Direct naar artikelinhoud
InterviewMichiel Hendryckx

Fotograaf Michiel Hendryckx leert u om trager en aandachtiger te leven: ‘Ontsnap af en toe aan de vele prikkels van het moderne leven’

Fotograaf Michiel Hendryckx leert u om trager en aandachtiger te leven: ‘Ontsnap af en toe aan de vele prikkels van het moderne leven’
Beeld Joris Casaer

Oog voor detail hebben, kan je dat leren? En bestaan er manieren om die heerlijke verwondering over de wereld niet te verliezen, ook als je een jaartje ouder wordt? Voor dat soort kwesties is een doorgewinterd fotograaf en reiziger de gedroomde leermeester. Michiel Hendryckx (71) over de heilzame werking van traagheid, verstilling en ‘alleen zijn’ als therapie.

Aan schoonheid geen gebrek in het huis van fotograaf Michiel Hendryckx. Door de hoge ramen in de woonkamer valt de schaduw van de bomen aan de overkant van de straat naar binnen, en verspreid doorheen de ruimte liggen boeken in hoge stapels bijeen. Aan de muren hangt kunst, maar werk uit zijn eigen omvangrijke carrière als persfotograaf ontbreekt.

Hendryckx had me ter voorbereiding van ons gesprek een van zijn fotocolumns, die hij al elf jaar lang voor de krant De Standaard schrijft, doorgestuurd. Met bijzonder veel liefde beschrijft hij daarin de fluweelpootjes — een paddenstoelensoort — die voor zijn voordeur rond een platte kei groeiden. Toch zijn er mensen die aan die overweldigende schoonheid van alledag voorbijgaan. “Dat is het verschil tussen zien, en echt zíén”, vertelt hij nu.

Kan je leren om met meer oog voor detail naar de wereld te kijken?

“Wat een goede manier kan zijn om de schoonheid in het kleine beter te zien, is om eerst goed naar foto’s te leren kijken. Het moeten dan wel goede foto’s zijn, natuurlijk. Koop bijvoorbeeld een fotoboek van Henri Cartier-Bresson, of van Robert Frank, en doe eens de moeite om langer dan vijf seconden naar die beelden te kijken. Vaak zie ik mensen vlug-vlug door zo’n fotoboek bladeren, en na enkele minuten denken ze dat ze alles al gezien hebben. Maar kijk eens wat je nog allemaal kan ontdekken als je je concentreert. Wat gebeurt er allemaal op dat beeld? Tiens, kan je denken: dat huis in de achtergrond, dat moet precies nog eens geschilderd worden. Als je erin slaagt om de details op foto’s wat beter in je op te nemen, kan het zijn dat je die reflex ook meeneemt wanneer je in de echte wereld op stap bent.

“Foto’s zijn een goede manier om te beginnen, omdat de fotograaf al allerlei keuzes voor jou heeft gemaakt. Je kijkt dus naar een soort verteerbare werkelijkheid. Ik propageerde die techniek ook al toen ik nog lesgaf. Bij wijze van test vroeg ik dan aan mijn studenten: hoeveel mensen stonden er afgebeeld op de foto die je net zag? ‘Een stuk of twintig’, hoorde ik dan soms, terwijl er in realiteit acht mensen op die foto stonden. Ja, dan heb je niet goed gekeken. Ooit zag ik iemand door een boek met reproducties van schilderijen van Brueghel bladeren, waar ongelofelijk veel op te zien is, met een vluchtigheid alsof ze bij de kapper een magazine aan het lezen was. (fel) Dan kan je beter niets lezen, hoor.”

Kan het helpen om ook zelf wat vaker met een fototoestel de wereld in te trekken?

“Natuurlijk wel, maar dan zijn we toch al een hele stap verder. Ik ben lang docent geweest aan de Gentse academie, en het is cru om te zeggen, maar een fotografisch oog: je hebt dat of je hebt het niet. Je kan je alle fototechnieken aanleren, maar echt aandachtig naar de wereld kijken, dat is veel moeilijker om bij te brengen. Ik ben beginnen lesgeven op een ongelofelijk idealistische manier, waarbij ik al mijn energie in de zwakkeren wilde stoppen. Wie goed is, vindt zijn weg wel, dacht ik. Maar toen ik er na zeventien jaar wegging, bevond ik me in het compleet ándere kamp. Iedereen was welkom bij mij, ook de minder goede studenten, maar mijn grootste vuur brandde voor de besten onder hen.”

Wat karakteriseert zo’n aandachtig oog dan precies?

“Waar het in essentie om gaat, is een nieuwsgierigheid in de wereld, die heel moeilijk aan te leren valt. Die moet je ontzettend koesteren en voeden. Want details brengen de wereld rondom ons tot leven, en nieuwsgierigheid is daarin onze redding.”

Bestaat het risico niet dat die nieuwsgierigheid wat afvlakt met het ouder worden? Dat je, met andere woorden, wat gewend geraakt aan die alledaagse schoonheid?

“Dat hoor ik weleens, maar daar heb ik zelf nooit last van gehad. Ik denk dat het vooral belangrijk is om op élke leeftijd nieuwe ervaringen te blijven opdoen. Er zijn mensen die daar op een bepaald moment mee ophouden, maar stilstaan is stagneren. Ik reis bijvoorbeeld graag en veel, en ook voor mijn column moet ik wekelijks de wereld in. Dat helpt enorm om het leven thuis met een frisse blik te blijven bekijken. Ook lezen kan de blik waarmee je naar de wereld kijkt verdiepen. Ik ben geabonneerd op drie kranten en probeer zoveel mogelijk informatie op te slokken. In de voormiddag zit ik bijna tot elf uur kranten te lezen. Door alle ervaringen die je opdoet en door alles wat je leest, zie je de wereld om je heen ook telkens in een ander daglicht.

“Ik geef een voorbeeld. Er loopt op dit moment een fototentoonstelling van mij in De Panne, waar ik ben opgegroeid. Ik ken die gemeente dus ongelofelijk goed, en herkende tijdens het fotograferen erg veel elementen uit mijn jeugd. De vorm van een deksteen, de rare brievenbus voor een huis: vijftig jaar later stonden die er allemaal nog steeds, al is er natuurlijk ook wel wat veranderd. Maar toch kijk ik nu anders naar die omgeving, omdat ik de bagage van een gans leven met me meeneem. Ik kan nog steeds met een kinderlijke blik naar de duinen kijken, maar toch lijkt het alsof er een laagje aan is toegevoegd, door alles wat ik in het leven al gezien heb.”

En toch zit er ook een grote verstilling in uw werk. Alsof u vaak ook een gebrék aan prikkels opzoekt. Is dat eveneens belangrijk?

“Zeker wel. Kijk gewoon naar het nieuws dat we vandaag binnenkrijgen, zoals de oorlog en de energiecrisis. Ik vind het enorm belangrijk om mee te blijven, maar je kan niet ontkennen dat er veel op ons afkomt. Er zijn mensen die op den duur een soort eeltlaag voor de wereld ontwikkelen, om er niet door overrompeld te worden. Maar eigenlijk is dat zonde. Beter is om af en toe te ontsnappen aan de vele prikkels van het moderne leven. Ik heb bijvoorbeeld een bescheiden huisje in Noord-Frankrijk, en daar lukt het me beter dan hier om de sluizen dicht te draaien. Ik heb daar wel internet, maar het gaat veel trager dan thuis, wat een goede zaak is. En ik spendeer tijd aan in de tuin werken.

“Maar je kan natuurlijk ook dichter bij huis aan die voortdurende impulsen ontsnappen. Stap bijvoorbeeld eens op de trein naar Oostende, en ga daar wat op het strand wandelen. Zolang je met je rug naar de afgrijselijke bebouwing staat, bevind je je daar ook in een prikkelarm, haast meditatief landschap. Heel wat mensen zeggen dat ze zich gelukkig voelen aan zee, en dat is toch ook omdat je kop daar eens goed kan leeglopen. Wat ook een tip kan zijn — zonder nu heel new age te willen klinken — is om op je rug te gaan liggen, en alleen naar de wolken te kijken. Dat is ook een erg prikkelarme bezigheid.”

Gaat u verveling tegen, of ziet u er ook het nut van in?

“Ik ben een West-Vlaming, en ben opgevoed met het ethos dat vooral werken en dóórdoen belangrijk was. Ergens zit die machine nog steeds in mij, wat ik op zich niet verkeerd vind. Maar verveling kan net heel nuttig zijn, en zou er baat bij hebben om wat meer omarmd te worden. Het kan een enorme motor zijn om je creativiteit weer aan te wakkeren. De tredmolen van constant productief te zijn, moet je af en toe toch ook een halt kunnen toeroepen. Eigenlijk vind ik ‘niksen’ een betere omschrijving van wat ik probeer na te streven. Dat klinkt wat minder negatief.

“De mooiste manier om te niksen is wandelen — niet joggen, want dan wordt het denkproces te veel door adrenaline verstoord. Maar kuieren, en dan rond je heen kijken, vind ik geweldig. De Griekse filosofen kwamen niet voor niets al wandelend tot hun beste ideeën. En het is de manier bij uitstek om de schoonheid die voortdurend rond je aanwezig is echt te appreciëren.”

‘Draai of keer het hoe je wil, je bent d’office alleen op de wereld. Zelfs wanneer je je hoofd in iemands schouder begraaft. Ik geloof dat het belangrijk is om je met dat feit te verzoenen.'Beeld Joris Casaer

Wandel je dan best alleen, of kan het ook in gezelschap?

“Ik zou mensen in het algemeen toch aanraden om wat vaker alleen de wereld in te trekken. Het is natuurlijk heel gezellig om met zijn tweeën te wandelen, en om ondertussen een gesprek te voeren. Maar als je echt verstilling wil opzoeken, dan ga je beter alleen. Omdat je dan verplicht bent om in je gedachten te gaan graven. Je kan niet anders dan in je kop te kruipen.”

Waarom is het zo belangrijk om tijd alleen door te brengen?

“Draai of keer het hoe je wil, we zijn d’office alleen op deze wereld. Het is een wetenschap die mensen niet graag onder ogen komen, maar ik geloof dat het belangrijk is om je wel met dat feit te verzoenen. Zelfs wanneer je je hoofd in iemands schouder begraaft, dan nog blijf je alleen. Ik heb in mijn leven vaak dat alleen-zijn opgezocht, omdat ik het belangrijk vond om me goed te leren voelen bij dat idee.

“Toen ik negendertig was, heb ik een muilezel gekocht en ben ik met dat dier naar Griekenland gewandeld, een reis waar ik destijds het boekje Twee ezels over heb geschreven. Ik ben toen een jaar alleen geweest, en tijdens die reis ben ik mezelf een paar keer serieus tegengekomen. Het alleen-zijn confronteert je met jezelf, en ik geloof dat iedereen daar baat bij heeft.

“Ik zou iedereen trouwens aanraden om eens zo’n sabbatjaar te nemen. Want je kijkt toch anders naar de dingen als je van zo’n reis terugkomt. Ik was als jonge fotograaf heel ambitieus, en zei weleens dat ik de beste fotograaf van België wilde worden. Maar ik ben vele malen nederiger teruggekeerd van die reis. Ik vind mezelf zeker niet slecht, maar de beste fotograaf van België ben ik nu óók weer niet. Je relativeert je eigen leven enorm, hè, tijdens zo’n trektocht.”

Onze wereld is volgebouwd, en via onze telefoons staan we voortdurend in contact met elkaar. Hoe kan je vandaag nog echt alleen zijn?

“Ja, dat is een extra uitdaging. Maar ik geloof dat het absoluut nog steeds mogelijk is, door bijvoorbeeld naar een land te trekken waar je de taal niet machtig bent. Ik heb ooit twee keer voor een lange tijd in een bungalow in Japan gewoond, en daar heb ik me toen écht alleen gevoeld. Ik hou enorm van gezelligheid, maar tijdens die reis heb ik toch een hechtere verstandhouding met mezelf ontwikkeld. Het is niet dat ik tegen mezelf begon te spreken, hoor. Het gaat om écht peilen hoe het met jezelf gesteld is. Ik geloof dat dat moeilijker gaat als je voortdurend omringd bent door prikkels. Dus ja, laat ons maar allemaal wat vaker alleen zijn.

“De meeste mensen gaan veertien dagen stappen, en vinden dat al lang. Maar zij weten nog altijd niet hoe het is om écht te gaan stappen, wat het mentaal met je doet als je zo lang alleen bent, en op een trager ritme leeft. Je komt echt in een volledig andere dynamiek terecht. Ik geloof toch dat je daarvoor wat langer dan twee weken van huis weg moet zijn.”

Kan je ook dichter bij huis alleen zijn?

“Oh, maar natuurlijk. Je kan bijvoorbeeld alleen in het park gaan zitten, of alleen je inkopen doen. En ook in je eigen huis kan je een ruimte creëren waar je ongestoord alleen tijd kan doorbrengen. Ik kom soms koppels tegen die zo vergroeid zijn met elkaar dat ze geen moment meer overhebben voor zichzelf. Terwijl ik niets zo zalig vind als alleen in mijn werkkamer zitten, twee verdiepingen hoog, en weten dat mijn vrouw beneden rondloopt. Dan ben ik alleen, maar toch niet écht op mijn eentje.”

Hebt u tips om bewust te vertragen op momenten dat het leven te snel lijkt te gaan?

“Het is vooral een kwestie van die vertraging op te zoeken. In Frankrijk heb ik bijvoorbeeld een bromfiets van 50cc staan, waarmee ik al tot in de Pyreneeën ben gereden, gans Frankrijk door. Sommige mensen zeggen dan: jij bent zot. Maar als je op zo’n trage manier rondreist, is de euforie wanneer je op je eindbestemming aankomt veel groter, en heb je ook nog eens een pak meer van de wereld gezien.

“Ik heb al gemerkt dat veel mensen een doel nodig hebben om dat soort traagheid echt toe te laten. Ik heb een goede vriend die in Oudenaarde woont, en ik zou dan kunnen zeggen: ik bezoek die met de fiets, of ik rijd er met de brommer naartoe. Je zal zien: onderweg maak je een pak meer mee dan wanneer je er met de auto of met de trein naartoe was gereden.”

Tot slot: welke goede raad gaf u uw studenten vroeger mee voor ze de wereld introkken?

“Er is maar één raad die ik aan jonge mensen geef: leef met je poriën open. Wees nieuwsgierig, en blijf je honger voeden. ‘Deemoed en verwondering’ is niet voor niets al jarenlang mijn leuze, die hier ook in huis omhoog hangt. Deemoed houdt in dat je je niet boven de dingen stelt, en dat vind ik de juiste attitude voor een leerling. En bij uitbreiding: de juiste attitude om in de wereld te staan. Deemoed is de basis voor verwondering, en ik probeer heel mijn leven de attitude van de onbevangen leerling te koesteren. Door niet pedant te zijn, en door af en toe ook eens toe te geven dat ik iets níét weet. Dat creëert een opening die cruciaal is om verwondering toe te laten.”

Drie tips om trager en aandachtiger te gaan leven

1. “Doorbreek de routine. Je kijkt met frissere ogen naar het leven dat je kent wanneer je op tijd en stond afwijkt van het vertrouwde pad.”

2. “Kijk langer en met meer aandacht naar je omgeving. Er gaat veel schoonheid verloren wanneer je dénkt dat je alles al gezien hebt.”

3. “Reis trager. Ga te voet, met de brommer of neem de boemeltrein naar je bestemming. Je zal merken dat je onderweg veel meer van de wereld oppikt.”