Dagboek uit de cel: onze journalist zat een weekend opgesloten in de gevangenis van Haren

55 magistraten en enkele journalisten werden het voorbije weekend opgesloten in de nieuwe gevangenis van Haren, bij Brussel. Die gaat over een maand open, en moet de oude gevangenissen van Vorst, Berkendaal en Sint-Gillis vervangen. De test dit weekend was bedoeld om na te gaan of alles klaar is, en om magistraten een idee te geven hoe het voelt om opgesloten te zijn. Onze justitiejournalist Philip Heymans hield een dagboek bij.

Zaterdag, 7.55u: aankomst

In de mail die ik heb gekregen, staat de code "Port 8". Dat betekent dat ik me om 8u moet aanmelden bij de portier. Ik zal de normale inschrijvingsprocedure volgen, zoals dat ook bij echte gevangenen over een kleine maand het geval zal zijn. Dan komen eerst de 7 beschuldigden van het proces over de aanslagen op Zaventem en Maalbeek naar hier, vervolgens de vrouwen uit de gevangenis van Berkendaal, en daarna de gedetineerden van Vorst. De gevangenen uit Sint-Gillis moeten nog wat langer wachten.

Ook al werk ik al meer dan 10 jaar als justitiejournalist, toch is het met wat zenuwen dat ik eraan begin. De komende 32 uur zullen andere mensen beslissen wat ik mag doen en wanneer ik het mag doen. Ik schakel mijn gsm en horloge uit en leg ze in het handschoenenkastje van de auto. Samen met een Franstalige collega van La Libre Belgique stap ik naar binnen. 

Zaterdag, 8.30u: inschrijven

Na wat misverstanden - niemand die goed lijkt te weten waar ik precies moet zijn - worden we naar binnen begeleid door een vriendelijke vrouwelijke cipier. Ze werkt eigenlijk in Vorst, maar komt dit weekend proefdraaien. Niet evident, geeft ze toe. De personeelsleden kennen de omgeving nog totaal niet. En bovendien heeft elke gevangenis zijn eigen manier van werken. Als hier binnenkort cipiers van de drie Brusselse gevangenissen samen moeten werken, dan zal dat wel wat aanpassingen vragen.

"Ik neem jullie mee naar het bad", zegt onze begeleidster. Ik word een beetje ongerust. Betekent die inschrijvingsprocedure dat we - zoals in de films - moeten douchen en ontluisd worden? Onze eigen kleren mogen we in elk geval aanhouden, stond er in de voorbereiding. Alleen marineblauw is verboden, om verwarring met de cipiers te vermijden.

De verplaatsing kost wel wat tijd. Onze bewaakster moet elke - élke - deur die we passeren openen met haar badge. Maar telkens moet ook iemand in de controlekamer op bewakingsbeelden kijken of de deur ook echt open mag. We gaan trappen op en trappen af. Goed om meteen gedesoriënteerd te zijn.

Zaterdag, 8.55u: wachten

We komen aan in een ondergrondse wachtzaal, waar al 2 vrouwen zitten. Twee Franstalige Brusselse rechters. Een van hen heeft haar bagage al moeten laten controleren. "Ze hebben er vrij veel uitgehaald. Alles wat op elektriciteit werkt, spuitbussen met deodorant. Ik zou ook wat opletten met uw notitieboekje. Die spiraalrug is metaal, dus misschien zal u dat ook moeten afgeven."

Zo laat al? "Troost u", zegt een van de Franstalige rechters. "Wij zitten hier al sinds 7u vanmorgen. Blijkbaar is er een probleem met de printer die de badges moet maken. En dus moeten we maar blijven wachten." Dat is inderdaad een probleem. In deze gevangenis heb je als gedetineerde die badge nodig om deuren te openen. Je eigen celdeur bijvoorbeeld, op momenten waarop het systeem dat toelaat. Of als je toestemming hebt om naar de bezoekruimte of de bibliotheek te gaan, kun je de deuren onderweg openen met die badge. Zo krijgen gedetineerden meer verantwoordelijkheid.

Mijn Franstalige collega heeft er wel bedenkingen bij: "Op die manier verdwijnt toch veel sociaal contact. Normaal heb je altijd het gezelschap van een cipier, als je dat in je eentje moet doen, is het een eenzamere bezigheid."

Een cipier komt eerst mijn Franstalige collega en daarna mijzelf halen om onze identiteitskaart in te lezen. Intussen zijn ook twee Nederlandstalige rechters erbij gekomen - de lichting van 9u.

Zaterdag, 9.45u: mijn bagage wordt gecontroleerd

"Het bad" blijkt gelukkig gevangenisjargon voor de inschrijvingsprocedure. Douchen hoeft dus niet. We gaan een voor een mee met een cipier voor een eerste check van onze bagage. Ik hoor dat de man Franstalig is, en besluit om Nederlands te spreken. Dat blijkt gelukkig geen probleem. "Die elektrische tandenborstel zal u hier moeten laten, ik zal u een gewone tandenborstel meegeven. En die e-reader mag ook niet mee." "Hoezo, in de mail die we kregen stond dat we een e-reader mochten meenemen?" "Sorry meneer, gisteren is er een probleem geweest, en dus mag het niet meer." De e-reader wordt samen met de tandenborstel, mijn autosleutel en portefeuille in een plastic zakje gestopt, en ik mag ondertekenen voor ontvangst. Gelukkig heb ik ook een gewoon boek meegebracht.

Zaterdag, 10.30u: eindelijk naar de cel

We worden naar onze eenheid gebracht. Die blijkt zich in het "Forest House" te bevinden. Andere gebouwen heten "Ocean House", "Mountain House" of "Tropical". Vreemd gevoel voor humor, denk ik.  Forest House is de afdeling waar later vrouwen zullen worden opgesloten, en ook mannen die werken in de gevangenis. Haren is eigenlijk een gevangenisdorp, met verschillende afdelingen. Van open afdelingen tot een zwaarbeveiligde vleugel, waar de beschuldigden van de aanslagen van 22 maart zullen worden opgesloten.

Leefeenheid 613

Leefeenheid 613, cel 202: dat wordt mijn verblijf. Samen met een Franstalige rechter moet ik weer even wachten in een wachtkamer. Dan moet ik door een scanner en wordt mijn bagage uitgebreid gecontroleerd. "Medicijnen mag u eigenlijk niet meebrengen, meneer. Die moeten door de gevangenisdirecteur worden voorgeschreven. Maar dit weekend zien we het door de vingers."

De vrouwelijke cipier gaat mee naar mijn cel. Ongeveer 10 vierkante meter, schat ik. "Achter deze klapdeuren zijn de wc en de douche. Hier hebt u een kleine koelkast en tv. Gratis, in Sint-Gillis moet u die huren. Schoonmaakproducten, handdoeken, bestek, een wekkerradio. Het eten wordt om 12u bedeeld. Op dit blad moet u aanduiden of u extra drank of eten wil bestellen via de kantine. Op dit blad mag u aanduiden welke activiteiten u zou willen volgen." Het is een stroom aan informatie. Voor mensen die hier voor het eerst belanden, moet het overweldigend zijn, denk ik. Gelukkig ligt er nog een brochure met meer uitleg.

Ik maak mijn bed op en verdeel mijn spullen over de metalen kast. Het bed is nipt voor mijn 1m89. Door het raam zie ik een spoorlijn en, als ik mijn best doe, het viaduct van Vilvoorde. Aan de overkant van de spoorlijn staat een elektriciteitscabine met graffiti erop: "Anti prison".

Zaterdag, 11u: poging tot telefoneren

Ik probeer even naar huis te bellen. Elke deelnemer heeft een telefoon op de cel en een telefoonkaart met 5 euro belkrediet. De gedetineerden zullen dat krediet moeten kopen. Maar net als ik het nummer ingetoetst heb, komt de cipier binnen om mijn formulieren op te halen. Inhaken dan maar.

Zaterdag, 11.30u: dan toch een e-reader

De cipier die ons heeft ingeschreven, komt mijn cel binnen. "Uw e-reader, mijnheer Heymans. Het is toch oké."

Zaterdag, 12.15u: waar blijft het eten?

Ik krijg het wat fris, na een uurtje schrijven aan mijn bureau (ik schrijf dit dagboek eerst in mijn schriftje, mijn computer ligt ook nog in de auto). Maar aparte radiatoren zijn er blijkbaar niet. De verwarming wordt centraal geregeld.

Tiens, stond er op de planning niet dat het middageten om 12u zou worden bedeeld? Of zouden we dat zelf moeten gaan halen? Op het schermpje naast mijn celdeur is een nieuw symbool verschenen: een geopende deur. Als ik daarop tik, zou ik naar buiten moeten kunnen.  Maar de deurknop blijkt niet echt mee te werken. Gelukkig krijg ik hulp van buitenaf. Jurgen Van Poecke, de directeur van alle Brusselse gevangenissen, helpt me uit mijn cel: "Je zult nog wat moeten oefenen om de deur open te krijgen. Het klopt dat je zelf om je eten moet gaan. Dat is ook voor ons nog wennen, na jarenlang het eten naar de cel gebracht te hebben. Voor de gedetineerden zal het ook aanpassen zijn, maar het is wel een extra kans om in contact te komen met andere mensen."

"Het klopt dat we wat achterlopen op schema", geeft de directeur toe, "omdat er zoveel mensen tegelijk zijn aangekomen. Dat gaan we in werkelijkheid nooit hebben." Ik neem mijn plateau en bord en ga aanschuiven. Iedereen van onze afdeling, waar plaats is voor een dertigtal mensen, doet hetzelfde. "Voor sommige gevangenen zal dit niet lukken", denkt de directeur. "Aanschuiven met anderen, dat zijn voor sommigen te veel prikkels in één keer. Daarom zal iedereen die hier aankomt eerst een paar weken in observatie geplaatst worden. Zo zien we welk risico die persoon vormt, wat zijn behoeftes zijn en wat hij aankan. Op basis daarvan beslissen we op welke afdeling hij belandt. voor de meeste gedetineerden zal dat een open regime zijn, zoals hier, waarbij je vaak de kans krijgt om met de hele leefeenheid samen te zijn."

Cedric, een collega-journalist van Het Nieuwsblad, blijkt een taak als diender te hebben gekregen. Fatik, zoals ze dat in de gevangenis noemen. "Bruin of wit, mijnheer Heymans?" We krijgen 8 sneden brood per persoon, kaas, smeerkaas, confituur, choco, een appel en een brikje melk. Best wel veel. "Vergeet niet dat dit ook al je ontbijt is", waarschuwt Cedric. "Goed doseren dus." Slik. Toch maar goed dat ik een suikerwafel heb besteld in de kantine.

Zaterdag, 13.40u: wat zijn die geluiden?

Mijn middageten heb ik opgegeten in mijn cel. Normaal had ik al 40 minuten geleden moeten vertrekken naar een lezing door een ex-gedetineerde, maar de celdeur blijft dicht en er wordt ook niks omgeroepen. Ik kijk een paar keer op het schermpje, maar het symbool "deur open" is verdwenen. Van achter mijn deur hoor ik wel allerlei geluiden, maar de klep voor het kijkraam is dicht en kan alleen langs buiten geopend worden. Vreemd dat je niet weet wat er aan de andere kant van je deur gebeurt.

Zaterdag, 14.14u: was er geen activiteit?

Op het schermpje is een knop om een gesprek met je detentiebegeleider te vragen. Ik druk erop. In Haren heb je twee soorten cipiers: de bewakers, die in principe zuiver voor de veiligheid instaan, en de detentiebegeleiders, die de gevangenen moeten helpen om zinvol bezig te zijn en als een beter mens buiten te komen. "Eerst was het moeilijk om voldoende detentiebegeleiders te vinden, maar we zullen er genoeg hebben", heeft directeur Van Poecke verteld. Ik wil van mijn detentiebegeleider weten of de activiteit doorgaat. Na 4 uur in de cel heb ik wel zin in een bezigheid. Zeker nu ik niet meer continu op mijn gsm kan kijken. Zodra ik op de knop geduwd heb, begint er een beltoon te klinken, zoals bij een telefoongesprek.

Het dagschema voor het proefweekend

Een stem door de intercom vraagt wat er is. "Is de namiddagactiviteit geannuleerd?" "Over tien minuten, meneer." Dan toch. Ik stel me liever niet voor hoe het moet zijn in sommige gevangenissen, waar gedetineerden helemaal geen activiteiten hebben behalve de dagelijkse wandeling, en waar ze 22u of 23u per dag in hun cel zitten.

Gek genoeg blijft de beltoon maar gaan nadat de detentiebegeleider me geantwoord heeft en de verbinding heeft verbroken. Na een halfuur begin ik op de deur te bonzen tot er iemand komt kijken. Als zij de deur opent, valt de beltoon eindelijk weg. "Sorry meneer, het is echt heel hectisch. Daarom is de namiddagactiviteit geannuleerd. Zo meteen is er wel de wandeling."

Zaterdag, 15u: wandeling

Eerst door de scanner, dan mogen we zelf naar de wandeling stappen: een pleintje tussen twee gebouwen met een boom, een paar betonnen daken, een afdak en enkele beweegtoestellen. Een cipier werpt ons een basketbal toe. Ik herken enkele magistraten. Ze blijken dezelfde ervaringen te hebben gehad als ik: "Ik dacht dat ze mij als enige vergeten hadden in de cel", "Zo vervelend dat je niet naar de gang kunt kijken", "Ik heb mijn cel al helemaal schoongemaakt uit verveling."

Zaterdag, 17.20u: Avondeten afhalen

Dat wordt vroeg eten vanavond. Cedric krijgt nu hulp van Jeffrey, zijn collega van Het Laatste Nieuws. Ze geven ons tomatensoep, gebakken aardappelen, sperziebonen en kip (of een vegetarisch alternatief, dat mochten we vooraf aangeven). Met een suikerwafel als dessert. Gelukkig want het eten en drinken dat we extra konden bestellen, wordt pas morgen geleverd.

De echte gedetineerden zullen ook een microgolfoven krijgen in hun cel, maar die is er nog niet. Zo kunnen ze zelf ook wat koken, met eten dat ze via de kantine kunnen bestellen. Nu hebben gevangenen vaak een waterkoker. Maar met een microgolfoven hebben ze meer mogelijkheden, én het is minder belastend voor het elektriciteitsnet.

Zaterdag, 17.50u: live op Radio 2

Via de vaste telefoon kan ik even live in de uitzending komen op Radio 2 Select. Even stress wanneer blijkt dat presentator Niels een verkeerd nummer heeft meegegeven, maar gelukkig kan hij me bereiken via het centrale nummer van de gevangenis.

Zaterdag, 18.30u: Avondgesprek

Toch opvallend hoe snel je je aanpast aan de opgelegde structuur. Je kijkt uit naar de uren waarop je weer contact met anderen kunt hebben. Gelukkig mogen de celdeuren nu 2 uur open blijven, zodat we op de benedenverdieping van onze leefeenheid kunnen samenzitten.

Directeur Van Poecke ziet er erg moe uit. Hij en zijn directieteam zijn al 6 jaar dit project aan het voorbereiden en begeleiden. Aangezien we maar een klein stukje van de gevangenis te zien krijgen, geeft hij wat meer uitleg: "De bedoeling is dat we heel gevarieerd kunnen werken, tegenover de eenheidsaanpak van het verleden. Op termijn komt hier zelfs een open afdeling voor vrouwen, buiten de muren, waar ze zelfs een koffiebar gaan uitbaten." Half oktober verhuizen de vrouwen van de gevangenis van Berkendaal naar hier, in november is het aan de mannen van Vorst. Volgens Van Poecke is de operatie ongezien: "Het probleem is ook dat we met hetzelfde personeel zowel de oude als de nieuwe gevangenissen moeten openhouden. Voor een proefproject zoals dit bijvoorbeeld, heb ik 50 mensen nodig, die ik niet in Vorst, Berkendaal of Sint-Gillis kan inzetten."

Zaterdag, 20.35u: bedtijd

Een cipier komt de directeur aanmanen dat hij moet stoppen met zijn uitleg. We moeten naar onze cel, en Cedric en Jeffrey moeten nog afwassen. Ik vraag me af of de lichten om 22u zullen uitgaan, maar dat blijkt niet het geval. Misschien omdat de televisies nog niet werken. "Over enkele dagen zal dat hopelijk wel het geval zijn. Eigenlijk komt dit proefproject nog wat te vroeg", zegt Van Poecke.

Zondag, 6.30u: Goeiemorgen!

Beter geslapen dan ik gedacht had, op die geplastificeerde matras. Ik stap onder de douche. We hebben 5 minuten warm water vóór 11u, en 5 minuten na 11u. Dat lukt nog wel. Maar terwijl ik onder de waterstraal sta, besef ik dat mijn handdoek nog in de kast ligt. Snel gaan halen en hopen dat er niet net op dat moment een cipier door het raampje kijkt. Het lukt. Daarna mogen we beneden koffie gaan halen. "Goed geslapen?" De antwoorden lopen uiteen. Tot een bewaker ons aanmaant. "In beweging blijven alstublief, dit is geen praatmoment."

Ontbijten doen we weer in onze cel. We hebben trouwens gewoon ijzeren bestek, inclusief een mes. "Dat zal ook voor de gevangenen zo zijn", heeft de directeur uitgelegd. "Alleen in de isolatiecellen is er plastic bestek."

Zondag, 8.25u: Live op radio 1

Na het gesprek kijk ik door het raam. "Alle cellen liggen op de hogere verdiepingen", heeft de directeur verteld. "Zo heeft iedereen zicht op de buitenwereld. Ook al is dat dan maar het viaduct van Vilvoorde, het is toch beter dan een betonnen muur."

We mogen opnieuw naar de gemeenschappelijke ruimte. "Straks gaan jullie wel weer 10 minuten in jullie cel moeten", legt de directeur uit. "Dan keren jullie collega's uit leefeenheid 612 terug van de wandeling. We moeten dan extra cipiers naar daar sturen. Voor de veiligheid worden jullie dan even "bevroren" in jullie cel. Vandaag gaan we die regel wat strikter toepassen dan gisteren. We merken dat het systeem al vlotter begint te lopen en dat de cipiers ingewerkt raken. Het gaat de goeie richting uit."

Het bewakingslokaal van onze eenheid kijkt ook uit op de eenheid naast ons. 4 cipiers kunnen zo een vijftigtal gevangenen in de gaten houden. 's Nachts is het één iemand. "Hebben jullie trouwens gemerkt dat er vannacht een ambulance is langsgekomen?" vraagt Van Poecke. "Het is een van de procedures die we nog moesten oefenen."

Zondag, 10u: wandelen (en eventjes voetballen)

We krijgen een voetbal mee op de wandeling. Wanneer een substituut-procureur die over de muur schopt, brengt een cipier hem een tijdje later weer terug. Diezelfde substituut slaagt erin de bal opnieuw over de muur te schoppen. Deze keer krijgen we de bal niet terug. Dan maar rondjes wandelen.

Zondag, 12u: de rest van de gevangenis

Na de broodmaaltijd (en eindelijk is daar ook die bestelde suikerwafel) geeft de directeur ons nog een rondleiding in de rest van ons gebouw. We zien enkele fitnessruimtes, een gebedsruimte, verschillende klaslokalen en een bibliotheek - voorlopig zonder boeken in de rekken. "Wat we hier kunnen bieden, is verschillende keren meer dan in Vorst of Sint-Gillis. De mensen kunnen ook makkelijk zelf naar een van die plaatsen gaan met hun badge." Kan het badgesysteem niet gehackt worden, wil een magistraat weten. "Van stroomstoringen gaan we alleszins geen last hebben, er is een noodgenerator. Maar of het gehackt kan worden? Dat is een goeie vraag..."

Zondag, 16u: Terminus

Het codewoord 'Terminus' hebben we niet moeten gebruiken, iedereen is tot het einde geraakt. Enkele magistraten blijven zelfs nog wat langer, om naar de lezing van de ex-gedetineerde te gaan luisteren. Ze zullen achteraf vertellen dat hij het heel anders beleefde dan wij. "Als je echt met een reden in de gevangenis zit, onderga je het veel apathischer, vertelde hij. De man had ook al een heel parcours achter de rug voor hij hier terecht kwam. Hij was thuis mishandeld, had daarna in verschillende jeugdinstellingen gezeten. De gevangenis was voor hem gewoon een zoveelste plaats waar hij vastzat."

Ik stap ons gebouw uit en roep spontaan "Freedom!". Enkele seconden later doet collega Cedric net hetzelfde. Zonder dat hij het van mij gehoord heeft, zegt hij. De lucht is net dezelfde als die op de wandeling, maar voelt toch anders aan, zonder hoge muren rondom ons. Ik vraag aan enkele magistraten wat hen het meeste zal bijblijven. "De afhankelijkheid van andere mensen" antwoorden ze allemaal. En of ze nu minder geneigd zullen zijn om celstraffen uit te spreken, of misschien kortere straffen zullen uitspreken? "Och, dat weet ik niet. Wij gaan daar nu al niet licht over. Ook nu al weten we dat een celstraf de ultieme straf is. Maar het is wel goed dat we eens zelf hebben ondervonden wat het inhoudt."

Enkele magistraten getuigden in "De ochtend" over hun ervaringen

Directeur Van Poecke met twee cipiers

Directeur Jurgen Van Poecke evalueerde in "De ochtend" het testweekend

Meest gelezen