Direct naar artikelinhoud
InterviewAaron Blommaert

Aaron Blommaert: ‘Het is vervelend als mensen zomaar wat insinueren. Over mijn liefdesleven, bijvoorbeeld’

Aaron Blommaert: ‘Ik sta heel gulzig in het leven. Ik wil álles.’Beeld Geert Van de Velde

De carrière van Aaron Blommaert gaat als een speer: hij acteert in Familie, heeft een eigen radioprogramma op MNM, zingt in de boysband BOBBY en staat elke vrijdag en zondag naast An Lemmens in The Voice van Vlaanderen. Daarnaast presenteert hij mee Tien om te zien en was hij te zien in de Ketnet-musical Kadanza, in de hitserie #LikeMe én in de jongste Jan Verheyen-film Bittersweet Sixteen, waarvoor hij ook de soundtrack verzorgde. En ja, hij is écht nog maar 20 jaar.

Aaron Blommaert: “Ik sta heel gulzig in het leven. Ik wil álles: ik wil heel grote dingen doen, en dan zie ik een klein theaterstuk en wil ik dat óók. Ik heb ook altijd het gevoel dat ik te weinig aan het doen ben, dat ik meer audities zou moeten doen en meer muziek zou moeten maken. Mensen zeggen me dat ik nog alle tijd heb, maar is dat wel zo? Het leven is zo kort.”

Je stond op je tiende al op het podium van het Junior Eurovisiesongfestival.

Blommaert: “Volgens mijn mama zat ik als klein manneke voor de tv en vroeg ik: hoe kom ik daarop? Ik zocht voortdurend naar audities en wedstrijden op het internet, en Junior Eurosong was het eerste dat ik tegenkwam. Er volgden daarna nog héél veel wedstrijden, ik deed mee aan alles waaraan ik kon meedoen. Achteraf gezien vraag ik me af of het nodig was om op zo’n jonge leeftijd aan zoveel audities en wedstrijden mee te doen. Ik heb collega’s van mijn leeftijd die gewoon nu beginnen en even ver staan. Maar die gulzigheid zat er toen al in: ik moest en zou alles proberen.”

Waarom wilde je zo graag op tv komen?

Blommaert: “Ik ga het niet onder stoelen of banken steken: ik stond gewoon graag in de belangstelling. Op familiefeesten was ik het kind dat op de tafel ging staan en een toneeltje bracht. Ik had graag dat ze naar mij luisterden, ik wilde gezien worden.”

In de podcast Gossip Guy vertelde je dat je desnoods je broek had laten zakken om aandacht te krijgen.

Blommaert (lacht): “Dat is echt gebeurd, volgens mijn mama. Waarschijnlijk voelde ik dat mijn toneeltjes niet meer werkten. Het was mijn manier om mensen aan het lachen te brengen, denk ik.”

Lees ook

TikTokker of youtuber? Nee, Ketnet-wrapper is wat iedereen wil worden

Drie jaar na Eurosong nam je deel aan The Voice Kids.

Blommaert: “Ik maakte als kind al liedjes. Ik schreef teksten op melodietjes van Kabouter Plop, en toen ik wat ouder was, schreef ik nummers voor mijn liefjes op muziek van Spring en Bart Peeters. Om mijn liefde te verklaren. Of om mij ergens voor te excuseren, dat gebeurde ook (lachje).

The Voice Kids is waarschijnlijk het spannendste dat ik ooit gedaan heb. Man, de stress die ik toen had! Volgens mij had ik toen meer ballen aan mijn lijf dan nu, ik weet echt niet of ik het opnieuw zou durven. Het helpt me nu natuurlijk wel bij de presentatie van The Voice: ik weet wat die mensen doormaken.”

Jij mag als sidekick van An Lemmens de kandidaten bijstaan voor en na hun optreden.

Blommaert: “Het is fantastisch. Ik weet dat ze bij VTM in me geloven en dat ze me kansen willen geven, maar ik had niet verwacht dat ik zo snel zoiets groots zou mogen doen. Ik deed mijn schermtest met kinderen, dus dacht ik dat het voor The Voice Kids zou zijn, ook omdat ik al enkele dingen voor Ketnet heb gedaan. Maar het was dus voor het grote The Voice. Ik heb met klamme handjes toegezegd. Ik denk al snel dat ik niet goed genoeg ben, maar tot nu toe is het vlot gegaan. En hoe meer de opnames vorderen, hoe comfortabeler ik me voel.”

Wat vind je het moeilijkst?

Blommaert: “Ik moet altijd vlot en ad rem zijn. Dat leidt al eens tot … onhandige uitspraken. Eén keer stond ik bij een kleine jongen, zijn papa deed auditie en het jongetje zei: ‘Het komt goed, ik heb mijn gelukskousen aan.’ Waarop ik eruit flapte: ‘Ha, dan zullen we eens zien of die echt werken.’ Ik kon me voor het hoofd slaan: shit, shit, shit! En ook: please, please, please, coaches, dráái! Anders was dat kindje al het geloof in zijn geluksbrengers kwijt!

“Binnenkort beginnen we aan de lives, daar kijk ik naar uit, maar het bezorgt me ook wat gezonde stress.”

Als radiopresentator ben je toch gewend om live te gaan?

Blommaert: “Dat is waar, die ervaring helpt me zeker. Nu, op de radio ben ik ook al goed op mijn bek gegaan, hoor. Tijdens een interview over zwaartekracht begon ik van de pure stress eens over Albert Einstein in plaats van Isaac Newton. Help! Ik hoop dat ik zulke blunders niet zal slaan in The Voice.”

‘Ik had niet verwacht dat ik zo snel iets groots als ‘The Voice’ zou mogen presenteren. Ik heb met klamme handjes toegezegd.’Beeld VTM

MUILEN EN FEESTEN

Ben je streng voor jezelf?

Blommaert (knikt): “Ik kijk altijd terug naar de programma’s die ik heb gemaakt, en dan maak ik een lijstje van alles wat beter had gekund. Ik zou misschien ook moeten opschrijven wat ik wel goed deed, maar ik ben kritisch, ik wil uit mijn fouten leren en beter worden. Ik kijk ook altijd alleen, ik zou er ongemakkelijk van worden als er anderen meekijken.”

Het Laatste Nieuws kopte eerder dit jaar dat ‘Aaron Blommaert de leegte van Niels Destadsbader moet opvullen’.

Blommaert: “Tijdens mijn deelname aan The Voice Kids vroegen ze mij of ik de nieuwe Niels Destadsbader wilde worden en natuurlijk zei ik ‘ja’: ik was dertien. Vandaag zou mijn antwoord anders zijn: het is een geweldig compliment om met hem vergeleken te worden, maar nee, ik wil niet de nieuwe Niels of de nieuwe Koen (Wauters, red.) zijn, ik wil gewoon de best mogelijke Aaron zijn, en ik hoop dat mensen me zullen leren kennen zoals ik ben, zoals mijn vrienden mij kennen.”

Hoe is dat dan?

Blommaert: “Ik ben heel gevoelig. Ik beleef elke emotie intens: blijdschap, verdriet, kwaadheid … Mijn ouders vergelijken mijn leven weleens met een musical, omdat alles bij mij zo groot is. Ze zeggen dat ik me moet laten testen op hoogsensitiviteit, maar ach, wat niet weet, niet deert.

“Verder denk ik veel na en geef ik veel liefde. Ik heb ooit in een interview gezegd dat ik me geen moment kan herinneren waarop ik niet verliefd was, maar ik bedoelde daar eerder mee dat er altijd wel een speciale persoon in mijn leven is, iemand in wie ik graag veel energie steek en van wie ik ook veel terugkrijg. Dat heeft ook met die gevoeligheid te maken, denk ik.”

Ben je, door zo jong te beginnen werken, sneller volwassen geworden?

Blommaert: “Ik denk van wel, maar dat komt door een combinatie van factoren. Ik ben heel open-minded opgevoed. Mijn moeder is opvoedingsdeskundige, ze schrijft over opvoeding en over de omgang met pubers. Bij ons thuis is alles bespreekbaar, en ik voerde al op jonge leeftijd volwassen gesprekken aan de ontbijttafel. Daarnaast ben ik inderdaad heel rap in de werkende wereld terechtgekomen, en dat vormt je. Ik merkte dat in de omgang met leeftijdsgenoten: zij hadden het over muilen en feesten, ik over opnames die waren uitgelopen. Ik ben ook nooit mee geweest met dat hele online gebeuren. Mijn vrienden zijn daar supergoed in, ik kan bij wijze van spreken amper typen op de computer. Mijn opdrachten voor school waren altijd handgeschreven.

“Ik vraag me soms af of ik anders zou zijn als ik gewoon was gaan studeren. Wellicht wel, we worden gevormd door onze ervaringen. Misschien zou ik wat meer je m’en fous zijn. Nu ben ik heel gefocust en braaf, al kan ik het soms niet laten om toch eens iets uit te steken waarvan mensen zeggen: aha, dat is toch niet zo nen brave. Ik wil ook niet dat ik op mijn sterfbed moet denken: had ik me maar meer geamuseerd. Het is al geen makkelijke tijd, en je kunt niet de hele tijd op eieren lopen, toch?”

Voor jonge mensen moet de toekomst momenteel erg onzeker ogen.

Blommaert (knikt): “Sla de krant open en alles wat je leest, is angstaanjagend. En als ik nu één gevoel probeer te vermijden in mijn leven, dan is het wel angst. Mensen van mijn leeftijd hebben het bijvoorbeeld vaak over hun vrees om nooit een eigen huis te kunnen betalen. Ik probeer die gesprekken te negeren, ik heb het graag wat luchtiger. Ik ben bijvoorbeeld ook heel lang naar Karrewiet blijven kijken, omdat dat het nieuws positief benadert.”

Lig je er anders te veel van wakker?

Blommaert: “Ik heb niet de drang om de wereld te verbeteren, laat mij het maar gewoon plezant maken, voor wat entertainment zorgen. Dat zie ik als mijn taak. Je zult me ook niet gauw mijn mening horen delen in programma’s zoals De tafel van vier. Wat mijn generatie deed voor het klimaat – de klimaatmarsen en zo – vond ik prachtig, maar vraag mij niet om zelf zoiets te organiseren. Ik wil niet verantwoordelijk zijn, ik zou te bang zijn dat mensen me iets kwalijk nemen. Ik wil altijd dat iedereen me tof vindt, ook al weet ik dat dat onmogelijk is.”

Je papa is schepen voor N-VA in Aalst. Dat zou dan niks voor jou zijn?

Blommaert: “Oh, nee. Ik wil mensen samenbrengen, niet verdelen. En geen enkele politicus of politica wordt door iederéén graag gezien. Als ze ooit zo iemand vinden, moeten ze die meteen aan de top van de wereld zetten.

“Mijn vaders politieke mening is niet dezelfde als de mijne. Als puber botste ik met hem daarover, ik zei in alles het tegenovergestelde, puur om hem uit te dagen. Nu, met ouder te worden, kan ik de dingen beter in perspectief plaatsen. Ik heb veel respect gekregen voor zijn job, vooral omdat hij die graag én goed doet. Hij staat ook steeds open voor een discussie met mij, al weet hij dat ik geen makkelijke gesprekspartner ben in dit soort onderwerpen.”

Was je een brave tiener?

Blommaert: “Een heel brave, denk ik. Af en toe was er een opstoot van mijn innerlijke puber, en dan kwam ik eens veel te laat thuis. Ik moet nu denken aan die keer dat ik ’s avonds met een meisje had afgesproken en mijn moeder dat niet mocht weten. Ik zei dat ik ging joggen. Zij viel in slaap voor de tv, schrok wakker om twaalf uur ’s nachts, zag dat ik nog niet thuis was én dat mijn sportschoenen nog in de gang stonden … Ik weet nog exact hoe ik ’s nachts al haar gemiste oproepen zag, hoe ik thuiskwam en haar silhouet door het raam zag, en hoe ik heel hard dacht: ik ben een slecht mens (lacht).

“Ik heb ook eens huisarrest gekregen tijdens het WK voetbal, toen België tegen Frankrijk speelde (in 2018, red.). Ik ging kijken op een groot scherm en werd zo dronken dat ik ’s morgens niet meer wist of we gewonnen of verloren hadden. Nu ja, het feit dat ik me die voorvallen nog zo goed herinner, betekent wel dat ze zeldzaam waren. Ik was vooral een enorme streber, zowel op school als in het basketbal, mijn favoriete sport. Ik wilde altijd alles goed doen.

“Achteraf gezien nam ik het toen allemaal veel te serieus. Misschien voel ik daardoor nu nog steeds af en toe de drang om een klein beetje ‘foert’ te zeggen. Ik probeer de dingen af en toe eens los te laten. Ik zie hetzelfde bij collega’s van mijn leeftijd: zij zijn ook heel gedisciplineerd in hun werk, maar in een privésituatie kunnen we samen roepen, drinken en feesten, en doen we alles wat hoort bij het puber- of jongvolwassen-zijn.”

Je hebt dat ook deels moeten missen: je zat in het zesde middelbaar toen het coronavirus uitbrak en ons sociale leven lamlegde. Eigenlijk is jouw jaar het zwaarst getroffen van iedereen: jullie konden niet op een normale manier afstuderen en niet op een normale manier aan het hoger onderwijs beginnen.

Blommaert: “Dat is zo, ik heb geen eindejaarsreis gehad, geen eindejaarsbal. Ik vond dat heel jammer, maar om eerlijk te zijn kwam het me ook wel een beetje goed uit. Ik speelde dat jaar in de musical November ’89 en Familie. Ik had veel lessen gemist en om nog te kunnen slagen, moest ik een grote inhaalbeweging maken. De extra tijd die vrijkwam door de lockdown was dus welkom.

(Gniffelt) Ik heb nog geprobeerd om het op een akkoordje te gooien met de directie: ‘Als ik al die examens moet afleggen, en ik slaag niet, wordt het moeilijk om hier volgend schooljaar te blijven …’ Ik deed wel wat voor de school, ik had goede punten en speelde mee in het toneel dus ik dacht: voor wat, hoort wat. Het heeft niet gepakt (lacht). Ik heb alle examens afgelegd, en geen idee hoe, maar ik ben geslaagd.”

‘Ik wil niet verantwoordelijk zijn, ik zou te bang zijn dat mensen me iets kwalijk nemen. Ik wil altijd dat iedereen me tof vindt, ook al weet ik dat dat onmogelijk is.’Beeld Geert Van de Velde

GEHEIME LIEFDE

Je had het daarnet over je hang naar aandacht. Nu je volop in de spotlights staat: heeft die aandacht ook nadelen?

Blommaert: “Het is vervelend als mensen zomaar wat insinueren. Over mijn liefdesleven, bijvoorbeeld. Ik lees soms dingen die ik zelf nog niet wist en iedereen heeft daar dan ook een mening over. Dat is … speciaal. Zeker omdat ik redelijk gesloten ben. Ik heb nog nooit gezegd of ik op meisjes of op jongens val, maar het wordt allemaal gewoon geschreven en uit de context gerukt. En dan mag ik nog niet klagen, als ik de verhalen van sommige collega’s hoor.

“Nu, ik kan er wel mee om hoor, ze hadden me er bij de VRT en VTM op voorbereid. Het is vooral een kwestie van het niet te lezen, denk ik. Het ambetante is dat vrienden die artikelen vaak naar me doorsturen, om te lachen: ‘Kijk eens wat ze hier over jou schrijven.’ En dan lees ik het dus wel.”

Dus als Gloria Monserez in Humo zegt dat ze de liefde van haar leven heeft ontmoet …

Blommaert: “Dan ben ik blij voor haar om dat te lezen.”

Er stond overal dat ze het over jou had.

Blommaert: “En het gekke is: letterlijk niemand, geen enkele krant, geen enkel tijdschrift, heeft mij gebeld om te vragen of dat klopt. Ze maakten daar een klinkende kop van, en pas als je doorklikte, las je ergens onderaan dat Gloria niet zegt wíé haar lief is.

“Gloria en ik hebben het er weleens over gehad, en we waren het er meteen over eens dat we beter gewoon niet reageerden. Want als je zegt wie het niet is, moet je natuurlijk ook zeggen wie het wél is. En daar hebben we allebei weinig zin in.”

Waarom ben je zo voorzichtig met uitspraken over je liefdesleven?

Blommaert: “Zeker niet voor mijn carrière, zoals mensen soms denken. En het is ook geen strategie van mijn management, daar zouden we niet eens aan denken. Het kan gewoon zo snel keren. En mensen denken er toch het hunne van. Op de middelbare school ging lange tijd het gerucht dat ik samen was met een zeker meisje, terwijl ik zelfs nog nooit met haar had gepraat. Nu denken veel mensen dat ik op jongens val, of dat ik op beide geslachten zou kunnen vallen. Voor mij allemaal goed, wie dat wil geloven, mag dat gerust doen.”

In de podcast van Gossip Guy zei je dat je nooit een foto van je lief op Instagram zet omdat je het te pijnlijk vindt als je die achteraf weer moet wissen.

Blommaert (knikt): “Ik wil mensen niet kwetsen. Op mijn veertiende had ik een vriendinnetje. Ik had enkele foto’s van ons op Instagram gezet, maar het raakte uit en dus haalde ik die foto’s er weer af – na een breuk word je daar liever niet meer mee geconfronteerd. Mensen begonnen me daar vragen over te stellen, wellicht omdat ik toen in een Ketnet-reeks te zien was en dus een klein beetje ‘bekend’ was. Dat vond ik zo vervelend, ook voor dat meisje, dat ik dacht: dit wil ik niet meer.”

Door erover te zwijgen, werk je de speculaties natuurlijk een beetje in de hand. Als je zegt hoe het zit, hoeven mensen niet meer te gokken.

Blommaert: “Mocht ik iets heel steady hebben, dan zou ik dat zeker delen. Ik wil er geen geheim van maken. Maar ik kan toch niet elke week een update plaatsen? Ik ben gewoon nog zoekende, zoals dat hoort op mijn leeftijd, en er is momenteel ook niet heel veel te vertellen. Mensen vragen me ook vaak wat ik zou kiezen: presenteren, acteren of zingen. Dan zeg ik altijd: laat mij maar wat ontdekken en uitproberen, dat hoort bij het jong zijn. Op het vlak van relaties is dat net hetzelfde.”

‘Als ik in Vlaanderen alles gedaan heb, neem ik Nederland er graag bij, en als dat lukt, wil ik de Benelux, en daarna Europa. Mijn ambitie is eindeloos.’Beeld Geert Van de Velde

PROPER IN DE WAR

Iets helemaal anders: hebben ze jou al vaker gezegd dat je op Robert Pattinson lijkt?

Blommaert: “Ja (lachje). Ik vind dat het schoonste compliment dat er bestaat, want blijkbaar vinden veel mensen vinden dat ne schone vent. Ik vind hem ook een geweldig acteur, ten tijde van The Twilight Saga was ik nog niet zo into hem, maar ik heb intussen The Batman gezien en die vond ik heel cool. Ik ben zot van superhelden, ik schminkte me als kind al graag in Spider-Man.”

Ben je ijdel?

Blommaert: “Natuurlijk. Ik sta geen uren in de spiegel te kijken, maar ik ben me wel bewust van hoe ik eruitzie. Ik ga sporten, let op mijn kleding. In die zin is Raven, mijn personage in Familie, ook zo’n fijne rol om te spelen: hij is zo’n jongen die altijd hemdjes draagt. Met oorbellen, een ketting en zijn haar in de war, maar altijd zo … proper in de war, ik weet niet hoe ik het anders moet noemen (lacht).”

Je kunt zingen en acteren én je bent van Aalst, dus je kent vast ook iets van verkleden. Mag ik ervan uitgaan dat je dit jaar in een van de pakken van The Masked Singer zit?

Blommaert (lacht): “Nee. Mensen denken elk jaar opnieuw dat ik meedoe, maar ik zou sowieso nee zeggen.”

Omdat je geen tijd hebt of omdat je het niet ziet zitten?

Blommaert: “Omdat ik niet durf. Het lijkt me eng om in een pak te zitten en enkel je stem te kunnen gebruiken. Ik zou heel hard twijfelen of die wel sterk genoeg is. En ik weet ook niet of ik bekend genoeg ben om mee te doen.”

Na Tien om te zien, Familie én The Voice?

Blommaert: “Misschien heb je gelijk. Mochten de makers dit lezen: probeer me maar te overtuigen. En stel maar een heel cool pak voor, liefst een van een superheld (lacht).”

Welke dingen zou je zeker nog willen doen?

Blommaert: “The sky is the limit. Ik zou graag ooit mijn eigen plaat maken en die brengen voor een heel grote zaal. Ik zou ooit graag een echt goede bioscoopfilm maken, met mezelf in de rol van superheld, net als Robert Pattinson. Als ik in Vlaanderen alles gedaan heb, neem ik Nederland er graag bij, en als dat lukt, wil ik de Benelux, en daarna Europa. Mijn ambitie is eindeloos, maar alles hangt natuurlijk af van opportuniteiten. En als die er niet komen, is dat ook goed. Ik ben gelukkig, dat is het belangrijkste.”

© Humo