Direct naar artikelinhoud
NieuwsKinderopvang

‘Ik denk niet dat de politiek snapt hoe het er hier aan toegaat’: kinderopvang, een sector in crisis

Mieke Coulembier (staand), pedagoog en verantwoordelijke van het Gentse kinderdagverblijf Villa boempatat: 'Het water staat ons allemaal aan de lippen.'Beeld Wouter Van Vooren

De Vlaamse regering belooft 115 miljoen euro extra per jaar voor de kinderopvang. Dat klinkt als een flinke som, maar is het wel genoeg voor een sector die al jaren in crisis zit? ‘Ik denk niet dat de politiek echt snapt hoe het er hier aan toegaat.’

“Ik moet nieuwe verzorgers eerst en vooral leren hoe ze het best de afwas doen, zodat ze toch twee minuten tijd winnen. Dat is echt triestig, want ik zou hen veel liever aanleren hoe ze bijvoorbeeld een spel op de beste manier kunnen organiseren.” Mieke Coulembier is pedagoog en verantwoordelijke van het Gentse kinderdagverblijf Villa boempatat. Ze omschrijft zichzelf als een eeuwig positief persoon. Maar de laatste tijd heeft ook zij het moeilijk om dat zo te houden. “Het water staat ons allemaal aan de lippen. Ik denk niet dat de politiek echt snapt hoe het er hier aan toegaat.”

Nochtans pakte Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) tijdens de uitgestelde septemberverklaring donderdag uit met een resem maatregelen om de kinderopvang te ondersteunen. Met een bedrag van 115 miljoen euro extra per jaar zou de Vlaamse regering meer plaatsen creëren in de publieke opvang, waar de bijdrage van de ouders afhangt van hun inkomen. Daarnaast zouden ook de lonen in de kinderopvanglocaties opgetrokken worden én komen er extra mensen bij de Zorginspectie, die de kwaliteit van de kinderopvang bewaakt.

Betutteling

Minister van Welzijn Hilde Crevits (cd&v) belooft ook te bekijken of er flexibeler omgesprongen kan worden met de kindratio, die bepaalt hoeveel begeleiders per kind er nodig zijn. In Vlaanderen mag een kinderverzorger maximaal negen kinderen tegelijk onder zijn hoede hebben, terwijl die grens in Nederland en Wallonië rond de vijf à zes kinderen ligt.

Vooral voor de opvang van baby’s zou men meer begeleiders per kind beschikbaar willen stellen. “Maar welke verantwoordelijke gaat er nu niet eerst voor zorgen dat er meer personeel bij de baby’s staat?”, klinkt het bij Coulembier. “We hebben daar geen extra norm voor nodig, dat is pure betutteling. Wel extra financiële middelen.”

Ook gezinspedagoog Michel Vandenbroeck (UGent) had liever gezien dat de Vlaamse regering met een duidelijker plan kwam om de kindratio te laten dalen: “Er staan vandaag meerdere kinderdagverblijven op het randje van sluiten, mede omdat ze geen personeel meer vinden. En een belangrijke reden daarvoor is die te hoge kindratio. Maar net daarover blijft de regering vaag.”

115 miljoen

Vandenbroeck betwijfelt ook of nieuwe plaatsen in de publieke opvang het probleem zouden oplossen, als de bestaande plaatsen niet verstevigd worden: “Maar ik denk dat het verstandiger is om eerst te investeren in de kwaliteit en leefbaarheid van de bestaande plaatsen. 115 miljoen euro klinkt veel, maar de noden zijn bijzonder hoog.”

Volgens economen kost het ongeveer tussen de 80 en 95 miljoen euro om de kindratio met één norm te laten dalen. Om op het niveau van andere landen te geraken, zou het extra budget de komende jaren volledig naar die kindratio moeten gaan. Dat lijkt, gezien de andere aangekondigde maatregelen, onwaarschijnlijk.

Volgens Coulembier moet de regering bestaande plaatsen versterken door ervoor te zorgen dat iedereen die dat wil, aanspraak kan maken op het systeem waarbij ouders betalen volgens hun inkomen. In het huidige ‘getrapte’ subsidiesysteem krijgen kinderdagverblijven per plaats ofwel geen, een beetje of redelijk wat geld van de overheid. Die verschillen moeten worden weggewerkt zodat er meer goed gesubsidieerde plaatsen zijn.

Zo kan het ook voorkomen dat kinderdagverblijven te veel tussen twee ‘trappen’ vallen. “Vanaf het moment dat maar een deel van je opvangplaatsen goed gesubsidieerd wordt, zit je in de knoei”, vertelt Coulembier. “Je moet al je personeel betalen volgens de hoogste trap die je hebt, zelfs al krijg je voor een deel geen of weinig subsidies. Dan loopt de loonkost al snel op.”

Geen extraatjes meer

Om de crisis in de kinderopvang onder de aandacht te brengen, startte de organisatie CrisisKabinet Kinderopvang de voorbije weken de campagne #redonzekinderopvang. Op hun YouTube-kanaal met dezelfde naam verzamelden ze intussen meer dan 2.700 getuigenissen van kinderverzorgers én ouders.

Linde Legat (38) is een van hen. Ze heeft een dochter van twee jaar en ziet haar eigen planning lijden onder de crisis in de kinderopvang: “De laatste maanden en zeker de voorbije weken krijgen we steeds vaker een mailtje met de vraag of we ons kind niet of korter naar de crèche kunnen brengen. Sorry, maar dat lukt niet altijd voor ons. Vroeger organiseerden ze soms ook een uitstapje of knutselactiviteit. Maar ook die fijne extraatjes lukken niet meer.”

Legat zag de afgelopen twee maanden al veel kinderbegeleiders uit de crèche van haar dochter de sector verlaten. “Het is niet op hen of de crèche dat we vloeken, maar op het gebrek aan middelen. Ik vrees dat het bedrag dat de regering voorstelt absoluut niet genoeg zal zijn.”

Onderzoekster en medeverantwoordelijke van het CrisisKabinet Kinderopvang Noëmi Willemen beaamt dat: “De maatregelen zijn absoluut niet evenredig met de structurele problemen die er zijn. De aanbevelingen van de commissie welzijn wezen duidelijk aan dat er in de eerste plaats nood is aan minder kinderen per begeleider, werkbaar werk, en een betere opleiding. Daar reageert de regering niet op. Als we nu geen perspectief bieden, crasht de sector binnenkort.”