Groot deel van ruim 160.000 aangeplante bomen in Oost-Vlaanderen overleefde niet: "Door bodemsoort, omgeving en klimaatverandering"
Een groot deel van de meer dan 160.000 bomen die Bosgroep Oost-Vlaanderen vorige winter aanplantte, overleefde niet. Dat komt deels door de droge en hete zomer, maar ook andere factoren zoals de bodemsoort en de standplaats is van belang bij het overleven.
Hoe meer bomen, hoe beter. Dat geldt zeker voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bosgroep Oost-Vlaanderen heeft er dan ook werk van gemaakt om vorige winter bijna 165.000 bomen aan te planten op verschillende plaatsen in de provincie. "Het gaat om een kleine 90 hectare bos", legt Sylvie Mussche van Bosgroep Oost-Vlaanderen uit.
Soorten bodem
Maar veel van die bomen hebben het niet overleefd. In het Waasland bijvoorbeeld heeft 30 à 40 procent van de aangeplante boompjes het niet gehaald. En dat komt door verschillende factoren, alhoewel er wel een uitspringt, legt Mussche uit. "Veel heeft te maken met de bodem. Zanderige grond laat het regenwater heel snel doorsijpelen. Het water wordt niet vastgehouden. Voor heel jonge boompjes wordt het dan moeilijk om na een tijdje nog water te vinden in de bodem."
Een boom kan in een zanderige grond moeilijk water opnemen, maar in een lemige grond kan dat dan weer veel beter
Maar bij een rijkere kleibodem, zoals in de regio Vlaamse Ardennen, heb je dan het tegenovergestelde effect: "Daar houdt de grond makkelijker water vast. De boompjes kunnen er langer water uit de bodem halen." Ook de "bodemgezondheid" is belangrijk, legt Mussche uit: "De hoeveelheid organisch en plantaardig materiaal in de bodem speelt een belangrijke rol in het goed groeien van de boom, en in de gezondheid van het bos."
Schaduw en snelgroeiende soorten
Naast de bodem is ook de omgeving erg belangrijk. "Een jong bosje dat wordt aangeplant vlak naast een bos dat er al is, zal zelfs in volle zon profiteren van de schaduw die de bomen ernaast geven. Die boompjes zullen de hitte makkelijker overleven." En er zijn nog "trucjes" om de overlevingskansen te verhogen. "Soms planten we verschillende soorten bij elkaar. Snelgroeiende soorten tussen andere kunnen sneller schaduw geven aan de andere boompjes."
De organisatie plant niet alleen bossen aan, maar staat particulieren met raad en daad bij die bomen willen aanplanten op hun privé terrein. "We bekijken iedere situatie apart. Bij een heraanplant kijken we naar de bodem en de omgeving om te zien welke boomsoort er geschikt is. En sommige bomen kunnen er misschien toch nog doorkomen. We vragen dan aan eigenaars om een seizoen te wachten om te zien wat er gebeurt."
Daar waar de bomen toch echt dood zijn, bekijkt de organisatie samen met de eigenaar om eventueel bomen bij te planten, of zelfs volledige stukken opnieuw te planten.
Klimaatverandering
Sylvie Mussche legt er de nadruk op dat naast al deze factoren, zoals de bodemsoort en de standplaats van een bos, de klimaatverandering veel invloed heeft. "De zomers gaan niet verbeteren op dat vlak. We denken nu al heel erg na hoe we in de toekomst met de veranderingen moeten omgaan. We zijn het bosbeheer aan het afstemmen op het klimaatbeheer van de toekomst."
Hoe gezonder onze bossen en onze natuur, hoe beter zij de warme droge zomers zullen weerstaan
Mussche legt ook nog uit dat een bos zelf een effect heeft op de klimaatverandering. "Een bos moet zich kunnen aanpassen aan de veranderingen in de toekomst, maar heeft zelf ook een impact op de klimaatverandering. Hoe gezonder onze bossen en onze natuur kunnen zijn, hoe beter zij het effect van die warme droge zomers zullen opvangen."
