Topman staatsveiligheid over terreurdreiging: “We zijn er nog niet”

© Blg

Alle inspanningen ten spijt is de staatsveiligheid een jaar na de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel nog niet optimaal gewapend tegen de terreurdreiging. “We zijn er nog niet”, zegt Jaak Raes, administrateur-generaal van de dienst.

“Uit respect voor de slachtoffers van de aanslagen is het van het grootste belang om op 22 maart deze aanslagen te herdenken. Uiteraard. Maar uit een even groot respect voor hen vind ik het mijn taak om onze dienst nog te verbeteren. Op dit moment, in dit eigenste huis, zijn er nog onderzoeken aan de gang die aan aanslagen gerelateerd zijn. We verzamelen onze eigen inlichtingen en beantwoorden de vragen van buitenlandse inlichtingendiensten. We roeien met de riemen die we hebben en dat doen we zo goed mogelijk”, zegt Raes.

Raes zegt dat de dreiging zeker nog niet geweken is. “De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen is bijna rond, maar dat wil niet zeggen dat ons werk gedaan is. Door de aanvallen van de geallieerden zit ISIS op militair vlak in het defensief in Syrië en Irak. Maar dat wil lang niet zeggen dat IS verslagen is in de geesten. Het voorbije jaar hebben we geen enkele Belg meer zien afreizen naar Syrië. Maar we zien wel oproepen van ISIS aan mensen hier om trouw te zweren aan ISIS in een filmpje dat later gebruikt kan worden als promomateriaal. En om vervolgens een aanslag te plegen met relatief eenvoudige middelen.”

Teruggekeerde Syriëstrijders

Op de vraag hoe groot de dreiging van teruggekeerde Syriëstrijders is, antwoordt Raes dat het om een honderdtal personen gaat. “In local task forces (LTF) wisselen de verschillende veiligheidsdiensten informatie uit over die mensen, bijvoorbeeld om te zien of sommigen van hen plannen hebben om aanslagen te plegen, zodat je ze kan verijdelen. Naast de terugkeerders moet je minstens afspreken welke dienst zogenaamde aanklampende maatregelen gaat nemen om die mensen op te volgen, bijvoorbeeld door te peilen of ze al werk hebben en of hun integratie vlot verloopt. Daarnaast heb je Syriëstrijders die overleden zouden zijn. Maar daar moet je voorzichtig mee zijn, want hun dood kan in scène gezet zijn en voor je het weet staan ze springlevend in Europa.”

Raes wijst er op dat na de aanslagen de focus nog meer verschoof naar contraterrorisme. Er volgden meer middelen, maar ook de taken van de staatsveiligheid namen toe. In vergelijking met andere buitenlandse diensten als de Nederlandse, Zweedse of Deense kampt de staatsveiligheid nog steeds met een onderbezetting.

“Ik dank de regering voor de inspanningen die er gedaan zijn”, zegt Raes. “Maar we zijn er nog niet. De werklast per medewerker moet naar beneden om de kwaliteit te kunnen blijven garanderen die wordt verwacht.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen