©  BELGA

Wout van Aert en Remco Evenepoel trokken lessen uit het vorige WK: “We gaan samenwerken, ik heb ‘ja’ gezegd zoals bij een huwelijk”

Ze zullen er alles aan doen om goed samen te werken. Remco Evenepoel en Wout van Aert hebben het plechtig beloofd. “Alsof we trouwen in de kerk en ja tegen mekaar moeten zeggen”, aldus een lachende Van Aert. Maar ze menen het wel. Lang geleden dat België met twee favorieten van dit kaliber aan de start van een WK stond. En net dat biedt opties: “Als we samenwerken vergroten we allebei onze kans op winst. Het zou stom zijn van het niet te doen.” Verslag van dé persconferentie op dit WK.

Wim Vos

Een Australische fotograaf die van nervositeit struikelt, een buitenlandse cameraploeg die een uur voordien op post is, hotelgasten die blozend om selfies vragen en een perszaaltje dat werkelijk uitpuilt van de journalisten. Voor het eerst heerste er gisteren op dit anders zo geruisloze WK zowaar een zenuwachtige sfeertje. En dat was niet bij Van der Poel en Pogacar die op hetzelfde moment elders aan de Australische oostkust hun persbabbel gaven. Voor de grote drukte moest je in het hotel van de Belgen zijn. Zodanig dat Van Aert er, corona-indachtig, zelfs lichtjes bezorgd over werd: “mag de deur alstublieft open blijven?”

Hoe voelen die twee Belgische topfavorieten zich?

Van Aert: “Goed. Ik ben hier nu een tiental dagen. Na een zware reis vanuit Canada. De eerste vijf, zes dagen waren echt lastig. Ik was moe, had niet het beste gevoel op de fiets en heb echt wel een paar dagen nodig gehad om te herstellen. Maar dat is voorbij. Ik zal op mijn best zijn.”

Evenepoel: “Ook ik voel mij duidelijk beter. Vandaag was ik voor het eerst niet wakker om half 7 ’s ochtends. Intussen ligt de Vuelta ook bijna twee weken achter mij. Mijn lichaam heeft zich eindelijk herzet. Ik heb meer energie en voel mij beter dan in de dagen voor de tijdrit. Allemaal goede signalen.”

Jullie delen voor het eerst het kopmanschap op een WK. Aanpassen?

Evenepoel: “We gaan er sowieso maar beter aan wennen. Gelijk welk parcours we de volgende jaren op een WK zullen krijgen, dit zal nog vaak het geval zijn.”Van Aert: “En dan kan je maar beter goed overeenkomen.”

Vorig jaar leidde die discussie over het kopmanschap in de dagen na het WK inderdaad nog tot gekissebis tussen jullie. Is daar de voorbije dagen nog over gepraat?

Van Aert: “Niet alleen de voorbije dagen, ook voordien. We hebben geleerd van vorig jaar. Net daarom zijn we hier nu ook met twee kopmannen, en niet met één zoals toen. Dat maakt ons meer onvoorspelbaar. En het is een groot voordeel op andere team. Misschien dat die nog denken dat we niet zo goed opschieten met mekaar. Alleen maar goed voor ons.”

Dus jullie gaan goed samenwerken zondag?

Van Aert: “Ja. (lachend) Precies alsof we in de kerk trouwen en ja moeten zeggen.”

Evenepoel: “Natuurlijk gaan wij goed samenwerken. Er is geen andere optie. Wij moeten dit WK willen winnen als land, als België. Ik ken Wout, zijn niveau, zijn kwaliteiten, en hij kent dat alles van mij. We zijn allebei professioneel genoeg en hebben voldoende koerskennis om te weten dat we het met elkaar moeten doen.

Van Aert: “Onze kansen zijn gewoon groter als we samenwerken en mekaar de vrijheid gunnen om de zege na te jagen. Dan zou het dom zijn om dat niet te doen.

Vorig jaar voelde je je nochtans het best in een systeem met één kopman.

Van Aert: “Maar ik heb toen net gemerkt dat dat niet per se beter is. Trouwens, ook bij Jumbo-Visma koersen we vaak met meerdere ijzers in het vuur. Het is al vaak bewezen dat dat geen nadeel is.

 ©  BELGA

Hoe zien jullie die samenwerking concreet. Stel dat jullie samen de finale ingaan…

Van Aert: “Het is duidelijk wat onze kwaliteiten zijn. Ik denk dat ik een betere sprint heb dan Remco…

Evenepoel: (lacht) “Denk je?”

Van Aert: (lacht) Euh, normaal toch. Maar Remco kan dan weer van verder aanvallen. Maar, eerlijk, ik denk vooral dat we niet te vroeg moeten kiezen wanneer we welke kaart uitspelen. We moeten net profijthalen uit het feit dat we met twee in de finale kunnen zitten. Niet veel landen hebben die luxe. Dat is het belangrijkste: beide opties zolang mogelijk open houden. Plus: iedereen verwacht van mij dat ik wacht tot de sprint, maar ik kan zelf ook aanvallen.”

Evenepoel: “We gaan zo lang mogelijk bij mekaar moeten blijven en mekaar ondersteunen. Alleen al voor de communicatie. We rijden zonder oortjes. Stel dat een van ons zich toch niet zo goed voelt, moet je dat direct tegen mekaar kunnen zeggen.”

Hebben jullie een ideaal scenario in gedachten?

Evenepoel: “(lacht) Een race waarin Wout en ik samen weg zijn in de laatste ronde en we eerste en tweede worden. Nee, ernstig, als er in de finale versneld wordt op Mount Pleasant en er een groepje van zeven, acht renners overblijft waar we beiden nog bij zijn, zou dat een perfect scenario zijn. En dan nog zal het niet eenvoudig zijn om te winnen.”

Wat is het meest waarschijnlijke scenario?

Evenepoel: “Meestal steekt er op een WK altijd wel iemand bovenuit. Zoals Alaphilippe vorig jaar. Toen dacht iedereen ook dat we een sprint met een groepje zouden krijgen. Niet dus. Ook nu vermoed ik dat er wel weer iemand in de finale zal wegrijden. En dan wordt de vraag of het groepje erachter hem net wel of net niet kan bijhalen.”

Van Aert: “Het wordt superbelangrijk om zelf niet te vroeg te gaan. We hebben een ploeg die de situatie heel lang kan controleren. Nathan, Pieter, Lampie… Maar ook Quinten. Als hij mee kan gaan in een aanval kan hij ons in een zetel zetten. Van die sterkte moeten we profiteren.”

Evenepoel: “We mogen vooral geen domme energie verspillen onderweg.”

 ©  BELGA

Ben je niet bang dat iedereen bijna uitsluitend naar de Belgische ploeg zal kijken om de wedstrijd te controleren? Wat veel energie zal kosten.

Evenepoel: “Er zullen veel ogen op ons gericht zijn. Maar dat we de enigen zijn? Er zijn nog sterke ploegen. Frankrijk is hier met quasi dezelfde ploeg als vorig jaar in Leuven, Italië, Nederland… We moeten vooral zelf kalm en relaxed blijven en situaties zoals vorig jaar vermijden.”

Van Aert: “De situatie is sowieso anders dan vorig jaar. Alleen al qua sfeer. Er waren toen meer mensen op de verkenning dan dat er nu zondag op de wedstrijd zullen zijn. Dat gaf sowieso meer stress en emoties.”

Wie zijn zondag jullie grootste uitdagers?

Evenepoel: “De vogels. (Lacht) En verder de gekende namen. Mathieu, Pogacar… Maar ook Julian (Alaphilippe, red) zou ik niet onderschatten. Er zijn veel vraagtekens bij hem. En misschien is dit WK te lang voor hem op dit moment. Veel wedstrijdritme heeft hij de jongste weken niet kunnen opdoen. Anderzijds: hij zou hier niet zijn als hij niet goed was. Hij blijft de dubbele wereldkampioen. Best mogelijk dat hij van twee drie maakt.”

Van Aert: “En Michael Matthews. Hij is een beetje zoals ik. Hij kan lang meegaan met de klimmers en toch nog een goede sprint rijden. Plus: hij zal supergemotiveerd zijn in eigen land en heeft een heel team achter zich. Australië gaat duidelijk voor één kopman.”

Pogacar heeft al laten weten dat de veelbesproken Mount Pleasant niet zwaar genoeg is om een renner als Van Aert te lossen. Akkoord?

Van Aert: “Ik vind Mount Pleasant net lastiger dan hij op papier lijkt. Maar mij bevalt dat wel: het is een muur waar je tegen oprijdt. Zo’n inspanning kan ik wel. Net zoals de vele bochten op het parcours mij goed liggen.”

Evenepoel: “Ik heb hem woensdag een keer of tien opgereden. Misschien dat het inderdaad op het eerste zicht geen klim is waar de lichtere jongens de zwaardere lossen. Maar je moet hem wel twaalf keer over, in een wedstrijd die ruim 6,5 uur zal duren, op een WK waar sowieso al iedereen sneller rijdt dan normaal. Geloof mij: niemand gaat de wedstrijd hard moeten maken, ze gaat uit zichzelf hard genoeg zijn.”

Aangeboden door onze partners
Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer