Direct naar artikelinhoud
InterviewPaul De Grauwe

Paul De Grauwe over de historische renteverhoging van de ECB: ‘Banken zullen spaarrente moeten verhogen’

Paul De Grauwe.Beeld Damon De Backer

Met de grootste renteverhoging in meer dan twintig jaar toont de Europese Centrale Bank dat ze de strijd tegen inflatie serieus neemt. Tegelijk wordt de kans op een recessie en op problemen voor zuiderse landen weer wat groter. ‘Als die landen in een crisis zouden belanden, heeft dat nadelige gevolgen voor heel de Europese Unie’, waarschuwt econoom Paul De Grauwe van de London School of Economics.

De Europese Centrale bank schakelt een versnelling hoger om de inflatie te bestrijden. In juli verhoogde ze de rente al voor het eerst in elf jaar met 50 basispunten, nu trekt ze de rente verder op met 75 basispunten. Dat is de grootste renteverhoging sinds de invoering van de euro in 1999. Door die verhoging wordt lenen duurder voor bedrijven en burgers, worden investeringen uitgesteld en daalt de vraag. Dat zou de economie moeten afkoelen, al voegde ECB-voorzitter Christine Lagarde er gelijk aan toe dat de centrale bank van plan is de rente in de komende maanden verder te verhogen.

De geloofwaardigheid van de ECB als inflatiebestrijder stond op het spel, zeiden analisten voor de bekendmaking. Laat de ECB nu zien dat ze die taak serieus neemt?

De Grauwe: “Dat is inderdaad het geval. Het eerste statuut van de ECB schrijft voor dat ze prijsstabiliteit moet behouden, en dat probeert ze met deze renteverhoging te doen. Tegelijk moet de ECB er natuurlijk voor zorgen dat ze de economie niet verder de dieperik in stuurt. Dat is de moeilijke tweestrijd op dit moment.”

Komen we met de renteverhoging niet in een recessie terecht? Of een combinatie van recessie en hoge inflatie, de zogenaamde stagflatie?

“Dat is altijd koffiedik kijken, maar dat risico is er zeker. Dat zou natuurlijk een slechte zaak zijn, want dat betekent dat de productie achteruitgaat, dat bedrijven over de kop kunnen gaan en dat de werkloosheid kan toenemen. Dat is ook negatief voor de begroting van de overheid, en die moet al veel uitgeven om de burgers te beschermen. Als ook de inflatie hoog blijft, zoals de ECB voorspelt, dan krijg je inderdaad met stagflatie te maken. Het probleem is dat de inflatie voor een groot stuk afhangt van de energieprijzen, en daar heeft de ECB geen invloed op.”

Hoe gaan we deze renteverhoging voelen. Gaat geld lenen, bijvoorbeeld voor een woning, nu duurder worden?

“Dat zal niet onmiddellijk zijn. Voor kredieten speelt niet de kortetermijnrente maar de langetermijnrente een rol. Daar zit natuurlijk wel een verband tussen: de langetermijnrente is de verwachting van hoe de verschillende kortetermijnrentes er in de toekomst gaan uitzien. De voorbije maanden is de langetermijnrente in België dus al gestegen naar 2,2 procent.

“Wel zal deze renteverhoging zich iets sneller laten voelen op de kredietvoet van de kortermijnleningen (bijvoorbeeld voor de afbetaling van een auto, JL). Daar zullen we zeker tegen eind dit jaar de impact van voelen.”

Zullen banken hierdoor ook hun spaarrente verhogen?

“Dat verwacht ik toch. Ik heb al kritiek geuit dat de banken dit al eerder hadden moeten doen. De winsten van banken stijgen, maar toch spreken ze onderling af om de spaarrentes voorlopig niet te verhogen. Dat kunnen ze nu eenmaal doen omdat ze een kartel vormen en er weinig concurrentie is.”

Volgens veel economen is de Europese Centrale Bank te laat in gang geschoten om de inflatie tegen te gaan. De Amerikaanse centrale bank heeft de rente bijvoorbeeld al veel meer opgetrokken.

“Dat klopt, maar de ECB heeft dan ook een bijkomstig probleem dat de Amerikaanse centrale bank niet heeft. Elke centrale bank zit gewrongen in een tweestrijd tussen enerzijds inflatie beteugelen en anderzijds een recessie proberen te vermijden. Maar daarnaast moet de ECB waken over de stabiliteit in heel de eurozone. Want als je de rente te hoog laat oplopen, riskeer je dat we een aantal zuiderse landen in een situatie van crisis brengen, zoals dat een aantal jaar geleden het geval was.”

Daarvoor heeft de centrale bank het Transmission Protection Instrument (TPI), dat al te grote renteverschillen binnen de EU zou helpen tegengaan.

“Ja, met dit instrument kan de ECB obligaties opkopen van bijvoorbeeld Italië als de rente daar te hoog oploopt, om te vermijden dat analisten tegen dat land beginnen te speculeren. Maar dat doet natuurlijk de liquiditeit weer toenemen, dus dat kan dan weer een nefaste invloed hebben op de inflatiebestrijding.”

ECB-voorzitter Christine Lagarde.Beeld ANP / EPA

Onder analisten kreeg het TPI al de bijnaam ‘To Protect Italy’. Deelt u de kritiek dat de ECB te ver gaat om de zuiderse landen te beschermen?

“Ik denk dat de ECB niet anders kan. Een muntunie zoals de EU is nu eenmaal een fragiel gegeven, en het is ook de taak van de ECB om te vermijden dat bepaalde landen in crisis belanden. Je kunt landen als Italië of Spanje toch niet zomaar wegtoveren? Bovendien, als die landen in een crisis zouden belanden, heeft dat nadelige gevolgen voor heel de Europese Unie. Dat moeten we echt zien te vermijden.”

Hoe evalueert u Christine Lagarde, die in 2019 vrij onverwacht ECB-voorzitter werd?

“Ik denk dat we de rol van de voorzitter op de beslissingen van de ECB niet moeten overschatten. De voorzitter moet vooral een consensus zien te bereiken tussen de zogenaamde haviken en duiven in het bestuur. (Voor haviken primeert inflatie bestrijden, duiven willen vooral de economie stimuleren, JL.) Dat is een moeilijke job, maar tot nu toe heeft ze dat goed gedaan. Dat de ECB er nu voor kiest om de rente zo fors te verhogen, toont aan dat de consensus binnen de ECB gegroeid is dat de prioriteit op inflatiebestrijding moet liggen. En dat kan ik helemaal volgen.”