"Pano" ging in gesprek met sluikstorters in Brussel: "Als je in een klein appartement woont, is een stinkende zak restafval niet vol te houden" 

Wat zorgt ervoor dat iemand gaat sluikstorten? Egoïsme en een gebrek aan band met de openbare ruimte, dat sowieso. “Maar als je in een klein appartement woont, is zo’n stinkende zak restafval gewoon niet te doen”, zegt een sluikstorter ook aan “Pano”.  Kleine behuizing, armoede, culturele gewoontes, het zorgt er allemaal voor dat een gestorte vuilzak een uiting is van zoveel meer dan enkel “je m’en fous”

Net als veel andere grote steden kampt Brussel met een sluikstortprobleem. Een groot probleem: elk jaar wordt in Brussel-Stad het gewicht van het Atomium - 2500 ton - aan illegaal afval opgehaald door de gemeentediensten. Daarbovenop komen nog eens de gewestelijke ophalingen, in 2021 goed voor 4229 ton in de regio. Begrijpelijk dat buurtbewoners en vuilniswerkers dat zien als een gebrek aan respect of botweg egoïsme, want er is nu eenmaal een groot aanbod aan oplossingen in de hoofdstad. 

Op heel wat plaatsen zijn er bijvoorbeeld tweemaal per jaar mobiele containerparken, met containers in de straat. Zo raken ook Brusselaars zonder auto - en dat is de meerderheid - af van hun grof vuil. Bovendien kan elke Brusselaar minstens één keer per jaar drie kubieke meter laten ophalen door het gewest. In de gemeente Sint-Gillis kan dat zelfs vier keer, tot twintig kubieke meter. En dat allemaal gratis. 

Meer dan egoïsme

De Brusselse diensten komen afval dus praktisch in de huiskamer ophalen. Zijn sluikstorters dan vooral egoïsten, of speelt er toch meer mee? “Pano” sprak met verschillende mensen die sluikstorten, in uitgebreide interviews of gewoon op straat. “Ik doe dat niet met slechte bedoelingen”, zegt een van hen.

Je wil geen slaaf zijn van je afval. Je wil dat gewoon kunnen buiten zetten wanneer het nodig is

Anonieme sluikstorter

“Het was een drukke periode. Je probeert dan een afspraak te plannen, zodat de stad het vuil komt ophalen. Maar dat past dan om een of andere reden toch weer niet in je agenda. Je wil geen slaaf zijn van je afval. Je wil dat gewoon kunnen buiten zetten wanneer het nodig is”, klinkt het, “want als je in een klein appartement woont, is zo’n stinkende zak restafval gewoon niet te doen.” 

BEKIJK - “Pano” ging in gesprek met verschillende sluikstorters. “Je ziet ook dat er veel afval op straat staat”, zegt de sluikstorter, “en vuil nodigt dan ook vuil uit”:

Videospeler inladen...

Ze komen toch

Vuil zorgt dus voor vuil, zegt deze sluikstorter. Want als een ander zijn vuil op straat mag dumpen, waarom ik dan niet? En de ophaaldiensten nemen het toch mee. “Ik heb geen plaats om dit soort zaken te zetten. Ik heb een appartement met enkel een salon en keuken”, vertelt een sluikstorter die onze redactie ‘s nachts een zitbank op straat zag dumpen. “Maar morgen komt de vrachtwagen voor dit soort dingen, denk ik.”

Hetzelfde horen we bij een moeder die we schoenen tussen de vuilzakken zien gooien, vlak aan haar woonplaats aan het Liedtsplein in Brussel. “Het is toch de dag van de vuilzakken?”, klinkt het daar. 

Ik heb geen plaats om dit soort zaken te zetten. Ik heb een appartement met enkel een salon en keuken

Anonieme sluikstorter

Is het dan een oplossing om het vuil gewoon te laten staan? Volgens Geert Pierre alvast niet. Hij werkt bij de Dienst Netheid van de Brusselse gemeente Schaarbeek en zet zich al twintig jaar in voor openbare netheid. “Dan straf je eigenlijk alle mensen die daar problemen mee hebben”, zegt hij. “Maar de sluikstorter zelf trekt zich daar niks van aan.” 

BEKIJK - “Pano” kreeg verschillende bewakingsbeelden in handen waarop te zien is hoe mensen sluikstorten. Het gebeurt vaak bij klaarlichte dag, en soms komen de sluikstorters ook uit Vlaanderen tot in de hoofdstad:

Videospeler inladen...

Hard en zacht

Sommigen zijn voor een zachtere aanpak. Beter informeren, sensibiliseren, opleiden. Bijvoorbeeld om gewoontes te veranderen. Tijdens een les bij het Brussels onthaalbureau voor nieuwkomers (BON) blijkt dat het Brusselse sorteersysteem niet voor iedereen vanzelfsprekend is. "In Marokko wordt er niet gesorteerd. Ik heb nooit gesorteerd", zegt een vrouw met Marokkaanse roots. "In Guinée-Conakry gaat alles in de goten of de straat op", zegt Diabaté, die nu acht maanden in België woont. Zij zijn voor alle duidelijkheid geen sluikstorters, maar het illustreert wel dat gewoontes mee het probleem in de hand werken.

Of moet er meer repressie zijn, de harde aanpak: een hogere pakkans en hogere boetes? In Schaarbeek werden vorig jaar 1.251 boetes uitgeschreven voor sluikstorten, in Sint-Gillis 1.500 en in Brussel-Stad 6.000. En het gaat om forse bedragen: in Schaarbeek betaal je 135 euro voor een sigarettenpeuk op de grond en 455 euro per kubieke meter sluikstort. In Anderlecht krijg je een boete van 200 euro per illegaal gestorte zak. Bovendien wil minister van Leefmilieu Maron (Ecolo) dat boetes voortaan ook rechtstreeks geïnd kunnen worden door de afvaldiensten, zonder via het parket te gaan.

Toch is het voor zulke zogenoemde “repressieteams” niet altijd eenvoudig om een sluikstort van legaal afval te onderscheiden. Op een tocht doorheen Schaarbeek met het gemeentelijke repressieteam botsen we op een matras en een hoop dekens in een berm. Alles wijst op een sluikstort, alleen heeft de eigenaar weldegelijk een afspraak gemaakt met het gewest voor een ophaling. Het afval staat enkel te vroeg buiten, en niet op de juiste plaats. 

Wat op het eerste zicht sluikstort lijkt, is dat uiteindelijk niet altijd.

Containers

Zijn er dan toch nog te veel drempels om afval correct te laten ophalen: een afspraak regelen voor een ophaling blijft immers meer werk dan je afval gewoon op straat te zetten? Volgens sommigen moet Brussel overschakelen op een systeem van permanente containers, zodat je niet op een ophaling moet wachten om je afval buiten te zetten.

Vuilzakken zijn een concept dat echt passé is in alle grote Europese steden

Elke Roex, voormalig schepen van Netheid in Anderlecht (Vooruit)

“Vuilzakken zijn een concept dat echt passé is in alle grote Europese steden”, zegt Elke Roex. Zij is de voormalige schepen van Netheid in Anderlecht voor Vooruit. “Ik denk dat we daarvan af moeten, zodat mensen op elk moment hun afval op een correcte manier weg kunnen gooien, in een container.” 

Zulke containers - vaak ondergronds - bestaan al in Brussel-Stad, Etterbeek en in Anderlecht. 70 procent van de Brusselaars is nog aangewezen op een vuilzak, 30 procent kan via een container in het appartementsgebouw werken. Ook Antwerpen en pakweg Barcelona en Amsterdam zetten er volop op in. In Amsterdam wordt 83 procent van het restafval opgehaald via ondergrondse containers. 

Minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) is niet tegen een uitbreiding van het containersysteem, al is de vraag waar die moeten komen. “Voor een ecologist als ik is het geen probleem om parkeerplaatsen te schrappen, maar voor sommigen is dat wel een probleem. Op de trottoirs kan je ze niet aanleggen.”  

Er wordt minder gesorteerd in containers dan in zakken

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu (Ecolo)

Daarnaast ziet hij ook nadelen aan zulke ondergrondse containers. “Er wordt minder gesorteerd in containers dan in zakken”, zegt de minister. “Dat wil zeggen dat er meer afval naar de verbrandingsoven gaat, terwijl dat net minder moet worden.” Brussel wil daarom sorteren stimuleren door de witte restafvalzak minder op te halen, en vaker de zak voor organisch afval en PMD. 

Politieke complexiteit

Zo wordt sluikstorten opnieuw niet enkel een individuele keuze, maar ook een politiek probleem. En over dat Brusselse afvalbeleid valt wel wat te zeggen. Het Brussels Gewest telt 19 gemeentes, die de gemeentelijke wegen onderhouden. De grotere gewestwegen zijn dan weer voor de gewestelijke dienst Net Brussel. Maar er zijn ook supracommunale wegen. Gemeentelijke wegen, die toch door het Gewest onderhouden worden. En er zijn nog partners, zoals de MIVB, die de trambedding zelf moet onderhouden.

Neem nu de Kunstberg, vlak aan het station Brussel-Centraal: verschillende diensten zijn bevoegd. “Regie der Gebouwen is er verantwoordelijk. Het blauwe voetpad, de blauwe steen, dat is voor het Gewest. En de gravel ernaast, dat is voor Brussel Leefmilieu”, zegt Evert Dams, operationeel ingenieur bij de gewestelijke dienst Net Brussel. “Dat kan toch eenvoudiger: één groep, één agentschap.”

Het park aan de Kunstberg in Brussel: blauwe vakken zijn te kuisen door het gewest, de groene door Brussel Leefmilieu.

Maar Brussels minister Alain Maron (Ecolo) is niet meteen van plan om die politieke complexiteit grondig te hervormen. Er komt wel een “samenwerkingsraad”, waar Net Brussel, Brussel Leefmilieu en de gemeenten in vertegenwoordigd zijn. “Er komt dus geen nieuw orgaan, maar wel een nieuwe methode, om beter samen te werken en alles te coördineren.” 

Meest gelezen