Direct naar artikelinhoud
InterviewSven Vanthourenhout en Tom Boonen

‘Hoe Evenepoel Luik won, lijkt mij de manier waarop hij wereldkampioen kan worden’

Bondscoach Sven Vanthourenhout en analist Tom Boonen in Antwerpen.Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

Tom Boonen reed elf WK’s en won er één. Sven Vanthourenhout reed geen enkel WK op de weg en toch is hij nu bondscoach. ‘Quinten Hermans is mijn dark horse.’

Tom Boonen (41) en Sven Vanthourenhout (41) zijn generatiegenoten en waren ooit ploegmaats bij QuickStep. De klik van toen herleeft in een Antwerps restaurant. “Profiteer er maar van, Sven. Dit ga je in Australië niet op jouw bord krijgen.”

Vanthourenhout: “Je zou verschieten. Op voorspraak van Wout van Aert heeft Jumbo-Visma een voedingsdeskundige mee gestuurd. Die maakt lekkere menu’s.”

Boonen: “Luxe! Dat was in mijn tijd geen waar bij de bond. Het op punt stellen van voeding is de grootste verbetering sinds ik in 2017 ben gestopt. Ik moest zelf kiezen wat en hoeveel ik at. Meestal gigantische porties.”

Vanthourenhout: “Johan Museeuw zei mij onlangs: eten afwegen, dat houden ze geen tien jaar vol. Ik denk het wel. Ze moeten gewoon het menu van de ploeg volgen en ze staan op hun perfecte gewicht.”

Boonen: “Nu snap ik waarom Van Aert altijd top is wanneer het moet. Bij ons wat dat gissen en hopen dat het goed kwam. Als je drie kilogram te zwaar stond had je pech.”

De ‘goede’ oude tijd.

Boonen: “Op mijn eerste WK’s bestond de selectie nog uit twaalf renners. Je had toen altijd een kamp-Lotto en een kamp-QuickStep. Dat was hard tegen hard. Mijn laatste WK’s waren wel plezant, de groep hing aan elkaar.”

Hoe is de sfeer nu in de WK-selectie?

Vanthourenhout: “Prima. Vorige week maandag heb ik iedereen samengebracht via Zoom. Niet evident. Evenepoel zat in de Vuelta, Van Aert in Canada en Hermans op hoogte in Italië. Toch wilden ze er alle acht tijd voor maken. Ze hebben er zin in. En zeg nu zelf, zo’n WK in Australië is toch speciaal.”

Boonen: “Zeker wanneer je met twee kleppers ginder bent. Het zijn wel twee karakters."

Vanthourenhout: “Ik kan zeggen wat ik wil, maar zij moeten overeenkomen.”

Boonen: “Het is wel meer open dan vroeger. Toen werd er ook gelachen aan tafel, maar Museeuw en Van Petegem probeerden achter de rug toch hun eigen agenda door te duwen. Je moest op je hoede zijn. Nu ligt alles op tafel. Vorig jaar na het WK is het serieus ontploft, maar intussen is dat bijgelegd.”

Wout van Aert en Remco Evenepoel maken zich klaar voor een trainingsritje in Wollongong.Beeld Photo News

U hebt op WK’s ook een systeem van twee kopmannen meegemaakt met Philippe Gilbert of Greg Van Avermaet. Niet evident, toch?

Boonen: “Zeker niet. Zelfs toen ik in 2005 wereldkampioen werd was dat niet de meest homogene ploeg, ook al beweren anderen van wel. De jaren nadien, toen Gilbert en ik de kopmannen waren, was dat wel compatibel. Ik moest volgen, hij mocht aanvallen. Kwam alles terug bij elkaar, dan deed ik de sprint.”

Zijn Van Aert en Evenepoel compatibel?

Vanthourenhout: “Ze kunnen elk op hun eigen manier winnen.”

Vorig jaar koos u voor één kopman. Waarom nu twee?

Vanthourenhout: “Vorig jaar was Van Aert de meest vooruitgeschoven man, daarachter kwam Jasper Stuyven. Tijdens de koers kregen ze evenveel bescherming. Stel dat op twintig kilometer van de streep een groep van acht met daarbij Stuyven was weggereden, dan gingen we dat laten gebeuren. Alleen is dat nooit zo uitgesproken. Een fout. Dit jaar is een ander verhaal. Evenepoel is een wereldcoureur geworden en kan topkoersen winnen. Dan is het logisch dat je kiest voor twee kopmannen.”

Stel, een elitegroep van twaalf met Van Aert en Evenepoel als enige Belgen begint aan de slotronde. Wat doet u dan?

Vanthourenhout: “Ik zal Evenepoel niet op kop zetten om tempo te rijden met Van Aert in het wiel. Na een koers van 260 kilometer ga je niet zomaar naar de streep met Mathieu van der Poel.”

Boonen: “Van Aert is niet de snelste ter wereld en heeft al een paar keer op zijn doos gekregen in de sprint. Op dat moment moet je zoveel mogelijk opties openhouden, zodat de concurrentie niet weet welke Belg ze in de gaten moeten houden. Je kunt zo de koers verliezen, maar ook met twee verschillende pionnen winnen. Het lijkt mij slim om pas zo laat mogelijk voor de sprint te kiezen.”

Vanthourenhout: “Evenepoel moet niet wachten tot de slotronde. Als hij wil winnen, moet hij solo wegrijden. Hoe hij Luik won, dat lijkt mij de manier waarop hij wereldkampioen kan worden. Alleen heeft hij nu niet diezelfde voorbereiding. Zal hij in de wegrit 100 procent zijn?”

Boonen: “Het wordt een dag van alles of niets. Hij wordt het grote vraagteken. Zo’n grote ronde doet rare dingen met een lichaam.”

U spreekt uit ervaring.

Boonen: “Neen. Ik reed de Vuelta puur in functie van het WK. Ik koos mijn dagen uit en reed voorts zoveel mogelijk op economie. Evenepoel moest in de Vuelta elke dag vol aan de bak. Hij zal de voorbije week geschrokken zijn: wat is dat hier? Voor Evenepoel is dit WK bijzaak.”

Geldt dat ook voor de tijdrit?

Vanthourenhout: “Evenepoel heeft van in het begin een punt gemaakt van de tijdrit. Maar ik houd er rekening mee dat de Vuelta te veel energie heeft gekost.”

Stel, Evenepoel wordt vijfde in de tijdrit. Wat gebeurt er dan?

Sven: “Dat zou een ontgoocheling zijn. Maar hij kan daar beter mee om dan een jaar geleden.”

Boonen: “In zijn eerste jaar had hij een enorme faalangst. Na die Vuelta-zege zal hij dat kunnen relativeren.”

De vaste wegkapitein Tiesj Benoot is er niet bij. Hoe gaat u dat voelen?

Vanthourenhout: “Benoot is onvervangbaar. In de rol die hij nu bij Jumbo-Visma vervult is hij de beste ter wereld. In de koers doet hij meer dan van hem wordt gevraagd en ook aan tafel voert hij het woord. Het cement van de ploeg.”

Wie wordt nu uw wegkapitein?

Vanthourenhout: “Niet één persoon. Met Van Aert, Stuyven en Lampaert heb ik een trio dat op dezelfde manier nadenkt en snel kan schakelen. Van Aert is een leidersfiguur, Stuyven heeft een zekere intelligentie en Lampaert is iemand die nooit twijfelt.”

Boonen: “Yves Lampaert mist zelden de goede vlucht.”

In de selectie zitten drie debutanten. Stuyven is met vier WK’s de meest ervaren pion. Dat is weinig.

Vanthourenhout: “Ik maak mij daar geen zorgen over. Voor Quinten Hermans is dit nieuw, maar hij zal zich volledig smijten. Bij Nathan Van Hooydonck en Stan Dewulf is dat niet anders. Pieter Serry was er al bij in Imola. Hij vond dat toen zo’n eer, het was alsof er een nieuweling aan tafel zat.”

Boonen: “Serry is altijd enthousiast. Hermans is mijn dark horse. Niemand praat over hem. Hij heeft zich in de schaduw kunnen voorbereiden en beschikt over een sterke sprint. Een winnaarstype. Als Hermans op twee ronden van het einde in een groep van acht man verzeild geraakt, hou je dan maar vast.”

Vanthourenhout: “Hermans kan wereldkampioen worden.”

Boonen: “Op elk WK heb je op anderhalf uur van de streep een moment waarop een groep wordt gevormd die tot op het einde kan wegblijven. Vaak gebeurt dat niet omdat één land niet wil meerijden, maar dit parcours leent zich daar wel toe. Het is ook een verre verplaatsing. Daarom blijft Mads Pedersen thuis en staat een topland als Denemarken zonder favoriet aan de start. Die willen koersen, het geknipte scenario voor Hermans. Om dezelfde reden schuif ik Dylan van Baarle naar voren. Hij heeft ook een neus voor zulke situaties.”

Vanthourenhout: “Vergeet Van der Poel niet. Hij won Geraardsbergen en Izegem ondanks hij ’s ochtends al twee uur had getraind. De dag voordien had hij vijf uur op de fiets gezeten. Het waren geen topkoersen, maar het was ook niet tegen pannenkoeken.”

De bondscoach verkent het tijdritparcours met Evenepoel.Beeld Photo News

Dylan Teuns won dit jaar met de Waalse Pijl een topkoers, maar die hebt u niet eens geselecteerd.

Boonen: “Dat vond ik ook een vreemde keuze.”

Vanthourenhout: “Ik vind Teuns een topcoureur. In elk ander land hoort hij thuis op het WK. Maar ik heb niet gekozen voor de beste acht individuele renners, wel voor de beste ploeg van acht renners.”

Boonen: “Het moet klikken tussen de renners. Iemand meenemen op basis van zijn uitslagen maar die eigenlijk niet in het plaatje past is als olie op water. Dat deint uit.”

Vanthourenhout: “Ik laat nog goede renners thuis, zelfs iemand die twee Tour-ritten won: Jasper Philipsen. Hij was in een ander land wel geselecteerd.”

Boonen: “En dat land had een volledige ploeg rond Philipsen gebouwd.”

Vanthourenhout: “Op een parcours van minder dan drieduizend hoogtemeters kan ik niet meer om hem heen. Dat kan al volgend jaar in Glasgow zijn. Maar eerst Australië. Met deze ploeg is de ambitie de wereldtitel.”

Boonen: “Dat hoor ik graag. Niet te nederig zijn, ook al is dat on-Vlaams. In Vlaanderen mag je alles doen, behalve zeggen hoe goed je bent.”

Vanthourenhout: “Moet ik dan zeggen: we gaan met Evenepoel en Van Aert naar het WK om de koers te kleuren? Ook al besef ik dat de kans groter is dat we niet winnen. Ik weet nu al: als we niet winnen, krijg ik op mijn dak.”

Boonen: “Ik heb mijn analyse al klaar liggen.”

Vanthourenhout: “Van jou kan ik dat hebben. Je weet donders goed dat het in de koers niet gemakkelijk is om de juiste keuzes te maken. Er zijn andere ex-profs, met een veel kleiner palmares, die na hun carrière denken dat ze de enige professor in de wielerkunde zijn.”

Hoe is het met Van Aert?

Vanthourenhout: “Goed. In Canada was hij twee keer bij de besten.”

Boonen: “Montreal is een zeer zware koers. Het jaar dat Tim Wellens daar won in de regen was ik er ook. Het was de zwaarste koers uit mijn carrière. Als Van Aert daar mee kan met die klimmers is hij top.”

Van Aert heeft in Imola en Leuven al twee kansen op de wereldtitel gehad. Stel dat het in Wollongong niet lukt, hoelang mag hij het kopmanschap nog claimen?

Boonen: “Tot iemand beter is. Momenteel is dat niet het geval.”

Mogen we ook wereldtitels verwachten in de andere categorieën?

Vanthourenhout: “Alec Segaert is een grote kanshebber in de tijdrit bij de beloften. Hij werd Europees kampioen op een indrukwekkende manier.”

Boonen: “En Lotte Kopecky?”

Vanthourenhout: “Een vraagteken. Zaten we hier twee maanden eerder, dan zeiden we ja. Maar Kopecky heeft een paar issues gehad de voorbije weken. Ik zou haar niet als favoriet naar voren schuiven.”