Lydia Baeck. © Jan Van der Perre

Lydia Baeck (86) bezoekt elke maand veertig eenzame mensen: “Het maakt me emotioneel, maar ik doe het zo graag”

Wilrijk -

Warme Buurt Wilrijk, een organisatie die zich inzet voor eenzame en zieke mensen, zit met een tekort aan vrijwilligers. Tijdens de coronaperiode kalfde het aantal vrijwilligers af van twintig naar tien, hoewel het aantal eenzamen zeker niet is gezakt. Lydia Baeck is een van de vrijwilligers bij de organisatie, zij bezoekt elke maand veertig eenzame mensen.

Saar Van Olmen

LEES OOK. Sociaal project Samana Boodschappenlijn helpt zorgbehoevenden door inkopen te brengen

Of ik iets wil drinken? Graag. Ik voel me meteen thuis bij Lydia wanneer ik haar gezellig appartement op het Valaar binnenwandel. De kwieke 86-jarige vrouw ontvangt me met open armen, en doet graag een babbeltje over wie ze is, en wat ze allemaal doet in het leven. Want Lydia heeft nooit stilgezeten. Toen ze nog aan het werk was, was ze kleuterjuf in een school in de buurt. Ze was lid van de Chiro, verantwoordelijke bij de Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging én lid van de parochie.

“Toen ik van het Kiel naar Wilrijk verhuisde, vroeg de pastoor me of ik mee nieuwkomers in de buurt wou verwelkomen. Ik kreeg op dat moment een zevental adressen toegewezen, en ging die mensen verwelkomen met een boekje. Ik kende ze na een tijd allemaal. Ik heb al van veel van hen afscheid moeten nemen. Dat maakt me emotioneel, maar ik doe het zo graag.”

Rollator

Intussen zijn het allang geen nieuwkomers meer. Lydia bezoekt in totaal veertig eenzame mensen per maand. En dat allemaal te voet. “Ik heb een rollator nu, toen ik die vanuit de kelder naar boven heb gehaald, heb ik gehuild. Want dat was een bladzijde die ik moest omslaan in mijn leven. Maar toch neem ik nog altijd de tram en de bus om overal te geraken, ik neem soms zes bussen per dag.”

Een koffie, wandelen, shoppen, het zijn allemaal dingen die de vrijwilligers van Warme Buurt Wilrijk doen om eenzamen een hart onder de riem te steken. Zij die zich eenzaam voelen, kunnen zich aanmelden, en een vrijwilliger spreekt dan met die persoon af om er iets leuks mee te doen.

De vrijwilligers van Warme Buurt Wilrijk. © Jan Van der Perre

Lydia gaat vooral langs in de rusthuizen in de omgeving rond Antwerpen. “Ik neem dan vaak een snoepje mee”, knikt ze. Snoepjes die ze als échte gastvrouw ook tijdens mijn bezoekje op de tafel heeft gezet. “Daar maak je de mensen zo blij mee. Al zijn er natuurlijk ook mensen die het niet aannemen voor hun suiker of zo (lacht). Dan zit ik daar een halfuurtje tot een uurtje om met hen te praten, om dan naar de volgende te vertrekken.”

Probeer het eens

De Wilrijkse bezoekt vooral mensen die dementerend zijn. En ze heeft het daar niet altijd even gemakkelijk mee. “Zo was er bijvoorbeeld een dementerende vrouw in Wijnegem die vroeg om haar uit het rusthuis te halen. Ik moet een biefstuk gaan halen voor mijn man, zei ze.”

Lydia wist zonder nadenken hoe ze moest reageren. “Ik zei: ik ben net voorbij de beenhouwer gereden en die is gesloten. Kom even bij mij aan tafel zitten, dan praten we even. Toen ik buiten kwam was ik daar niet goed van, maar toch heb ik het gevoel gehad dat ik vreugde heb kunnen brengen in dat rusthuis.”

Boechout, Lint, Hoboken, het zijn allemaal plaatsen die Lydia in haar boekje met adressen heeft staan. Maar ze vraagt zich vooral af, waar al die andere mensen zijn die eenzamen bezoeken. “De cafés zitten vol. Gaan zij ook op bezoek bij hun mama, bij hun kinderen, bij de tante? Je hoeft niet zo veel mensen te bezoeken als ik, maar begin al eens met een stuk of vijf. Ga eens naar een rusthuis, hoor eens of je daar welkom bent. Of kijk eens naar je eigen familie, om te zien wie wel een bezoekje gebruiken kan. Probeer het eens.”

Wil jij graag vrijwilliger worden zoals Lydia? Of kan jij zelf een bezoekje gebruiken? Contacteer gerust Lotte Adriaensens van Samana de overkoepelende organisatie van de Warme Buurten via lotte.adriaenssens@samana.be.  

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER