Direct naar artikelinhoud
InterviewLukas Dhont

Regisseur Lukas Dhont en zijn moeder, Hilde: ‘Ik kon zien dat Lukas’ coming-out hem enorm veel deugd deed. Hij werd plots veel meer ontspannen’

Regisseur Lukas Dhont en zijn moeder, Hilde: ‘Ik kon zien dat Lukas’ coming-out hem enorm veel deugd deed. Hij werd plots veel meer ontspannen’
Beeld Carmen De Vos

Hij won de tweede prijs in Cannes en mikt nu op de Oscars, maar hij blijft ook gewoon een mama’s boy. Want zonder Hilde Weymaere zou er van Lukas Dhont, de artiest, geen sprake zijn. ‘De kracht van cinema heb ik dankzij jou ontdekt, mama.’

“Bovenal wil ik mijn moeder bedanken. Mama...” Een paar seconden lang valt Lukas Dhont stil. Vanaf het podium van het Grand Théâtre Lumière in Cannes, waar de Girl-­regisseur net de Grand Prix heeft ontvangen voor zijn tweede langspeelfilm Close, zoekt hij de blik van zijn moeder tussen de tweeduizend andere mensen die juichend voor hem zijn rechtgeveerd. Het is niet de stijlvolle vlinderdas rond zijn hals die hem de keel dichtsnoert. Het is de film van zijn leven die op dat moment voor zijn ogen passeert, en de vitale rol die zijn moeder, Hilde Weymaere, daarin heeft gespeeld. “Bedankt, mama, dat je mij de ongelooflijke impact van cinema hebt getoond. Ik sta hier dankzij jou. Omdat jij me hebt geholpen om mijn stem te vinden en contact te maken met anderen via films en verhalen.”

Wie zo’n doorleefde dankbetuiging van een volwassen kind krijgt, heeft het ouderschap op indrukwekkende wijze uitgespeeld. Het is dus met enig ontzag dat ik, een jonge vader, de Vlaamse Ardennen doorkruis richting Dikkelvenne, om er de vrouw te ontmoeten die zich met zoveel glans van haar ouderlijke taak heeft gekweten. Ze bewoont met haar man een nieuwbouwhuis in de groene Zwalmstreek – in de achtertuin zwalpt de Schelde zich een weg richting Gent.

Wanneer de deur openzwaait, verschijnt een almodovariaanse schone met fleurige jurk en felle lippenstift – een soort elegantie dat je niet meteen zou verwachten, hier tussen koe en kerktoren. “Normaal ben ik niet zo zwaar geschminkt, hoor, dit was alleen voor de foto’s”, lacht ze bijna verontschuldigend. “Is het niet te veel?”, vraagt ze aan Lukas Dhont, die binnen zijn haar staat droog te wrijven na een uitgebreide fotoshoot in de herfstige miezer. “Maar nee mama, je ziet er fantastisch uit.”

We hebben hier afgesproken voor een uitgebreid gesprek over de innige band tussen moeder en zoon, en over Close: een prachtig drama over de pure vriendschap tussen de 13-jarige jongens Remi en Leo, die abrupt verstoord wordt wanneer ze naar de middelbare school gaan. We verzamelen op de tweede verdieping, waar Weymaere haar atelier heeft: jarenlang gaf ze mode en textielontwerp in een kunsthumaniora, maar ook thuis is ze altijd druk bezig geweest met creëren. De knusse ruimte onder het puntdak is gedecoreerd met haar eigen schilderijen en staat vol met paspoppen waarover haar stijlvolle textielcreaties – sierlijk geknoopte stukken die het midden houden tussen kleding en accessoire – gedrapeerd liggen.

LUKAS DHONT

geboren in 1991 in Gent / studeerde film aan KASK Gent / brak door in 2018 met zijn debuutfilm Girl, die in Cannes de Caméra d’Or won / won dit jaar de Grand Prix met zijn tweede film Close / maakt kans op een Oscarnominatie met Close / werkt samen met zijn jongere broer en producent Michiel / woont in Gent met partner Davy Parmentier

Zowat het enige in deze ruimte dat Weymaere niet zelf gecreëerd heeft, zijn de boeken die op de grote tafel liggen. Die zijn het werk van de kleine Lukas Dhont: dikke schriften, van begin tot eind volgetekend, -gekleurd, -geschreven en -geplakt. “Als leerkracht liet ik mijn modestudenten altijd inspiratieboeken maken rond bepaalde thema’s”, zegt Weymaere. “Daarmee wou ik hen leren in wat voor bronnen ze voeding konden vinden voor hun creaties. Lukas en zijn jongere broer Michiel zaten als kind eigenlijk altijd bij mij in mijn atelier, dus ze kwamen daar voortdurend mee in contact. En ik gaf hen ook geregeld zo’n inspiratieboek cadeau, zodat ze zelf aan de slag konden.” Ze slaat een van de boeken open en glimlacht. “Kijk, dit boek heeft Lukas bijvoorbeeld gemaakt rond de komst van de euro.” In een ander boek stoot Dhont grinnikend op een zelf verzonnen F.C. De Kampioenen-cartoon. Op de kaft kleeft een grote sticker van tv-zender Eén. “Oei, die mag Davy absoluut niet zien”, lacht hij, verwijzend naar zijn vriend Davy Parmentier, creatief directeur bij VTM.

De inspiratieboeken die de kleine Lukas samenstelde, evolueerden al snel tot een soort filmscenario’s in de dop. “Lukas is al heel vroeg ook gaan schrijven”, vertelt zijn moeder. “Hij was altijd sterk geboeid door verhalen en boeken, en had enorm veel fantasie. Als er andere kinderen kwamen spelen, en ook met zijn broer, was hij altijd de regisseur die zei: ‘En nu moet jij dat doen, en nu ga jij daar staan, en nu gaan we dit decor maken...’ Hij ging daar helemaal in op.”

Lukas Dhont:‘Ik heb al vroeg gemerkt dat ik werd beschouwd als een zachtaardige, verfijnde jongen. Ik werd niet tot de jongens gerekend, maar ook niet tot de meisjes. Ik viel overal tussen’Beeld Carmen De Vos

Wanneer kwam de camera erbij?

Weymaere: “O, al toen hij een jaar of tien was. Op een bepaald moment had hij een verhaal geschreven, Het Kokos­eiland. (lacht) Toen vroeg hij me of ik tegen de paasvakantie een videocamera kon huren. In afwachting daarvan maakte hij de decors, en toen de vakantie begon, gingen we aan de slag. Ik bediende de camera en volgde zijn instructies op, Michiel speelde ook mee. Supertof was dat.

“We hadden toen een huis waar veel plaats was voor al die dingen. En ook figuurlijk is er altijd veel ruimte geweest voor crea­tiviteit. Lukas ging al op zijn zesde naar de tekenacademie en volgde van zijn twaalfde tot zijn achttiende woord en dictie. Hij was eigenlijk een heel goede acteur. En ik merkte dat hij zich daar heel sterk in kon uiten. De boosheid waar hij soms mee zat, kon hij daarin kanaliseren.”

Voelde je al vroeg aan dat Lukas filmregisseur zou worden?

Weymaere: “Lukas deed zijn middelbare school op Sint-Bavo (een katholieke uniformschool in Gent, red.). Hij volgde er wetenschappen-wiskunde, maar het was toen al heel duidelijk dat hij graag iets met film wilde doen. Meer zelfs, het was het enige wat hij wilde doen. Er was geen plan-B.”

Dhont: “De ingangsproef op het KASK was daardoor wel heel spannend. We moesten onder andere vijftig vragen over kunst beantwoorden, maar ik had op Sint-Bavo nooit écht kunstgeschiedenis gekregen. ‘Van wie zijn die getatoeëerde varkens?’ Geen idee! De meeste mensen die aan die filmopleiding wilden beginnen, stroomden door vanuit het soort scholen waar mama lesgaf. Niet vanuit colleges als Sint-Bavo. Ik was dus zwaar gebuisd op dat onderdeel.”

Weymaere: “Maar ze hebben hem toch toegelaten. Gelukkig maar. Het was voor Lukas een bevrijding om aan zo’n school te mogen beginnen.”

Dhont: “Vooral de zomerstage in Los Angeles die ik net daarvoor deed, heeft veel betekend. Ik was 18 en mocht in mijn eentje naar de Universal Studios om daar met een bende jongeren filmpjes op 16 millimeter te gaan maken. Als ik er nu aan terugdenk, was dat allemaal best komisch en amateuristisch, maar wat het voor mij zo belangrijk maakte: ik had tot dan toe altijd heel erg in het gareel gelopen, en plots was ik in L.A., met mensen die me niet kenden. Ik kon daar echt iemand nieuw zijn.

“Ik ben er nog altijd dankbaar voor dat ik dat heb gedaan vóór het KASK. Want toen ik daar voor het eerst kwam, was het blinde paniek bij mij. Iedereen daar had een uitgesproken persoonlijkheid, en ik niet. Ik was een kopie van andere persoonlijkheden. Ik was een acteur, niet alleen op het podium, maar ook in het dagelijkse leven.”

Wat was er zo verkeerd aan jouw persoonlijkheid dat je die voor iedereen verstopte?

Dhont: “Ik heb al vroeg gemerkt dat ik als een heel zachtaardige, verfijnde jongen werd beschouwd. Ik werd niet tot de jongens gerekend, maar ook niet tot de ­meisjes. Ook op het podium viel het heel hard op dat ik anders was. Ik viel overal tussen. En dat wil je natuurlijk niet als tiener. Je wilt bij een groep horen. Daarom ben ik de jongens rondom mij gewoon beginnen te kopiëren. Dat was niet altijd zo zwaar als het misschien klinkt: er waren jongens met wie ik goed overeenkwam en plezier kon maken. Maar ik probeerde wel iemand anders te zijn dan ik was. Omdat ik heel hard merkte dat mijn zachtaardigheid mensen ongemakkelijk maakte.”

Wanneer je door de schetsboeken van de jonge Lukas Dhont bladert, zie je niet alleen de eerste kinderlijke experimenten van een artiest in wording. Ook zijn worsteling met zichzelf, die later zo pakkend vertaald zou worden in Girl en Close, komt al heel duidelijk naar voren. Een hartverscheurend gedicht, waarin de veertienjarige Lukas in groene balpen de pesterijen die hij op de speelplaats ondergaat van zich afschrijft, bevat de eerste kiemen van wat vandaag Close is.

In de film vallen de pesterijen waarmee de hoofdpersonages te maken krijgen nog vrij subtiel te noemen. “Angelo (Tijssens, Dhonts vaste coscenarist, red.) en ik hebben er, zowel in Girl als in Close, voor gekozen om het publiek eraan te herinneren dat pestgedrag bestaat,” zegt Dhont, “maar we willen er niet te veel ruimte aan geven.” Zijn eigen ervaring was heftiger: “Elke dag als ik op de speelplaats aankwam, was ik bang dat mijn naam uitgesproken zou worden op een bepaalde, spottende manier. Dat de positie van mijn handen geïmiteerd zou worden, en zelfs de manier waarop ik liep. Dus op een bepaald moment liep ik ook niet meer. Dat zijn ervaringen die veel jongeren op een of andere manier wel zullen herkennen. En net daarom wilden we daar niet te veel op ingaan in onze films. Dat pestgedrag kennen we, ik hoef daar niet de focus op te leggen. Ik ben veel geïnteresseerder in de dynamieken die die pesterijen in een persoon kunnen veroorzaken.”

Hilde Weymaere: ‘Ik kon zien dat Lukas’ coming-out hem enorm veel deugd deed. Hij werd plots veel meer ontspannen, liet intimiteit toe, kon verliefd worden. Zelfs fysiek merkte ik het verschil’Beeld Carmen De Vos

Wat deed het met jou?

Dhont: “Telkens als ik een goeie band begon te hebben met een andere jongen, voelde ik me op een bepaald moment verplicht om die intimiteit te verbreken en afstand te nemen, uit angst dat er een seksueel label op die vriendschap gekleefd zou worden. Pas nu, op dit punt in mijn leven, kan ik normale, fysieke relaties hebben met mijn mannelijke vrienden. Voor het eerst in mijn leven laat ik mezelf nu toe om volop voor die intimiteit te kiezen.”

Hilde, hoe heb jij als moeder Lukas’ worsteling beleefd?

Weymaere: “De zachtaardigheid waar Lukas over spreekt, had ik al heel vroeg opgemerkt bij hem, trouwens ook bij zijn broer Michiel. Maar wat hij allemaal heeft meegemaakt op school, het pestgedrag, dat heb ik bij hem minder actief aangevoeld dan bij Michiel. Die schopte ’s morgens tegen mijn benen, wilde niet uit de auto komen en zei: ‘Ik wil niet meer naar school.’ Lukas niet. Hij uitte dat niet.”

Dhont: “Dat komt, denk ik, doordat Michiel nog ­harder gepest werd dan ik. Waardoor ik in overlevingsmodus ging. Als oudere broer vond ik dat ik degene moest zijn die Michiel toch naar de speelplaats sleurde – terwijl ik daar eigenlijk zelf helemaal niet wilde zijn. Michiel is uiteindelijk van school veranderd.”

Weymaere: “Naar het einde van Lukas’ humaniora toe begon ik zijn innerlijke strijd wel veel duidelijker te zien. Maar hij was op dat moment nog niet klaar om zijn masker af te leggen. Dat is een proces dat je als ouder niet kunt forceren. Ik probeerde wel met hem te communiceren, maar vaak lukte dat niet. Dat maakte me soms heel verdrietig.”

Dhont: “Schaamte is een heel sterk gevoel...”

Wanneer is de klik er gekomen?

Dhont: “Ik heb mijn coming-out gedaan op mijn 21ste. De filmschool heeft me daar heel erg bij geholpen. Zoals ik daarnet zei, voelde ik dat ik daar alleen kon slagen als ik een persoonlijkheid kweekte. Alle mechanismen die ik had opgebouwd om me tegen mezelf te beschermen, moest ik dus langzaam weer afbreken. Ik heb toen ook een afspraak gemaakt bij een psycholoog in Gent. Ik ging in die stoel zitten en ze vroeg mij: ‘Waarom ben je hier?’ Ik heb daar een halfuur in stilte gezeten, en toen heb ik het gezegd. Ik ben daarna nooit meer teruggegaan, maar ik had het gewoon nodig om het één keer luidop te zeggen. Dat was de klik. Al was het werk daarmee natuurlijk niet klaar. Ik had wel 21 jaar lang elk gevoel van verlangen tegengehouden...”

Weymaere: “Daarna heeft Lukas het ook tegen mij gezegd – tien jaar geleden intussen. En ik kon zien dat het hem ontzettend veel deugd deed. Hij werd plots veel meer ontspannen, hij liet intimiteit toe, kon verliefd worden. Zelfs fysiek merkte ik het verschil: vroeger moest Lukas vaak naar de kraker, hij zat ook letterlijk helemaal vast. Zijn nek, zijn schouders, zijn rug... Dat was niet eenvoudig om naar te kijken.

“Lukas heeft altijd geweten dat ik helemaal geen problemen zou hebben met zijn geaardheid, maar het was voor hem vooral een innerlijke strijd. Dat is wat hij in Girl ook duidelijk maakt: hoe moeilijk het is voor het individu om je anders-zijn naar buiten te durven brengen. Voor velen is dat een enorm lange weg, en sommigen slagen er zelfs nooit in om het te uiten.”

Dhont: “Weet je wat het is? Het is zoveel groter dan het interpersoonlijke. Het gaat over een maatschappij die heteronormatief is en waarin alles wat zachtaardig is, onderdrukt wordt. Want voor alle duidelijkheid, het ging mij eigenlijk niet per se over mijn seksualiteit. Het ging over wie ik ben. Je wordt geboren en bestempeld als jongen. Dan groei je op en komen daar allerlei verwachtingen bij kijken. Dat heeft bij mij voor een groot innerlijk conflict gezorgd.

“Daarom hoop ik dat mijn films kunnen bijdragen aan het ontrafelen van die verwachtingen. Door op het scherm bepaalde onderwerpen zichtbaar te maken waar ik als kind niet over kon praten, hoop ik het publiek – ouders, mannen, jonge mannen, vrouwen... – uit te nodigen om daarover na te denken, en er misschien zelfs over in gesprek te gaan. Dat is mijn droom.”

Weymaere: “Dat is volgens mij de grote sterkte van Lukas: hij raakt in zijn films zulke universele thema’s aan dat hij een heel groot publiek bereikt, en een grote impact kan hebben. In Cannes zag ik een jonge kerel van een jaar of 16 met een boekje naar Lukas komen voor een handtekening. Hij zei: ‘Ik ben zo blij dat jij er bent, want ik heb heel veel aan jouw films.’ Lukas helpt mensen met zijn films.”

Dhont: “Dat film zo’n grote impact kan hebben, heb ik trouwens van jou geleerd, mama. Toen jij in 1997 in de cinema naar Titanic ging kijken, in de periode dat papa en jij op het punt stonden om te scheiden, zag ik hoe die film jou volledig had overdonderd. Dat is eigenlijk de reden waarom ik films maak...”

Dus dáár verwees je naar in die overwinningsspeech in Cannes. Hilde, hoe was het eigenlijk voor jou om Lukas’ dankwoord te horen?

Weymaere: “Dat was... ongelooflijk hartverwarmend. Je beseft als ouder niet altijd hoe of waarin je je kind juist geholpen hebt. Dus om dat eens letterlijk uitgesproken te horen, dat was ongelooflijk. Daar was ik heel dankbaar voor.”

LUKAS DHONT
Beeld Carmen De Vos
Hilde Weymaere: ‘In Cannes zag ik een jongen van 16 op Lukas afstappen. ‘Ik ben zo blij dat jij er bent’, zei hij. Lukas helpt mensen met zijn films.'Beeld Carmen De Vos

Pleaser

Hilde Weymaere schonk haar zoon een doel, een passie, en een taal om zich uit te drukken. Maar ook toen hij al gelanceerd was als filmregisseur, stond ze klaar om hem, wanneer nodig, nog een extra duwtje in de juiste richting te geven. “Het grote succes van Girl was tegelijk een gigantische uitdaging voor Lukas”, vertelt ze. “Hij voelde enorm veel druk toen hij aan zijn tweede film begon. Hij was het verhaal van Close aan het schrijven, maar op een bepaald moment begon hij aan alles te twijfelen. Toen heb ik hem toch aangemoedigd om door te zetten. Omdat ik wist dat dat een heel belangrijke film voor hem was, en dat het ook belangrijk was dat hij ermee doorging. Ik geloof heel erg dat ieder mens hier is om bepaalde dingen te doen, een bepaald pad te bewandelen. En Lukas is hier volgens mij om de dingen die hij meegemaakt heeft, en die hij daardoor ook zo sterk kan vertellen, naar buiten te brengen.”

“Die gedachte heeft me toen weer in gang gezet”, zegt Dhont. “Ik moest dat toen even horen, want ik dacht voortdurend dat wat ik aan het schrijven was, niet goed genoeg zou zijn. Weet je, ik was als kind een enorme pleaser. Ik wou er altijd voor zorgen dat iedereen mij tof vond. En dat mechanisme zit nog altijd in mij. Maar het is gewoon niet realistisch om te verwachten dat iedereen je werk goed zal vinden.”

Heb jij daar dan last van? Je films worden toch bijna unaniem de hemel in geprezen?

Dhont: “Ja, maar ook al zijn de meeste reacties positief, er zijn er toch altijd twee of drie die het niet goed vonden. En dan focus ik direct op die drie, en vraag ik me af: maar waarom? Ik zal daar wellicht nooit helemaal van afraken, maar het idee dat ik per se iederéén moet meetrekken, probeer ik nu toch wat los te laten. ”

Sta me toe om even amateurpsycholoog te spelen: je films bevatten heel veel van jezelf, dus een negatieve recensie voelt dan misschien ook aan als een afwijzing van jouw persoonlijkheid, net zoals vroeger op school?

Dhont: “Ja, eigenlijk wel. Mijn films en mijn persoonlijkheid zijn heel erg met elkaar vervlochten. In interviews gebeurt het weleens dat een journalist me zegt: ‘Girl stond verder van je af, maar met Close kom je nu heel dicht bij jezelf.’ Maar dat klopt niet: het hoofdpersonage in Girl, dat bén ik. Ik ben niet letterlijk het transmeisje Lara, maar ik bén wel Lara.

“Dat vind ik trouwens een groot gevaar in onze hedendaagse cultuur. Enerzijds is er een prachtige beweging op gang gekomen die komaf maakt met het systeem waarin maar één bepaalde stem luid sprak. Vandaag krijgen meer verschillende mensen de kans om te spreken. Anderzijds is er ook de tendens om te zeggen: je kunt alleen maar spreken over iemand die eruitziet zoals jij. Dat vind ik jammer. Ik heb helemaal geen zin om alleen maar personages te kiezen die heel dicht bij mijn letterlijke, fysieke vorm staan.”

Dan zou je alleen maar films als Close mogen maken.

Dhont: “Ja, die link is veel sneller te leggen. En tegelijk verzet ik me daar ook tegen. Veel mensen gaan ervan uit dat de jonge personages in de film gay zijn, gewoon omdat ik mijzelf als gay identificeer. Maar dat weet je niet, dat is een aanname. Vanuit elke hoek van de samenleving, rechts of links, willen mensen gewoon heel snel een label op elkaar kleven. Terwijl Close net wil loskomen van die labels, en intimiteit gewoon als intimiteit wil laten bestaan. Het is door de verwachting van een bepaald label, dat de liefde tussen Remi en Leo in de kiem wordt gesmoord.”

Lukas, is je moeder eigenlijk altijd degene die je eerst opbelt als je met een probleem zit?

Dhont: “Ja, honderd procent zeker. Op de belangrijke momenten in mijn leven – wanneer ik het had uitgemaakt met mijn lief, maar ook wanneer er iets heel positiefs gebeurt, zoals toen we met Girl voor de Golden Globes genomineerd waren – bel ik mama. Mama én papa, eigenlijk. Want mijn papa ben ik ook heel dankbaar. Hij heeft er, op een volledig andere manier, ook voor gezorgd dat ik vandaag kan doen wat ik doe. Hij heeft voor zichzelf altijd gestreefd naar de uiterste discipline. Werken, werken, werken. Dankzij hem zit dat ook in mij.”

Pleaser
Beeld Carmen De Vos

Wat doet vader Dhont?

Weymaere: “Hij is advocaat van opleiding en heeft lang in het bankwezen gewerkt. Dan begon hij als zelfstandige noodlijdende bedrijven te helpen om financieel gezond te worden. En daarna heeft hij enkele bedrijven opgestart in de staalsector. Hij weet enorm goed hoe je met geld moet omgaan, en hoe je geld kunt verdienen. Hij heeft daar echt een speciaal gen voor.”

Dhont: “Dat gen moet zich in mij nog een beetje meer manifesteren, vrees ik.” (lacht)

Weymaere: “Michiel (die sinds ‘Close’ ook de films van zijn broer produceert, red.) en Lukas zijn volgens mij een perfecte mix van hun ouders. Van mij hebben ze het creatieve geërfd en van hun papa het zakelijke talent. Dat laatste is minstens even belangrijk, want je kunt wel films maken, maar je moet die ook nog aan de man weten te brengen. En dat kunnen zij. Ik ben ontzettend trots dat ze nu ook professioneel hun krachten bundelen.”

Was het ook je vader die ervoor koos om je naar een streng college te sturen, ook al toonde je al vroeg interesse voor kunst en stond je moeder in het kunstonderwijs?

Weymaere: “Nee, dat was toch ook wel Lukas’ eigen keuze. Hij heeft nooit echt aangegeven dat hij naar het kunstonderwijs wilde.”

Dhont: “De afspraak met mijn papa was wel: eerst aso en dan pas film. Maar dat was goed zo, want Sint-Bavo heeft mij, ondanks de moeilijke tijden, ook veel gegeven. Thema’s, ja... (lacht) maar ook een bepaalde methodiek, en een manier om veel werk verzet te krijgen. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

Maar als je nu opnieuw zou kunnen kiezen: ga je opnieuw naar het college of kies je voor een kunsthumaniora, waar je als tiener misschien meer ruimte voelt om jezelf te zijn?

Dhont: “Ik weet het niet. Als ik al eens terugkijk en reflecteer over ‘was het maar zo gegaan’, dan denk ik vooral terug aan de mensen die ik op afstand gehouden heb. Ik had gewild dat ik op sommige momenten authentieker had kunnen reageren, en mijn verlangen meer had kunnen toelaten. Het had zo mooi kunnen zijn om gewoon jong te zijn, me vrij te voelen in wat ik voelde, en dat te kunnen delen met de mensen rondom mij. Of ik dat wel had gekund als ik voor een kso-opleiding had gekozen? Misschien. Maar dan had ik weer andere zaken niet gehad.”

Weymaere: “Het valt me op dat er vandaag een extreem grote instroom is in het kunstonderwijs. Ik denk dat veel jongeren voor het kso kiezen omdat ze er zichzelf mogen zijn. Er wordt ruimer gedacht en er komen meer aspecten aan bod dan alleen het cognitieve. Want dat is in klassieke humaniora’s vandaag een groot probleem: alles wat niet puur cognitief is – muziek, theater, creativiteit – wordt bijna helemaal weggesneden. Dat levert een mentaal onevenwicht op: jongeren zitten continu in hun hoofd. Terwijl ik in het kunstonderwijs zo vaak heb ervaren hoeveel deugd het hen doet om met hun handen bezig te zijn en zich creatief te kunnen uiten. Dat geeft zelfvertrouwen, en het maakt zoveel stoffen los in het lichaam! Ik hoop dat er ooit scholen zullen komen waar beide aspecten evenveel gewicht krijgen.”

Dhont: “Helemaal mee eens. Een humaniora is te veel bezig met de ratio en niet genoeg met het hart. Er wordt nu, zeker sinds die heftige coronaperiode, wel gesproken over mentaal welzijn bij jongeren, maar dat gesprek zou voor mij nog veel luider gevoerd mogen worden. Het is belangrijk dat je je kritische geest ontwikkelt, leert tellen en een woord Frans kunt, maar het is minstens even belangrijk dat je in connectie staat met wat er vanbinnen allemaal gebeurt.”

Pleaser
Beeld Carmen De Vos
Lukas Dhont: ‘Bij elk filmpje dat ik als kind maakte, beeldde ik mezelf al in op de Oscars. Later ben ik die droom wel wat krijtgeraakt. In België kan ik de films maken die me echt interesseren’Beeld Carmen De Vos

Amerikaanse kinderdroom

Of Close volgend jaar naar de Oscars mag – de film is de Belgische inzending in de categorie Beste Internationale Film – is nog moeilijk te voorspellen. Wat wel vaststaat, is dat áls Lukas Dhont voor het eerst voor de Academy Awards wordt uitgenodigd, zijn moeder dichtbij zal zijn.

Dhont steekt niet onder stoelen of banken dat hij al zijn leven lang droomt van een Oscar. “Bij elk filmpje dat ik als kind maakte, beeldde ik mezelf al in op een podium met een Oscar in de hand”, lacht Dhont. “Al die scenario’s die je hier op tafel ziet liggen, zijn geschreven met dat idee in het achterhoofd. Later ben ik die Amerikaanse droom wel een beetje kwijtgeraakt. Ik ben heel blij in België, ik kan hier films maken over de dingen die me echt interesseren. Als ik nu Amerikaanse scenario’s aangeboden krijg, stel ik me toch snel de vraag: ‘Wil ik dit wel echt?’ Ik vind het heerlijk om op een Amerikaans festival als Telluride te staan babbelen met Cate Blanchett en Anne Hathaway. Maar wil ik ook effectief films maken met die sterren omdat ze sterren zijn? Ik weet het niet.”

Toch blijft het idee van een Oscar voor hem iets bijzonders. “Een kinderdroom blijft altijd een kinderdroom. Dus op een bepaalde manier blijft dat heel belangrijk voor mij. Onlangs hebben we een screening van Close in L.A. georganiseerd en ik voel dat ik daar heel veel energie in stop, door die kinderdroom.”

Ga je veel tijd in de VS spenderen om campagne te voeren voor de Oscars?

Dhont: “De hele maand januari zullen we in de States zitten. Het komt er nu op aan om de film aan zoveel mogelijk Amerikanen te tonen, en liefst zo veel mogelijk invloedrijke mensen op die screenings te krijgen. Nu, Oscar-campagne of niet: sowieso gaan we binnenkort naar de VS om Close te promoten. A24, onze Amerikaanse distributeur, is een grote speler: die wil de film in heel veel bioscoopzalen uitbrengen. Daarin investeren we dus sowieso veel tijd.”

Klopt het dat A24 niet alleen op de Oscar voor Beste Internationale Film mikt, maar ook campagne wil voeren voor andere, nog belangrijkere categorieën?

Dhont: “Dat zeggen zij... Mij zou het al heel gelukkig maken als we in die Best International-categorie kunnen meespelen, maar zij zeggen: ‘We gaan voor beste regisseur, beste scenario, beste acteur...’ Ergens is dat ook logisch: zij hebben de film gekocht, dus natuurlijk zijn ze er trots op en willen ze dat proberen. Maar ik voel wel veel oprechtheid bij hen. Ik denk dat alles zal afhangen van hoe sterk de andere films dit jaar zijn.

“A24 heeft een mooi palmares op de Oscars: met Moonlight hebben ze bijvoorbeeld de Oscar voor Beste Film gewonnen. Bovendien staat de Academy de laatste jaren meer open voor ondertitelde films, zoals Roma en Parasite. En ik moet ook zeggen dat ik in Telluride heb gevoeld dat Close heel erg connecteert met de Amerikanen. Ons concept van mannelijkheid is in se very American, hè. De Marlboro Man en zo... Als ons idee van mannelijkheid ergens zijn wortels heeft, dan wel in de VS.

“Dat zijn dus allemaal hoopgevende zaken, maar ik stel me eerder afwachtend op. Het enige wat wij op dit moment kunnen doen, is de film tonen, met mensen in gesprek gaan en zien hoe het loopt.”

Weymaere: “Het is heel spannend. Maar ik heb er heel veel vertrouwen in dat de film op de plekken zal komen waar hij moet komen. En dat de prijzen die hij wint, ervoor zorgen dat hij heel veel mensen bereikt. Want dat is waar het uiteindelijk om draait, veel meer dan om die trofee zelf.”

Close verschijnt op 2 november in de zalen.

Wedstrijd

Maak kans op een duoticket voor de exclusieve voorstelling van Close tijdens Film Fest Gent. Enkel voor abonnees. Deelnemen kan hier.