Duurzame energie biedt grotere tewerkstelling dan fossiele brandstoffen; lonen moeten nog inhaalbeweging maken

Duurzame energie biedt nu meer werkgelegenheid dan de sector van de fossiele brandstoffen. Maar bij de inkomens van de werknemers moet nog altijd een belangrijke inhaalbeweging worden gerealiseerd. Dat blijkt uit een rapport van het International Energy Agency (IEA).

De groeiende tewerkstelling in de sector van de duurzame bronnen maakt volgens het internationale energiebureau duidelijk welke impact de inspanningen voor de aanpak van de klimaatverandering op de wereldwijde arbeidsmarkt hebben.

Emissiebeperkingen

Volgens het rapport moet het herstel van de tewerkstelling in de sector na de pandemie worden gelinkt aan de introductie van emissiebeperkende technologieën, zoals de productie van elektrische voertuigen, de isolatie van gebouwen en projecten rond windenergie en zonnekracht.

Duurzame activiteiten, die volgens de bepalingen van het energiebureau ook nucleaire bronnen omvatten, vertegenwoordigen nu naar schatting meer dan de helft van de 65 miljoen arbeidsplaatsen die de wereldwijde energiesector – Rusland en het Midden-Oosten niet meegerekend – inmiddels telt. 

Het internationale energiebureau werpt anderzijds op dat de hoge energieprijzen, waaronder de tarieven voor fossiele brandstoffen, de werkgelegenheid hebben doen toenemen. Die impact werd vooral gevoeld bij de infrastructuur voor vloeibaar aardgas. Door de oorlog in Oekraïne zoeken veel Europese landen immers naar alternatieven voor hun vroegere Russische gasvoorziening.

Het energiebureau merkte anderzijds op dat de lonen in de sector voor duurzame energie nog altijd achterblijven tegenover de salarissen die op de markt voor fossiele brandstoffen aan de werknemers worden uitgekeerd.

Fossiele brandstoffen worden immers gekenmerkt door een grotere syndicale activiteit, terwijl die sector ook meer functies met een grotere risicofactor – waarbij hogere lonen voor een compensatie moeten zorgen – omvat. Een uitzondering is de nucleaire sector, waar de superieure lonen een weerspiegeling vormen van de hogeropgeleide arbeidsprofielen die er kunnen worden geïdentificeerd.

Diversiteit

“Landen over de hele wereld reageren op de huidige crisis met inspanningen om de groei van de industrieën met duurzame bronnen van eigen bodem te versnellen”, beklemtoont Fatih Birol, directeur van het internationaal energiebureau. “De regio’s die deze stap maken, zullen de tewerkstelling in de energiesector sterk zien toenemen.”

Birol dringt er bij bedrijven, vakbonden en overheden op aan ervoor te zorgen dat projecten rond duurzame energie hoogwaardige werkgelegenheid bieden en een divers personeelsbestand aantrekken. “Vrouwen zijn tot nu toe aanzienlijk ondervertegenwoordigd in de energiesector, die als geheel goed is voor ongeveer 2 procent van de wereldwijde beroepsbevolking”, werpt Birol op.

Het internationale energiebureau voegt eraan toe dat werknemers uit de industrie van de fossiele brandstoffen de mogelijkheid moeten krijgen om zich om te scholen voor de nieuwe functies die in de duurzame energiesector worden gevraagd.

Het rapport merkt op dat tegen het einde van dit decennium duurzame energie tot 14 miljoen nieuwe banen zou kunnen creëren. Nog eens 16 miljoen werknemers zouden binnen de brede energiesector de overstap naar duurzame bronnen maken.

(fjc)

Meer