Direct naar artikelinhoud
AchtergrondHet Grote Woonrapport

Uw vragen over Grote Woonrapport beantwoord: ‘Hoe de toekomst eruit ziet? Wat vandaag lint is, zal dat over twintig jaar nog zijn’

Uw vragen over Grote Woonrapport beantwoord: ‘Hoe de toekomst eruit ziet? Wat vandaag lint is, zal dat over twintig jaar nog zijn’
Beeld MOA KARLBERG

Na Het Grote Woonrapport van De Morgen zaten lezers nog met tal van vragen. Wij vroegen aan socioloog Pascal De Decker (KuLeuven) om een selectie daarvan te beantwoorden.

Wat is de leeftijd van de personen die de laatste vijf jaar een huis of een appartement kochten? Is hier een tendens in te zien? Kopen jongeren eerder een appartement omdat dat iets betaalbaarder is of is dit enkel in de grootsteden? (vraag van Celine De Roust, 26, uit Tielt)

“Er is geen recent onderzoek voorhanden dat daar een min of meer sluitend antwoord op kan geven. Ook omdat een gemiddeld cijfer een zeer vertekend beeld geeft van een vaak zeer diverse realiteit. Het is onduidelijk of jongeren nu huizen dan wel appartementen kopen. Wel lijkt de leeftijd waarop een eerste huis of appartement wordt gekocht niet significant toe te nemen.

“Een behoorlijk aandeel van de nieuw gebouwde appartementen wordt gekocht als belegging, er circuleert nu immers heel wat kapitaal in de samenleving. Deze groep is doorgaans ouder.”

Het Grote Woonrapport

Hoort uw gemeente bij de beste van Vlaanderen? In Het grote woonrapport brengt De Morgen voor het eerst de huidige woonsituatie per gemeente in kaart aan de hand van tal van interessante parameters.

Ik heb een woning gekocht, gebouwd in de jaren 90 en bijna afbetaald. We verwarmen op stookolie en ik vermoed dat de ketel nog een jaar of vijf meegaat. Maar wat daarna? We hebben een gehandicapt kind en dus geen uitgebreid budget om na het isoleren van spouwmuren, dak en zonnepanelen weer nieuwe investeringen te doen. Hoe gaan we dit huis verwarmen in de toekomst zonder weer tienduizenden euro's te moeten gaan lenen. Moeten we gewoon verhuizen? Ik stel de vraag ook omdat we ouder worden en vanaf nu kunnen gaan sparen om onze gehandicapte zoon een toekomst te geven. (vraag van Dirk Verbeeck, 54, uit Opglabbeek)

“Over het verwarmen: momenteel is het koffiedik kijken. Heel velen zullen in die situatie zitten. We kunnen alleen maar hopen dat de prijzen op een bepaald moment zullen dalen en dat de overheid drastisch zal ingrijpen. Ik vrees dat dit een domein is dat op korte termijn buiten het woonbeleid valt. Op lange termijn dringt zich hiervoor een grondige aanpak op. Daarvan zijn de contouren nog niet gekend. Er zijn momenteel te veel variabelen in het spel.

“Uw vraag over de toekomst: afwachten is de boodschap. We hebben met onze onderzoeksgroep een klein onderzoek gedaan naar wonen van mensen met een beperking. We hebben vastgesteld dat heel wat ouders die thuis voor hun kind zorgen dezelfde logische en menselijke bezorgdheid delen.”

Afgelopen zaterdag bleek uit het Woonrapport van De Morgen dat Ronse de laagste woningkwaliteit heeft in Vlaanderen. In Ronse zitten we inderdaad met een zeer verouderd woonpatrimonium in slechte staat. Welke maatregels zou u als expert aanraden? (vraag van Lech Schelfout, 41, uit Ronse)

“Het is onmiskenbaar dat Vlaanderen een grote renovatietaak wacht. Meer dan 90 procent van de woningen voldoet niet aan de voorwaarden om in 2050 de klimaatdoelstellingen te halen. Er circuleren verschillende voorstellen, doorgaans gericht op individuele woningen. Dat is volgens mij niet de gewenste aanpak omdat heel wat woningen en zelfs hele wijken slecht zijn, die bovendien bewoond worden door mensen met een lager inkomen.

Pascal De DeckerBeeld RV

“Voor die wijken dringt zich volgens mij een collectieve aanpak op. De (lokale) overheid moet het heft in handen nemen, de toestand analyseren en een (uitvoerings)plan uittekenen. Het is van groot belang dat de mensen ontzorgd worden, met andere woorden niet alles zelf moeten doen, want dan zal het niet gebeuren. En voor heel oude, slechte woningen moet men durven beslissen af te breken, uiteraard nadat men eerst voor alternatieven heeft gezorgd.”

Hoe zal iedereen nog kunnen wonen zodra de betonstop er is? Hierdoor zullen de prijzen door het plafond gaan. (vraag van Theo Lavers, 62, uit Meise)

“De betonstop: er wordt ter zake heel wat mist gespuid. Op de bestemmingsplannen is er nog voldoende ruimte om, aan 25 woningen per hectare, één miljoen woningen te bouwen. Het probleem is: hoe krijgen we die gronden op een ruimtelijk verantwoorde manier op de markt? Het grondbezit is immers zeer versnipperd. Een overgrote meerderheid van die grond is namelijk in handen van het brede publiek (en niet van overheden of promotoren). Er is, zonder actief grondbeleid, geen enkele garantie dat die grond op de markt komt. Bovendien: we hebben in Vlaanderen – zonder dat nieuwe gronden worden aangesneden – binnen steden en dorpen en steden nog voldoende ruimte om woningen te voorzien. De betonstop op zich is dus niet het probleem.”

Foto's van de Genkse sociale woonwijk Sledderlo. Foto: Moa KarlbergBeeld MOA KARLBERG

Hoe kan je als huurder de huurprijs nog blijven betalen wanneer de huurprijs gekoppeld blijft aan de zwaar stijgende spilindex. Met de laatste indexering schoot de huurprijs meteen 50 euro omhoog. Met dit perspectief wordt huren onbetaalbaar. Wat is daartegen te doen? (vraag van Marie Ceriez, 64, uit Gent)

“Klopt. Dat ligt op de tafel van de Vlaamse regering. Een indexsprong, waardoor een indexering wordt overgeslagen, ligt voor de hand. Er dient vanuit het beleid veel meer aandacht te zijn voor de huurders die in ons land meestal tot de meest kwetsbare groepen behoren. Meer sociale huisvesting zou voor hen vele problemen kunnen oplossen.”

Ik ben een alleenstaande, full time werkende moeder met twee tienerdochters. Na mijn echtscheiding zeven jaar geleden heb ik nog een betaalbare vrijstaande woning gevonden in Brasschaat die ik onlangs heb gerenoveerd. Ik vraag me af of mijn dochters ooit ook nog deze mogelijkheid zullen hebben. Wat is de prijsevolutie van dergelijke panden en hoe ziet de toekomst eruit voor deze markt? (vraag van Linda Schweiger, 45, uit Brasschaat)

“Hoe de prijsevolutie in de toekomst er zal uitzien, is moeilijk te voorspellen. Er kan alleen op gewezen worden dat er de afgelopen jaren heel wat poespas is gemaakt over de onbetaalbaarheid van de woningen ‘voor onze kinderen’. Uiteindelijk blijkt het allemaal wel mee te vallen. Er is namelijk een groot verschil tussen de woningprijzen – die sterk zijn gestegen – en de betaalbaarheid – die min of meer gelijk is gebleven). Voor mensen met een laag inkomen is er altijd woonnood. Dat is nu zo, maar dat was het in verleden ook.”

Wat zal er binnen 20 jaar gebeuren met de woningen op het platteland die alleen staan of onderdeel uitmaken van een lintbebouwing? Is het nog interessant om daar iets te kopen om te gaan wonen? (vraag van Tim Verhofstadt, 49, uit Gent)

“Twintig jaar is nog lang. Het valt dus moeilijk te voorspellen. Twee scenario’s dienen zich aan. Het meest realistisch scenario volgt uit de aanpak van het Vlaamse woonbeleid tot op vandaag dat vooral gericht is op individuele huishoudens. Nu ook weer met de ‘Mijn VerbouwLening’. Dit zal tot gevolg hebben dat overal verspreid woningen met steun van de overheid opgeknapt zullen worden. Dus ook woningen in lintbebouwing. Een realistisch scenario is dat wat vandaag lint is, binnen 20 jaar nog altijd lint zal zijn.

“Een tweede en meer gewenst scenario is dat de overheid een visie uitwerkt over hoe we met die lintbebouwing in de toekomst om zullen gaan. In een dergelijk scenario kunnen tal van linten verdwijnen.”