Direct naar artikelinhoud
InterviewIraans-Belgische vrouwen

Iraans-Belgische vrouwen over de protesten in Iran: ‘Het is een strijd tegen het misbruik van het regime’

Kathy Pedrami: 'Ik trouwde in Iran, puur om te kunnen reizen.'Beeld Rebecca Fertinel

Drie weken geleden stierf Mahsa Amini (22) na hardhandig optreden van de Iraanse zedenpolitie. De reden? Een zichtbare haarlok. Veel Iraniërs trekken sindsdien de straat op. Ook Iraans-Belgische vrouwen laten van zich horen. ‘Dit is geen protest maar een revolutie.’

Homa Hosseini (53): ‘Je kunt de Iraanse jongeren niet meer tegenhouden’

“Ik kom uit Teheran en groeide tot mijn elfde op tijdens het bewind van de sjah, daarna begon de revolutie, in 1979. Plots moest ik een hoofddoek dragen als ik naar school ging, net als mijn moeder, die schooldirecteur was. Waarna het almaar strenger werd. Omdat ik nog jong was, stelde ik me er niet veel vragen bij. Een paar jaar later deed ik dat wel.

“Het contrast tussen het leven thuis en het leven buiten was groot. Ik had veel vriendinnen die wel een hoofddoek droegen, maar daar ging het niet om. We lieten elkaar daar altijd volkomen vrij in, het beïnvloedde onze vriendschap nooit. Alleen was het voor mij op het vlak van kleding wel een grotere aanpassing dan voor hen; ik was een andere persoon thuis dan in het openbaar. Soms werd ik tegengehouden door de zedenpolitie, maar dat bleef dan bij een opmerking.”

Homa Hosseini werkte als vroedvrouw, tot ze op haar 27ste naar België ging. “Ik wilde verder geneeskunde studeren en vertrok met een studentenvisum, ik sloeg niet op de vlucht. Toch was het een manier om een verschil te kunnen maken: door je je als vrouw verder te ontwikkelen, door te studeren en een carrière op te bouwen. Nu, er zijn wel degelijk mogelijkheden voor vrouwen in Iran. Mijn zus is daar gebleven en is nu een succesvol mond- en kaakchirurg. Dat is juist het pijnlijke.

Homa Hosseini: 'Het gaat er steeds grover aan toe, de zedenpolitie gaat almaar agressiever te werk en de dood van Mahsa was de spreekwoordelijke druppel.'Beeld Rebecca Fertinel

“Van de Iraanse bevolking is veertig procent jonger dan 24 jaar. Zestig procent van de universiteitsstudenten bestaat uit vrouwen. We hebben dus heel veel hoogopgeleide vrouwen in Iran. Maar hun stem wordt precies niet gehoord. Als je het vergelijkt met de dood van George Floyd, dan is het verschil dat er na die vreselijke gebeurtenis tenminste nog excuses werden aangeboden. Bij ons gaat een 22-jarig meisje dood door politiegeweld, maar er zijn geen excuses, er is geen uitleg, niets.”

Wat haar opvalt is dat de kloof tussen de conservatieve en de meer gematigde bevolking groter is geworden.

“Terwijl er heel veel gematigde gelovigen in het land wonen die eveneens tegen de harde maatregelen van de radicalen zijn. Maar het gaat er steeds grover aan toe, de zedenpolitie gaat almaar agressiever te werk en de dood van Mahsa was de spreekwoordelijke druppel. Ik hoop met heel mijn hart dat de protesten de komende dagen en weken niet te bloedig worden. Maar ik ben er wel bang voor. Het gaat om mijn landgenoten, die jongeren zouden mijn kinderen kunnen zijn. Het doet pijn dat mijn dochters in België kunnen leven zoals ze willen, met al hun rechten en plichten. In Iran kennen de jonge vrouwen en meisjes hun rechten en plichten ook, maar ze krijgen ze niet.”

Hosseini hoopt hoe dan ook dat er een vreedzame oplossing komt. “Ook als dit protest eindigt, zal het later toch weer opflakkeren. De machthebbers in Iran zullen op een dag toch echt moeten inzien dat het zo niet langer kan. De jongeren die nu op straat komen, kun je niet meer tegenhouden. Er is te veel gebeurd, het is te ver gegaan. En al komt het verzet niet van buitenaf, het speelt wel mee dat de bevolking beseft dat het systeem niet werkt. Alle bevolkingsgroepen moeten worden gehoord, net als in andere landen. Iran is van iedereen, met of zonder hoofddoek.”

Setareh Pourjavan (39): ‘Soms voel ik me schuldig omdat ik hier woon’

“Ik ben geboren in 1983, na de Iraanse Revolutie van 1979. Zes jaar na de revolutie ontvluchtten mijn ouders het land, samen met mijn broer, zus en ik, het nakomertje. Ik herinner me dus niet veel meer van mijn tijd in Iran, maar het land heeft altijd een grote rol in mijn leven gespeeld omdat ik de cultuur van huis uit meekreeg. We spraken Perzisch thuis en er kwam regelmatig familie over uit Iran.”

Toen ze ouder werd, begon Setareh Pourjavan te beseffen waarom haar ouders gevlucht waren. “Om ons, hun kinderen, een bestaan in vrijheid te kunnen geven. Een leven waarin we kansen kregen. Die hebben we ook benut, ik ben er nog altijd ongelooflijk dankbaar voor. In de vriendenkring van mijn ouders heeft iedereen wel iemand die tijdens de revolutie of kort daarna werd doodgeschoten door het regime. Dat is een trauma, en ook ik draag dat mee omdat ik de angst van mijn ouders en mijn familie scherp aanvoelde.”

In het begin wist ze niet goed wat ze van de huidige protesten in Iran moest denken. “Er zijn al eerder opstanden geweest die keihard werden onderdrukt. Ik durfde niet hoopvol te zijn omdat ik de vorige keren ook de teleurstelling had gezien bij mijn ouders. Het is dubbel: enerzijds voel ik me schuldig omdat ik hier woon en het geluk heb niet onderworpen te zijn aan het leven in Iran, anderzijds weet ik niet of ik me 100 procent gelegitimeerd voel om daar mee te gaan brullen.

Setareh Pourjavan: 'Ik probeer soms afstand te nemen van wat er gebeurt, maar het laat me niet los. Mijn grootste hoop is dat de opstanden deze keer niet te stoppen zijn.'Beeld Rebecca Fertinel

“Toch zou ik wel naar Iran willen gaan. Het is vreselijk onrechtvaardig wat er gebeurt en ik besef hoezeer ik ben opgegroeid met dat gevoel van onrecht. Dat maakt het heel persoonlijk voor me. Hoe kan dit gebeuren terwijl iedereen voortgaat alsof er niets aan de hand is? De frustratie en onmacht die ik voel, maken me verdrietig en onrustig. Ik probeer soms afstand te nemen van wat er gebeurt, maar het laat me niet los. Mijn grootste hoop is dat de opstanden deze keer niet te stoppen zijn.”

Veel mensen denken dat de protesten in Iran vooral tegen de radicale islam zijn maar het gaat over vrijheid en niet over religie, klinkt het. “Het is een strijd tegen het misbruik van het regime, dat onder het mom van religie allerlei beperkingen oplegt die nergens op zijn gebaseerd. Volgens de islam is een vrouw vrij in haar keuze om een sluier te dragen, bij mijn weten althans. Er is ook geen draagvlak voor een theocratie. Wie in Iran betrapt wordt op het drinken van alcohol, kan bestraft worden met zweepslagen. Dat is toch niet meer van deze tijd? Je kunt dat niet volhouden, je kunt een volk niet blijven onderdrukken. Maar de vraag is hoeveel levens het moet kosten voor we iets hebben bereikt…”

Kathy Pedrami (52): ‘Ik vind geen woorden om mijn afkeer van het regime te beschrijven’

Ze kan er niet van slapen, al nachtenlang niet. “De protesten in Iran houden me constant bezig”, zegt Kathy Pedrami. “Ik zit weliswaar veilig in België en heb ook geen familie meer ginder. Maar het is en blijft mijn thuisland, het gaat over mijn mensen. En dat doet pijn. Omdat ik wéét wat de mensen doormaken, ik heb het zelf meegemaakt.”

Pedrami was 26 toen ze Iran verliet, midden jaren 90. “Ik wilde met mijn vriend mee naar België maar volgens de islamitische regels in Iran mocht ik als vrouw jonger dan 30 niet zonder man reizen. Dus trouwden we, puur om te kunnen reizen. Een absurde situatie, maar helaas de realiteit in mijn geboorteland.”

Pedrami studeerde schone kunsten in Teheran en herinnert zich nog levendig hoe “schizofreen” haar bestaan was: “Binnenshuis was ik mezelf maar zodra ik naar buiten ging, was ik non-stop bezig met mijn haar dat niet onder mijn sluier mocht uitkomen of met mijn kleding die niets mocht onthullen. Voor de tekenlessen hadden we soms een naaktmodel nodig. We huurden dan iemand in en lieten die stiekem bij een van ons thuis komen. Als de lesgever op de universiteit onze tekeningen dan corrigeerde, stond er altijd iemand op de uitkijk voor de zedenpolitie. Tegen de tijd dat de politie in het klaslokaal arriveerde, waren alle naakttekeningen verdwenen en deed onze leerkracht alsof hij met iets anders bezig was.

Kathy Pedrami: 'In Teheran kun je als jongere bijzonder weinig. Dus gebeurt alles clandestien: feesten, alcohol drinken, dansen, muziek maken. En als de religieuze politie je voor zoiets oppakt, word je gestraft. Vind je het dan gek dat jongen mensen de straat opgaan?'Beeld Rebecca Fertinel

“We moesten altijd voorbereid zijn op de komst van de zedenpolitie, een zenuwslopende, angstige toestand. En toch lieten we ons niet doen, we gingen constant naar ondergrondse feestjes en als de politie opdook, renden we via de daken weg.”

De huidige generatie leeft op dezelfde manier, weet Pedrami. “Wat wil je ook? In Teheran kun je als jongere bijzonder weinig. Dus gebeurt alles clandestien: feesten, alcohol drinken, dansen, muziek maken. En als de religieuze politie je voor zoiets oppakt, word je gestraft. Vind je het dan gek dat jongen mensen de straat opgaan? Terwijl het niet eens om religie gaat, maar om individuele vrijheid.”

Pedrami gelooft niet dat de huidige protesten straks een stille dood sterven: “Er is een revolutie bezig, dit gaat veel verder dan een straatprotest. Het verschil is dat deze generatie zich volop bewust is van wat er in de wereld gebeurt. Ze beseft de kracht van het volk, al wordt die kracht tot nu toe zwaar neergeslagen. Mijn vrienden in Iran vertellen me dat ze die religieuze politie meer dan beu zijn. Dikwijls gaat het om buitenlandse teams uit Libanon, Syrië, of Irak. De agenten spreken Arabisch, de bevolking verstaat hen niet eens en vraagt zich af wat die ‘indringers’ te zoeken hebben in Iran.

“Ik vind geen woorden om mijn afkeer van het regime te beschrijven. We hebben geen ayatollahs nodig die de bevolking dom houden, we willen verstandige mensen aan de leiding, mensen die weten hoe ze ons land kunnen vooruithelpen, op sociaal en economisch vlak. En die vrouwen de keuze geven om al dan niet een hoofddoek te dragen. Dat is een mensenrecht.”

Mahsa Malekzadeh (40): ‘Van sommige vrienden hoor ik niets meer, zo bang zijn ze’

“Waarom de mensen in Iran nu ondanks het politiegeweld de straat op blijven gaan, en vroeger niet, heeft te maken met de jongeren. Ze zitten in een crisis, hebben het gevoel dat ze niet veel te verliezen hebben en houden dus vol. Niets mag, jongens en meisjes moeten apart zitten, je kunt in Iran nergens uitgaan en onbekommerd jong zijn. Alles moet stiekem en dat wordt op den duur een ongezonde gewoonte. Als ik naar mijn vrienden en familie ginds luister, krijg ik de indruk dat de jongeren steeds driester worden, dat ze steeds meer risico ­nemen.

“Van sommige vrienden hoor ik niets meer, hun sociale media zijn volledig geblokkeerd omdat ze te veel over de opstanden posten. Ook lijkt het erop dat mijn whatsappjes eerst door de overheid worden gefilterd, want mijn vrienden ontvangen ze pas uren later. Een aantal vrienden zijn zo bang dat ze totaal geen contact meer durven op te nemen. Ze zijn bang dat ze worden afgeluisterd en dat hun berichten gefilterd worden.

“Die angst is terecht, denk ik. Maar ondanks alles gaan ze toch door met hun verzet. Dat vind ik bijzonder moedig. Daarom is het zo fijn dat een aantal bekende vrouwen in het Westen een lok haar hebben afgeknipt, uit solidariteit. Op zich haalt het misschien niets uit, maar het is wel een sterke boodschap: de Iraanse vrouwen staan er niet alleen voor.”

Mahsa Malekzadeh: 'Als mijn ouders een feestje gaven, maakten ze zich grote zorgen om de eventuele pakkans en de straffen die eraan waren verbonden.'Beeld Rebecca Fertinel

Zelf woonde Mahsa Malekzadeh tot haar zesde in het land. “Ik ben geboren in Sari, in het noorden. Mijn ouders waren niet gelovig, na de revolutie hebben ze het heel moeilijk gehad met de nieuwe manier van leven. Ik weet nog dat we eens een kinderfeestje thuis hadden met jongens en meisjes en dat zelfs toen de zedenpolitie aan de deur kwam om de boel te controleren. De muziek moest stoppen, ze keken heel zuur en de sfeer was daarna meteen weg.

“Ik weet ook nog dat ik als zesjarig meisje op school mijn hoofd volledig moest bedekken, samen met een lange broek en een soort tuniek. Het was warm en de hoofddoek spande hard, ik kreeg er uitslag van, onder mijn kin. Ik had er dan ook meteen een hekel aan; als ik thuiskwam, deed ik hem meteen af. Waarom ik hem moest dragen, wist ik niet. Mijn ouders zeiden dat het bij het schooluniform hoorde.

“Ze waren altijd bang, altijd op hun hoede. Op straat kon je de zedenpolitie niet herkennen omdat ze burgerkledij droegen, dat maakte het nog akeliger. Bij ons thuis werd alcohol gedronken en als mijn ouders een feestje gaven, maakten ze zich grote zorgen om de eventuele pakkans en de straffen die eraan waren verbonden.”

Een paar maanden na het door de zedenpolitie verstoorde kinderfeestje vertrok Malekzadeh met haar ouders naar België. “Mijn ouders wilden niet meer onder het regime van Khomeini leven. Ik was verdrietig omdat ik mijn oma en tantes moest achterlaten. Wie weet zag ik ze nooit meer terug. Dat soort dingen maakt diepe indruk op een kind, net als de angst waarmee ik was grootgebracht.

“De vrijheid die ik in België ervoer, maakte dan weer veel goed. Ik kon de kleren dragen die ik wilde en gewoon op straat wandelen, zonder helemaal bedekt te zijn. Het was fijn om mijn haar te kunnen laten zien. In het zwembad kon ik samen met mijn broertjes zwemmen, ook dat vond ik leuk. Wist ik veel, ik was een kind. Maar het doet me nog altijd beseffen wat een groot goed onze vrijheid is. Voor ons is het zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet.”

Nilufar Ashtari (50): ‘Iraanse vrouwen zijn vaak hoogopgeleid en zitten niet aan de haard’

Ze groeide op in België als kind van een Vlaamse moeder en een Iraanse vader, en voelt zich dan ook meer Vlaamse dan Iraanse. Maar de fascinatie voor Iran is er wel. Na haar doctoraat over vrouwen in de Iraanse cinema trok Nilufar Ashtari naar Teheran om onderzoek te doen aan de filmacademie. “Vrouwen moesten altijd een hoofddoek dragen in filmscènes. De enige manier om er onderuit te komen was ofwel door een pruik te dragen – dat kon dan weer wel – of door je kaal te scheren, want dan was er inderdaad geen haar zichtbaar. Filmregisseurs gingen heel creatief om met de censuur.

Nilufar Ashtari: 'Vrouwen moeten kunnen kiezen of ze wel of geen hoofddoek willen dragen en de zedenpolitie zou moeten worden afgeschaft. Het debat is nu op gang getrokken, maar tegen welke prijs?'Beeld Rebecca Fertinel

“Tijdens mijn eerste reis naar Iran ontmoette ik ook familieleden die zich naakt voelden zonder hun hoofddoek. Ze droegen heel kleurrijke chadors op een speciale manier, heel sierlijk. Ze wilden niet naar Europa omdat ze zich daar niet thuis zouden voelen, maar ze waren wel heel nieuwsgierig naar mij. Intussen lazen ze Jane Austen en waren ze bijzonder hip. Dat mag ook eens gezegd worden. De realiteit is niet zo zwart-wit, de maatschappij zit veel complexer in elkaar.

“Iraanse vrouwen zijn sterk en intelligent. Ze staan veraf van het beeld dat veel westerse mensen van hen hebben. Ze zijn vaak hoogopgeleid en zitten niet aan de haard. Ze dragen de hoofddoek los en gebruiken graag make-up. In Teheran zie je ook dat steeds meer jonge vrouwen androgyn gekleed gaan, met wijde broeken en sweaters. Ze behoren tot Generatie Z, de zoomers, en zijn echte digital natives. Net als hier is TikTok onder deze generatie heel populair. Iraniërs zijn ook dol op westerse mode en volgen die op de voet.

“Net als in de tijd dat ik in Teheran studeerde, probeert de overheid het Westen buiten te houden. Toen werd er gejaagd op schotelantennes, maar nu, met Instagram, YouTube, Telegram en alle andere kanalen, is die controle bijna onmogelijk geworden. Ik zou eigenlijk mee op de barricaden willen staan, want het maakt me ontzettend boos wat er gebeurt. Vrouwen moeten kunnen kiezen of ze wel of geen hoofddoek willen dragen en de zedenpolitie zou moeten worden afgeschaft. Het debat is nu op gang getrokken, maar tegen welke prijs? De beelden van Mahsa, maar ook van de jonge vrouwen Hadis en Nika die stierven in de strijd voor vrijheid, staan in mijn geheugen gegrift.

Of de opstanden uitmonden in de val van het regime, is nog maar de vraag, denkt Ashtari. “Wat er nu gebeurt, is revolutionair, maar er zijn wel 80 miljoen mensen in Iran, en wat wij zien is gefilterd door de sociale media. Ik lees online dat de vrouwen in een bepaalde plaats op straat komen, terwijl ik van vrienden hoor dat het er net heel rustig is. Wat is dan wel en niet waar, vraag ik me af. Dat wil niet zeggen dat er geen geweld wordt gebruikt tijdens de protesten.

“Of het om een existentiële crisis gaat, weet ik niet. Het is in elk geval een sociale crisis en de jongeren en scholieren zijn – terecht – ontzettend kwaad. Elke verandering in de machtsverhoudingen zal van binnenuit moeten komen. Dat is de enige manier waarop een escalatie van het geweld eventueel kan worden vermeden.”