Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & liefde

Nora inspireerde Lukas Dhont voor ‘Girl’: ‘Ik heb moeten leren dat afwijzing niets te maken heeft met mijn transitie’

Nora inspireerde Lukas Dhont voor ‘Girl’: ‘Ik heb moeten leren dat afwijzing niets te maken heeft met mijn transitie’
Beeld Lotte Dijkstra

Nora (26), op wie de film ‘Girl’ gebaseerd is, had als kind niet het lichaam dat ze wilde. Al op haar achtste nam ze een eerste grote stap in de richting van het ‘juiste’ lijf. Na de geslachtsoperatie wilde ze het allemaal achter zich laten, alleen kwam toen het besef dat het moeilijkste werk— zelfvertrouwen krijgen — nog moest beginnen.

‘Toen ik achttien werd en mijn stapsgewijze transitie had afgerond met een geslachtsoperatie, dacht ik: nu is het klaar, nu wordt alles makkelijker. Al vanaf het moment dat ik kon praten, wist ik dat ik een meisje was en niet het lichaam had dat ik wilde. In winkels corrigeerde ik de caissière als die me aansprak met ‘jongetje’, ik speelde met poppen en kleedde me als een meisje. Mijn ouders hadden al vroeg in de gaten dat ik me in een andere richting ontwikkelde dan mijn tweelingbroer, ik was pas acht toen ze me voor het eerst meenamen naar het UZ in Gent, de genderpoli. Op mijn twaalfde kreeg ik puberteitsremmers en op mijn zestiende hormonen, dus de geslachtsoperatie op mijn achttiende had de kers op de taart moeten zijn, maar was dat niet. Het was fijn dat ik nu helemaal vrouw was, wat uiterlijk betreft, maar al snel begreep ik dat ik nooit van het label ‘trans’ zou afkomen.

“Liefde is iets wat zorgeloos en zacht en geborgen zou moeten zijn, maar voor mij ging liefde met duizend angsten gepaard. Toen ik op mijn zestiende begon te daten, rond de tijd van mijn eerste hormoonkuren, was ik bang verketterd, afgewezen of zelfs aangevallen of vermoord te worden. Ik ontmoette een leuke jongen en besloot hem niet meteen alles te vertellen. Ik dacht: laten we elkaar eerst beter leren kennen zodat ik me gewoon grappig en aantrekkelijk kan voelen en niet al mijn eigenschappen en eigenaardigheden worden weggevaagd en overstemd door dat ene predicaat: trans vrouw. Maar iemand was me voor, een vriendin van hem die mij kende, vroeg hem: weet je eigenlijk wel wie Nora echt is? Ik was totaal in de war, het ergste dat ik vreesde, was gebeurd: ik voelde me besmeurd omdat ik niet zelf de tijd en de woorden had kunnen kiezen om mijn verhaal te delen.

“En liefde en seks waren al zo stressvol. Als hij en ik kusten, wilde ik me het liefst overgeven aan dat heerlijke roezige gevoel, maar altijd kwam mijn waarschuwende hoofd erbij. Een langzaam over mijn buik afdalende hand pakte ik op en verlegde ik naar een andere plek; ik was altijd alert, kon me nooit helemaal ontspannen. Op het nieuws dat ik een trans vrouw ben, reageerde die jongen eigenlijk heel lief. Eerst liet hij niks meer van zich horen, maar uiteindelijk hebben we een tijdje een heel leuke relatie gehad. Intimiteit, ontdekte ik, blijkt veel meer dan bijvoorbeeld al die expliciete, op geslachtsorganen gerichte handelingen die met seks geassocieerd worden. Intimiteit is knuffelen, elkaar aanraken en kussen. En met hem had ik niet één keer het gevoel: nu moet ‘het’ gebeuren.”

Eigenlijke strijd

“Langzaam durfde ik een beetje in liefde te geloven, en nu, twaalf jaar later, ken ik genoeg gelukkige koppels van wie een van beiden trans is. Rond mijn achttiende kreeg ik opnieuw een relatie, die eindigde toen ik in Engeland dans ging studeren, maar met mijn identiteit had die breuk niks te maken. En als ik zeg dat mijn eigenlijke strijd pas na mijn geslachtsoperatie begon, bedoel ik dus niet mijn innerlijke strijd, om mezelf te accepteren, want dat is nooit een strijd geweest. Ik bedoel de strijd om het vinden van mijn plaats in de wereld.

“Want niet iedereen reageerde zoals mijn eerste twee vriendjes. Ik herinner me een jongen op een festival met wie ik kuste, maar die, toen hij van mijn transitie hoorde, mij een schande voor de menselijke soort noemde. De traditionele balletwereld waarvan ik deel uitmaakte, en waar de film Girl over is gemaakt, heeft me keihard aangepakt. Ik heb lang last gehad van angsten, lichte depressies en eetstoornissen. En dus net op het moment dat ik dacht: nu wordt alles makkelijker, nu ben ik ‘af’, werd het juist lastiger. De angsten waarvan ik als kind niet beter wist dan dat ze bij me hoorden, zoals de eeuwige angst ontmaskerd te worden als man, in de kleedhokjes tijdens het winkelen bijvoorbeeld, en de behoefte me op te sluiten en niet de deur uit te gaan, daarvan begon ik na mijn operatie, toen alle fysieke belemmeringen waren opgeheven, pas goed in te zien hoe ze me dwarszaten.

“Na mijn achttiende bleef ik heel lang onzeker over nieuwe ontmoetingen met jongens. Telkens moest ik me verklaren als trans vrouw, en ik begon te geloven dat de volwassen liefde misschien toch niet voor mij was weggelegd. Ik heb er jaren over gedaan om de zelfhaat ontstaan door het niet ‘passen’ in bestaande maatschappelijke patronen de baas te worden. Mede dankzij het dansen zelf, een fantastische uitlaatklep en expressiemiddel, en dankzij de liefde van mijn ouders en mijn broer en mijn sterke wil en enorme koppigheid, lukte het me steeds beter om me niet als slachtoffer te zien, me niet te vernauwen tot enkel dat ene kenmerk dat sommigen zien als mijn meest bijzondere en excentrieke: trans vrouw.

“Toen de hemelpoort niet openging na mijn geslachtsoperatie en ik niet automatisch gelukkig werd, was ik pas in de helft. De mentale slag die ik nog moest maken, bleek minstens even belangrijk als de fysieke. Ik heb moeten leren dat als ik geen relatie had, en daar ongelukkig over was, dat niets te maken had met mijn transitie. En als ik afgewezen werd evenmin. Het heeft me heel veel tijd gekost, maar als ik nu in de spiegel kijk, is dat niet langer onderzoekend en kritisch, maar op een manier waarop iedereen in de spiegel kijkt, bijvoorbeeld om mijn haar te borstelen. Niet toevallig kan ik nu voor het eerst in lange tijd weer echt verliefd zijn op een gelijkwaardige manier. Sinds juni heb ik een relatie met een jongen die ik al twee jaar ken. Hij is groot en sterk en gevoelig. Als hij zijn armen om me heen vouwt en ik in hem wegkruip, is alles veilig om me heen. Hij is leuk omdat hij slim en lief en gevoelig is, over mijn trans-zijn hebben we het nauwelijks. Het speelt geen rol. Dat was toen ik jonger was wel anders, toen kon ik verliefd worden op bijna iedereen die me accepteerde.”