Minister van Volksgezondheid Vandenbroucke na lage opkomst voor apenpokkenvaccin: "We hadden beter moeten communiceren"

Minister van Volksgezondheid Vandenbroucke na lage opkomst voor apenpokkenvaccin: "We hadden beter moeten communiceren"

Dat mannen moesten aantonen dat ze minstens één soa hebben gehad om in aanmerking te komen voor een apenpokkenvaccin bleek voor velen een te grote stap. Dat vertelt minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke in "De ochtend". Daarom mogen nu alle mannen die seks hebben met mannen en meer dan één sekspartner hebben zich aanbieden voor een vaccin. "We moeten ook beter communiceren."

Hoewel er meer dan 1.000 vaccins tegen het apenpokkenvirus beschikbaar waren, daagden slechts 60 mensen op om zich te laten vaccineren tijdens het proefproject in Antwerpen gisteren. Een groot succes kon je het dus niet noemen. Vooral het bewijs dat je in het verleden minstens één soa hebt gehad, bleek een erg grote drempel. Dat bevestigt nu ook de minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. "We hebben een scherp afgebakende doelgroep opgesteld die echt prioritair was. Die mensen hebben nu dan ook wel echt de kans gekregen om zich te laten vaccineren."

Versoepeling van de doelgroep

De minister ziet de beperkte opkomst niet als een falen, maar als een opportuniteit. "We kunnen nu onze doelgroep verder vergroten. De vaccins kunnen we trouwens een tijdje bewaren, dus dat is geen probleem. Met onze beschikbare dosissen kunnen we ongeveer 5.000 mensen volledig vaccineren. We kunnen dus gerust de doelgroep vergroten, want we verwachten nog 30.000 dosissen." 

Je zult dus niet langer moeten kunnen bewijzen dat je een soa had in het verleden om een vaccin te kunnen krijgen. Alle mannen die seks hebben met mannen en meer dan één sekspartner hebben, kunnen zich nu aanbieden voor een vaccin. Vrouwen die PrEP nemen tegen HIV en sekswerkers, die zich trouwens ook mochten laten vaccineren tijdens het proefproject, kunnen nog altijd terecht in verschillende centra. 

De "scherp afgebakende doelgroep" was volgens de minister ook niet makkelijk te bereiken. "We moeten nog wat werken aan de communicatie. Het project in Antwerpen kwam er misschien wat te snel. Wij plannen nu overleg met Sensoa en andere organisaties waarin we kunnen overleggen over hoe we die communicatie nu goed kunnen krijgen."

Te weinig en te laat?

Holebibewegingen hadden deze zomer bedenkingen bij het lage aantal apenpokkenvaccins dat ons land ter beschikking heeft. Veel mensen trokken naar het buitenland om zich te laten vaccineren. "Momenteel is er maar één plaats ter wereld waar de vaccins geproduceerd worden. We zijn dus erg afhankelijk van die productie", reageert de minister. "Er zijn twee landen in Europa die de gelukstreffer hadden en hun klassieke voorraad vaccins juist vernieuwd hadden, dat zijn Nederland en Frankrijk. De rest van Europa zit in hetzelfde schuitje." 

De minister reageert ook op de kritiek dat de vaccins te laat beschikbaar zouden geweest zijn. Veel mensen hebben hun seksleven daardoor op pauze gezet. "Dat heeft er deels ook voor gezorgd dat de uitbraak beheersbaar bleef. Mensen die voorzichtiger worden in hun seksuele contacten heeft daar enorm bij geholpen."

Beluister hier het gesprek met minister Frank Vandenbroucke in "De ochtend" op Radio 1:

Meest gelezen