Direct naar artikelinhoud
kopje voor online en editie Bart Eeckhout
De gedachteBart Eeckhout

Het nieuwste manoeuvre vanuit Moskou is een stap die, zo leert de geschiedenis, weinig goeds voorspelt

Bart Eeckhout is hoofdcommentator.

De ‘gedeeltelijke mobilisatie’ die de Russische president Poetin afgekondigd heeft, moet de eerste in zijn soort zijn op het Europese continent vanwege een militaire grootmacht sinds de Tweede Wereldoorlog. Legers hebben sindsdien oorlogen uitgevochten in voormalig Joegoslavië en landen als Frankrijk of het Verenigd Koninkrijk ontplooiden grote troepenmachten van Algerije tot Noord-Ierland. Maar een echte mobilisatie van een grootmacht kreeg dit continent in meer dan zeventig jaar niet te zien.

Die gelukkige tijd is nu voorbij. Het nieuwste manoeuvre vanuit Moskou wordt daarom beter niet onderschat. Het is, zo leert de geschiedenis, een uitzonderlijke stap. En het is een stap die, zo leert de geschiedenis evenzeer, weinig goeds voorspelt.

Het is zeker zo dat Vladimir Poetin deze stap uit noodzaak zet. Al gedurende de hele oorlog in Oekraïne toont het Russische leger zich weliswaar machtig in getal, maar kwetsbaar in strategie en strijd. Aanzienlijke recente verliezen maakten de kans op een Russische nederlaag plots reëel. Omdat hij niet anders kan, sleept Poetin nu alsnog zijn hele volk mee in een strijd die voortaan blijkbaar wel oorlog genoemd mag worden.

Poetin zit dus in het nauw, maar van een kat in het nauw weten we dat ze rare sprongen kan maken. Als die kat over een nucleair arsenaal beschikt, is dat geen geruststellend vooruitzicht. Zeker niet als die kat, zoals de Russische president deed, openlijk speculeert over de inzet van dat arsenaal. Wat al sluimerde sinds het begin van de oorlog in Oekraïne wordt zo steeds tastbaarder: voor het eerst sinds de Koude Oorlog is de dreiging van een nucleaire escalatie in Europa weer voelbaar.

Risico’s

Natuurlijk is dit een aanpak met risico’s voor het Poetin-regime zelf. De instroom van een massa zwak getrainde troepen lost zeker op korte termijn het probleem niet op van een leger dat van zichzelf al zwak getraind, zwak geleid en zwak uitgerust blijkt te zijn. De hoge dodentol aan Russische zijde kan dus snel nog verder oplopen, en de apathie in het land tegenover de oorlog doen omslaan in verzet tegen de leider.

Toch rekent het Westen zich maar beter niet te vroeg rijk. Het doel van het Kremlin lijkt, voorlopig, beperkt tot het annexeren van een beperkt deel Oekraïens grondgebied. In die strategie van bezetting kan kwantiteit van troepen wel degelijk van belang zijn. Hopen op een Vietnam-scenario voor Rusland, waarbij een bloedige militaire campagne zich tegen het regime zelf keert, zou ook weleens al te voluntaristisch kunnen zijn. Rusland heeft geen traditie van zulk verzet.

Voor de Europese bevolking betekent dat dat bovenop de zekerheid van een economisch onbehaaglijke winter de mogelijkheid van een escalerende oorlog komt. Rusland mikt voluit op de vertwijfeling die die gedachte in democratische landen kan veroorzaken.

Dat voordeel mogen we de agressor in deze oorlog niet gunnen. Ook nu hebben westerse landen nog altijd geen andere keuze dan Poetin aan de onderhandelingstafel te dwingen. Maar dan wel voor een vrede onder de voorwaarden van het belegerde Oekraïne, niet onder die van de aanvaller.