan het overlijden passeren als een normaal heengaan door ouderdom.

Uit de geschiedenis van insulinemoorden blijkt bovendien dat de daders vaak kind aan huis zijn in de zorginrichting. Het gros van de daders blijken verplegers, artsen, animatoren of stagiairs. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Ghislain D., de animator die in 2005 toegaf dat hij een bewoonster van 84 van rusthuis Vondelhof in Vlaams-Brabant om het leven bracht “om haar uit haar lijden te verlossen”.

Medicatiebeleid

Niet zelden komt een onderzoek op gang als meerdere bewoners last krijgen van een onverklaarbare hypoaanval, een snelle daling van de suikerspiegel in het bloed. Zeker als er daarna prikgaatjes gevonden worden bij patiënten die normaal geen insuline krijgen, zouden de alarmbellen moeten afgaan.

“Ook een goed medicatiebeleid is cruciaal om dit tegen te gaan”, zegt Margot Cloet van Zorgnet-Icuro, een koepel van zorginstellingen. Sinds enkele jaren worden medicijnen zoals diabetes per dosis afgeleverd en centraal beheerd. Elke dosis die toegediend wordt, wordt in principe elektronisch geregistreerd, waardoor doses niet zomaar ongemerkt kunnen verdwijnen. “Volgens de wet mogen bovendien alleen verpleegkundigen geneesmiddelen als insuline toedienen, tenzij de patiënt zijn eigen medicatie beheert. Dat gebeurt heel uitzonderlijk en alleen in samenspraak met de huisarts.”

Is de insuline in Oostrozebeke toch in verkeerde handen beland? Zit een zorgverlener achter de feiten? Daar hebben we voorlopig het raden naar. Al zijn dat niet de voornaamste vragen waarmee de nabestaanden zitten. “Ik zou natuurlijk willen weten wie het gedaan heeft. Maar vooral waarom”, zegt Lindsay Monteyne (45), die haar grootmoeder verloor, bij VTM Nieuws.