“Ik ben blij met mijn prestatie”, aldus de tweevoudige Tourwinnaar na afloop van zijn tijdrit. “Ik reed niet mijn beste tijdrit ooit, maar slecht was het niet. Er is altijd ruimte voor verbetering en dit valt natuurlijk niet te vergelijken met een tijdrit in de Tour de France. Daar moet je ook altijd denken aan de dag nadien en het klassement. Het vraagt een andere voorbereiding, een andere manier van koersen ook. Ik vind het leuk om te doen op zo’n WK, het is een fijne uitdaging, maar ik moet er nog sterker in worden. In vergelijking met vorig jaar is er al progressie, maar het moet nog beter.”

Pogacar won de GP Montréal tegen Wout van Aert en lijkt de goede vorm te pakken te hebben voor het WK. “Ik kijk er enorm naar uit. Ik ben enorm gemotiveerd. Neen, ik denk niet dat de jetlag zondag nog een rol zal spelen. Een lichaam kan zich echt snel aanpassen. Zodra ik op die koersfiets stapte in de tijdrit, was ik de verre reis en het uurverschil vergeten. De focus was er meteen, de adrenaline voor een koers deed zijn werk en tegen zondag zal dat zeker geen rol meer spelen. Bovendien zijn de omstandigheden voor alle renners hetzelfde.”

Ziet hij de sprinters aanhaken tot het eind? “Wie beschouw je als een sprinter”, repliceert hij. “Jongens zoals Wout van Aert of Mathieu van der Poel los je niet op dit parcours. Dat is nagenoeg onmogelijk, maar je kan hen wel moe maken na bijna 300 km. Het wordt geen ‘lunch ride’, maar een zware wedstrijd zondag voor iedereen. Ik zal zeker een topdag nodig hebben om te kunnen winnen.”

Minpuntje, de Sloveense ploeg is niet echt sterk en vaardigt in plaats van acht, slechts zes jongens af naar Australië. Zo zijn Matej Mohoric, noch Primoz Roglic of Luka Mezgec er niet bij. “We zijn dan wel niet voltallig, maar we hebben wel nog een sterke ploeg. Met België, Nederland, Frankrijk en Groot-Brittannië staan een paar sterke blokken aan de start. Het is niet aan ons om de koers te dragen. Die grote teams zullen meer op veilig spelen onderweg, wij zullen het anders moeten aanpakken, maar de tactiek moeten we de komende dagen nog bepalen. Met zes renners kan je nog altijd een mooie wedstrijd rijden.”

Misschien kan hij wel verrassen met een lange solo zoals in de Strade Bianche? “Dat denk ik niet”, lachte hij. “Dat is bijna onmogelijk hier.”