Yannick V. werd al maandenlang gevolgd en stond op terroristenlijst, bevestigt minister Van Quickenborne

"De Staatsveiligheid en het OCAD, het orgaan dat belast is met de analyse van de dreiging, stellen al langer vast dat rechtsextremisme in opmars is in ons land", zegt de minister, die nog steeds op een veilig onderduikadres verblijft na een verijdelde ontvoeringspoging, in "Terzake". "We zien dat aan het feit dat er meer mensen van rechts-extremistische signatuur op de lijst staan, vorig jaar een 50-tal, nu al meer dan 60."

Al wil de minister niet spreken over een nieuwe vorm van gecoördineerd terrorisme. "Het gaat vandaag vooral over lone actors, en dat beeld is veel minder eenduidig", aldus Van Quickenborne. "Het gaat om een lappendeken van ideologieën, van invloeden gevoed door complottheorieën en desinformatie die welig tieren op sociale media."

Ook bij Yannick V. was er sprake van wantrouwen tegenover alles wat met de overheid te maken heeft. "Het is in elk geval duidelijk dat ook bij deze persoon corona een brandversneller is geweest voor het anti-overheidsgedachtegoed", zegt Van Quickenborne.

Opmerkelijk is dat Yannick V. een grote verzameling wapens bezat, ondanks het feit dat hij op de terreurlijst stond. "In principe zorgen de veiligheidsdiensten ervoor dat iemand die op een terreurlijst staat, geen wapenvergunning kan hebben", zegt Van Quickenborne. "Maar daar kan van afgeweken worden om verdachten niet te alarmeren." 

Enkele jaren geleden al waarschuwde het OCAD voor de opkomst van extreemrechts geweld. Dat dit geen loze beweringen waren, bewijst het verhaal van Jürgen Conings, de geradicaliseerde militair die zware wapens uit een legerkazerne stal en uiteindelijk zelfmoord pleegde in het Dilserbos, in Limburg.

"We moeten zeer alert blijven, dat is duidelijk", geeft Van Quickenborne toe. "Maar ik denk dat uit wat vandaag is gebeurd, blijkt dat die mensen al maandenlang werden opgevolgd. Dit gaat niet om een toevalstreffer, maar om zorgvuldig onderzoek met uitstekend werk van onze diensten."