Staking NMBS: slechts 1 op de 4 treinen rijdt woensdag

De NMBS in een persbericht laat weten dat twee op de vijf IC-treinen tussen de grote steden zullen rijden tijdens de staking. Daarnaast zal een kwart van de S- en L-treinen rijden. Er zullen bijna geen P-treinen zijn dinsdagavond en woensdag. Die vangen normaal gezien de ochtend- en avondspits op.

In de provincies Namen en Luxemburg wordt het spoornet zelfs volledig gesloten. Er is namelijk onvoldoende personeel voor de seinhuizen te bemannen. De NMBS waarschuwt bovendien dat er een aantal stations zullen zijn waar weinig tot geen treinen zullen rijden.

Ook op het internationale treinverkeer zal de staking een impact hebben, maar in beperkte mate. Voor de meeste internationale treinverbindingen verwacht de NMBS een normale dienstverlening. Eurostar, dat naar Londen rijdt, verwacht geen hinder. Er sneuvelen wel enkele ICE-treinen van en naar Duitsland.

Bij de spoorwegen geldt een minimale dienstverlening tijdens stakingen, dus heeft de NMBS een alternatieve treindienst opgesteld. Die zal vanaf dinsdagochtend in detail te raadplegen zijn. Vanaf donderdagochtend is de normale dienstregeling weer van kracht.

Bij de vorige spoorstaking, op 31 mei, reed ook een kwart van de treinen. Toen kon in de provincies Luxemburg, Namen en Luik geen enkele trein rijden.

Er zal tegen midden oktober duidelijkheid zijn over de financiering van het spoor de komende jaren. Dat zeggen premier Alexander De Croo (Open Vld) en minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) in een brief aan de spoorvakbonden.

De spoorbonden hadden midden vorige week zelf een brief naar de regering gestuurd naar aanleiding van hun stakingsaanzegging. In die brief herhaalden ze hun pleidooi voor meer middelen en meer personeel voor het spoor. De staking dient om druk uit te oefenen op het begrotingsconclaaf van het kernkabinet, dat vrijdagnamiddag begon.

De Croo en Gilkinet zeggen in de brief aan de vakbonden dat ze begrip hebben voor “de onrust die is ontstaan vanwege het uitblijven van budgettaire duidelijkheid betreffende de beheerscontracten”.

Maar die duidelijkheid zou er snel moeten komen. Het is de bedoeling om tijdens het begrotingsconclaaf, dat voor 15 oktober afgerond moet worden, “de budgettaire meerjarentrajecten vast te leggen” voor de beheerscontracten (voor de periode 2023-2032) met spoorwegmaatschappij NMBS en spoornetbeheerder Infrabel. Dat is ook nodig om de contracten op 1 januari 2023 te kunnen laten ingaan, klinkt het.

Minister Gilkinet had vorige week al gezegd dat hij tijdens de begrotingsgesprekken zal ijveren voor meer geld voor het spoor. “De financiering moet op dezelfde hoogte staan als de ambities, dat is mijn absolute prioriteit”, zo zei hij.

Wat de vraag om meer personeel betreft, schuift de regering de eis door naar het sociaal overleg bij de spoorbedrijven. “De concrete werkomstandigheden en -organisatie lijken ons geen directe bevoegdheid van de regering”, zo schrijven De Croo en Gilkinet. “Wij vertrouwen erop dat deze problematiek alsnog in een constructieve sociale dialoog tussen de directie van de twee spoorbedrijven en de syndicale organisaties kan worden opgelost.”

De twee regeringsleden zeggen tot slot te hopen dat de brief voldoende is om “u gerust te stellen wat betreft de bedoelingen van de regering in verband met de toekomst van de twee spoorwegbedrijven en hun medewerkers”.

De spoorbonden hadden om concrete engagementen van de regering gevraagd. “Wij vragen u om concrete en precieze garanties te geven met betrekking tot de financiering van de Belgische spoorwegen, zodat de continuïteit van de openbare dienstverlening van de spoorwegen wordt verzekerd en aan alle werknemers van de spoorwegen perspectieven worden geboden”, zo stond in de vakbondsbrief. “Het is in het licht van deze elementen dat de uitvoering van de stakingsaanzegging opnieuw kan worden beoordeeld.”

Of zoals Koen De Mey van de christelijke vakbond eind vorige week zei: “Als we garanties krijgen, dan blazen we alles af.”