Duitsland en Oekraïne: haat-liefde-, lat- of knipperlichtrelatie?

Als gekeken wordt naar de wapenleveringen van westerse partners aan Oekraïne, staat Duitsland ergens bovenaan het lijstje. Toch is er heel wat kritiek op het land, dat zich net terughoudend zou opstellen tegenover verdere donaties aan het land. Ook de regering en experten in Duitsland aarzelen om al te sterke meningen in te nemen rond het conflict.

Duitsland krijgt heel wat commentaar op zijn positie in het Oekraïne-conflict. Zo zou de regering van bondskanselier Olaf Scholz te veel rekening houden met het Russische verhaal, en wil het koste wat kost de Nord Stream-gaspijplijnen – die Russisch gas via de Oostzee naar Duitsland brengen – in de nabije toekomst niet afschrijven.

Tankleveringen geweigerd

Die positie vertaalt zich ook in woorden en daden. Zo weigert Duitsland consequent elke vraag van Oekraïne over het leveren van tanks. In maart vroeg Kiev de Duitse bondskanselier om 88 Leopard 1-tanks en 100 marder-infanteriegevechtsvoertuigen. Die vraag werd echter snel van tafel geveegd.

Enkele andere landen leverden wel: Slovenië doneerde in april enkele M-84’s, de Joegoslavische variant van de T-72-Sovjettank. Ook Polen, het land dat Duitsland fysiek scheidt van Oekraïne, toonde zich erg gul: sinds april is het bezig 230 T-72 tanks en enkele PT-91 Twardy’s (de doorontwikkelde versie van de T-72) te verschepen naar Oekraïne.

Een belangrijk detail daarbij: beide landen doen niet zomaar afstand van hun tanks. Polen sloot een deal met het Verenigd Koninkrijk dat het enkele modernere Challenger 2-tanks zou cadeau doen om de donaties aan Oekraïne op de vangen. Daarnaast zit het Poolse leger momenteel toch in een grote modernisering (het budget wordt van 2,2 procent van het bbp opgetrokken naar maar liefst 5 procent), dus de donatie aan Oekraïne is meteen een gemakkelijke manier om van de oude tanks af te raken.

Ook Slovenië heeft een dergelijke deal uitgewerkt, maar dan met Duitsland: in ruil voor de gedoneerde tanks, krijgt het land Duitse Marder- en Fuchs-pantservoertuigen. Niet helemaal waar Slovenië op hoopte: ook deze toestellen zijn al van gevorderde leeftijd. Bovendien werd de vraag voor moderne Leopard 2-tanks ook weggewuifd.

Geen moderne tanks

De reden dat landen als Slovenië, Polen en Tsjechië wel tanks doneren, is meteen de reden voor Duitsland om eigen tankleveringen uit te sluiten: geen enkel land leverde al moderne, westerse tanks. De bovengenoemde land doneerden allemaal oud Sovjet-tuig, waarover Oekraïne zelf al beschikt en waarvoor het dus over voldoende kennis beschikt om ze te gebruiken. Daarnaast houdt Duitsland, waar Christine Lambrecht de lijnen van het Oekraïne-beleid uitzet als minister van Defensie, vol dat het wel voldoende bijdrage levert om Oekraïne te helpen.

Dat laatste kan moeilijk ontkend worden. Sinds het begin van de invasie kreeg het belegerde land twintig stuks Gepard-luchtafweergeschut, drie M270-raketsystemen, tien Panzerhaubitze 2000-pantserhouwitsers en 54 pantserinfanterievoertuigen cadeau van Duitsland. Daarnaast leverde het land ook lichter geschut zoals luchtdoelraketten of antitankwapens, aangevuld met miljoenen patronen aan munitie voor geweren en bijna 60.000 munitie voor de Gepards en Panzerhaubitzes.

Als gekeken wordt naar de totale som, heeft Duitsland al voor 3,1 miljard euro aan steun geleverd aan Oekraïne. Enkel de VS (44,5 miljard) en het Verenigd Koninkrijk (6,5 miljard) doen beter. Dat blijkt uit cijfers van het Kiel Institute for the World Economy, dat alle donaties aan Oekraïne in grafieken giet.

Baltische top 3

Het is dus te kort door de bocht om te zeggen dat Duitsland Oekraïne niet steunt. Toch kan het altijd beter: als een vergelijking wordt gemaakt met relatieve cijfers, op basis van het percentage van het bbp dat elk land doneert, staat Duitsland maar op de 13e plaats, met 0,082 procent van zijn bbp dat het doneerde. België doet overigens niet veel beter: met een totale waarde van 193 miljoen, omgerekend 0,038 procent van het bbp, prijkt België mee onderaan, op de 21e plaats.

Maar ook voor Duitsland, een van de sterktse economieën van de Europese Unie, is een 13e plaats eigenlijk ondermaats. Zeker aangezien de top drie is samengesteld uit Estland (0,93 procent), Letland (0,9 procent) en Polen (0,61 procent).

De aarzeling van Duitsland om door te pakken en Oekraïne te voorzien van al het legermaterieel dat het zelf kan missen, leidt ook bij de bondgenoten tot heel wat wrevel. “Berlijn’s aarzeling stelt de waarde en de alliantie met Duitsland sterk in vraag”, tekende Der Spiegel op bij Pools premier Mateusz Morawiecki. Die gaf meteen mee dat een hoop andere Europese leiders het met hem een is. Bij militaire analisten heerst een soortgelijk gevoel: nu Oekraïne met twee tegenoffensieven (Kherson en Charkov) de Russen verder terugdringt, kunnen Duitse tankleveringen de doorslag geven en een snel einde maken aan het conflict.

Experten volgen beleid

In Duitsland kampt de terughoudende regering echter niet met veel tegenstand onder de bevolking of het middenveld. Christian Mölling, analist bij de door de staat gesponsorde denktank German Council on Foreign Relations, gaf zijn visie over het Oekraïense tegenoffensief aan ZDF: “Het zal waarschijnlijk niet blijven gaan. De Oekraïners hebben een tekort aan brandstof en munitie.”

Johannes Varwick, politiek wetenschapper en professor, ziet het nog zwarter in: “Hoe ik er naar kijk, verandert het Oekraïense tegenoffensief de big picture niet: Rusland heeft een dominantie en een groter uithoudingsvermogen. Er is geen alternatief voor politieke onderhandelingen.”

Het Duitse beleid, dat door experten als Varwick wordt gevolgd en bevestigd, vloeit voort uit de Neue Ostpolitik in de jaren 70, uitgerold door toenmalig bondskanselier van West-Duitsland Willy Brandt. Die ontspanningspolitiek bepaalde dat de relaties met het toenmalige Oost-Duitsland moesten worden versoepeld: sindsdien neemt Duitsland geen al te felle standpunten in tegen het (communistische) oosten. Ook nu weigert Berlijn zich te hard uit te spreken tegen Rusland.

Scholz belt Poetin

Wel speelt Duitsland een actieve rol in het beëindigen van het conflict. Eerder al trok bondskanselier Scholz, samen met onder meer de Franse president Emmanuel Macron, al naar de Oekraïense hoofdstad Kiev om er president Volodymyr Zelensky te ontmoeten. Tegelijk hield hij echter ook een telefoonlijn open met Vladimir Poetin.

Nu het tij lijkt te keren in Oekraïne en de Russische soldaten niet snel genoeg van het front kunnen wegvluchten, leek het Scholz hét moment om te onderhandelen. In een anderhalf uur durend gesprek met de Russische dictator eiste Scholz dat die al zijn troepen zou terugtrekken uit Oekraïne, en de soevereiniteit en territoriale integriteit van het land zou erkennen. “Anders is een diplomatieke oplossing niet aan de orde”, schrijft de bondskanselier op Twitter. De komende dagen zal uitwijzen of Poetin hier ook gehoor aan geeft.

(bg)

Meer