© BELGA

Dewael: “Gewoon overal geld bijsteken zal niet volstaan”

Het ontbreken van een echte veiligheidscultuur in ons land - en de bijbehorende onderfinanciering van diensten zoals de Staatsveiligheid - heeft belangrijke consequenties gehad op het terrein. Dat zegt Patrick Dewael, voorzitter van de onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart, na goed tien maanden werken. “Maar nu gaan zeggen dat we de problemen zullen oplossen door zomaar overal geld bij te steken, is ook niet juist.”

Sinds haar oprichting heeft de onderzoekscommissie liefst 342 uur vergaderd en 186 mensen gehoord. De symbolische deadline van 22 maart haalt ze niet, maar tegen eind volgende maand wil de commissie wel rond zijn met haar eindverslag. Voorafnames op de aanbevelingen wil Dewael als voorzitter niet doen, maar aan de vooravond van de herdenkingen op 22 maart gaf hij in een gesprek met Belga toch al enkele bedenkingen.

“Als je de machine niet smeert, kan je ook niet verwachten dat je een goed draaiende motor hebt”, stelt Dewael vooreerst vast. “Als men nu niet overtuigd is van het feit dat de Staatsveiligheid kampte - en misschien nog altijd kampt - met een gebrek aan mensen en middelen, dan is men ziende blind. We hebben wat dat betreft geen echte veiligheidscultuur gehad in ons land en ik denk dat zich dat voor een stuk wreekt. Want het is meermaals gebleken dat de Staatsveiligheid dingen niet wist, maar misschien ook gewoon niet kon weten.”

Creativiteit

Ook andere politie- en veiligheidsdiensten smeekten in de onderzoekscommissie om extra middelen. Dewael toont begrip, maar plaatst er wel kanttekeningen bij. Zo kregen politie en Binnenlandse Zaken volgens hem bijvoorbeeld sinds 2003 een kwart meer middelen. “Ze hebben misschien allemaal wat te makkelijk gezegd dat ze meer middelen moeten hebben. Het probleem oplossen vergt iets meer creativiteit”, analyseert de commissievoorzitter. “Nu gewoon gaan zeggen dat we de problemen kunnen oplossen door zomaar overal geld bij te steken, is dus ook niet juist.”

Want op sommige plaatsen zit wel degelijk “zand in de machine”, oordeelt de Dewael. Zelf verwijst hij daarbij meermaals naar de intussen veelbesproken seponering van het dossier over de broers Abdeslam in 2015. Het federaal parket had daarin extra onderzoeksdaden gevraagd - zoals het uitlezen van digitale dragers - maar besliste uiteindelijk nog voor dat gebeurd was te seponeren. En diegene die het initiële proces-verbaal had opgemaakt, “wist intussen van niets”.

“En dan zegt men: ‘Hoe kan het toch dat iemand onder de radar verdwijnt?’ Welja, zo kan dat natuurlijk”, besluit Dewael. “Dat zijn schakels in het systeem die ontbreken. Ze zijn weliswaar niet van die aard om te zeggen dat het hele systeem moet worden omgebogen, maar je ziet wel dat er na verloop van tijd zand in de machine komt. Dat zijn zaken die je niet iemand ten kwade kan duiden, maar die groeien.” Of nog: “Zonder de hele veiligheidsarchitectuur te moeten gaan heruitvinden, moeten we bijsturingen gaan doen.”

Concreet benadrukt Dewael de nood aan een intelligentere manier van informatiedeling - met meer context en zonder zomaar alle diensten te overstelpen met alle mogelijke stukjes en brokjes informatie. Naar analogie van de ‘local task forces’ wil hij ook op een hoger niveau meer structureel operationeel overleg over concrete zaken tussen alle mogelijke betrokken diensten. En er zal zeker door kleine politiezones meer moeten worden samengewerkt “om een antwoord te kunnen bieden op de complexe veiligheidsvraagstukken”.

Voorts moet er volgens Dewael echt werk worden gemaakt van één geïntegreerde databank die door alle diensten gevoed wordt en waar elke dienst “in functie van zekere beveiligingsschakels” kan uithalen wat hij nodig heeft. De Open Vld’er oppert ook een herstructurering van de ondersteuning aan bepaalde diensten die klagen over eenzelfde gebrek aan islamologen en mensen die Arabisch kennen - zoals de DJSOC Terro, de antiterreurdienst DR3 en de Federal Computer Crime Unit. Meer algemeen moet ook worden nagedacht hoe de federale gerechtelijke politie moet worden omgevormd - al dan niet met een eigen recherchecapaciteit voor het federaal parket.

© Dieter Telemans

Jan Jambon

Dewael gaat ervan uit dat zijn commissie “over het grootste gedeelte van de aanbevelingen wel een consensus zal kunnen bereiken”. “Als het natuurlijk gaat om het beoordelen van individuele en ook politieke verantwoordelijkheden, dan zal de discussie altijd wel wat moeilijker zijn”, beseft hij. Bijvoorbeeld over de verbindingsofficier van de politie in Turkije, die door minister Jan Jambon vol in de wind werd gezet. “Hier was het meest duidelijk dat meerderheid en oppositie respectievelijk ‘à charge’ en ‘à décharge’ te werk gingen. Dat was een rollenspel zoals je dat kan verwachten in een situatie van meerderheid versus oppositie”, zo blikt Dewael terug.

Vooringenomenheid

Het stoorde de commissievoorzitter tot slot niet dat er van een zoektocht ‘à décharge’ weinig sprake leek tijdens de hoorzittingen met de imam en de directeur van de Grote Moskee in Brussel. “Ik vond dat de commissie daar goed gewerkt heeft”, aldus Dewael, die opmerkt dat beide getuigen weinig openheid toonden en dat directeur Momenah eerst zelfs “manifest weigerde om te komen getuigen”. “Dan krijg je een soort van vooringenomenheid”, erkent hij. Het verhaal krijgt mogelijk trouwens nog een staartje, indien de beloofde bijkomende informatie niet wordt overgemaakt.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer