"Zet die pinkers op!": veel mensen gebruiken hun richtingaanwijzers niet, zo doe je het correct

Bijna de helft van de autobestuurders gebruikt zijn richtingaanwijzers niet als ze van rijvak veranderen. Dat blijkt uit een steekproef van de mobiliteitsorganisatie Touring bij 2.200 automobilisten op verschillende locaties. Nochtans zijn "pinkers" geen optie, richtingaanwijzers gebruiken is verplicht. Hoe gebruik je ze dan correct? 

"Pinkers waren een optie zeker?!" Een uitspraak die we al wel eens doen als we ons ergeren op de baan. Laat ons duidelijk zijn, "pinkers" oftewel richtingaanwijzers zijn géén optie. Het gebruik ervan is verplicht. Het is de enige manier waarop we met anderen kunnen communiceren, en dus belangrijk voor de veiligheid in het verkeer. 

De mobiliteitsorganisatie Touring voerde een steekproef uit waarbij ze op verschillende locaties bij 2.200 automobilisten keken naar het gebruik van richtingaanwijzers. "We vatten post op bruggen over de E40, E17, E19 en de Brusselse ring en telden op een half uur tijd alle voertuigen die van rijstrook wisselden of een op- of afrit namen. Bijna de helft van de automobilisten gebruikt geen richtingaanwijzer om van rijstrook te veranderen. Zowat 4 op de 10 doen dit ook niet om de snelweg op te rijden of te verlaten", zegt woordvoerder Danny Smagghe. Touring ging ook kijken bij diverse rotondes. "Hier gebruiken bijna 6 op de 10 de richtingaanwijzers niet om een rotonde te verlaten."

Dit onderzoek werd in 2005 voor het eerst gedaan en wordt sindsdien regelmatig herhaald. "De situatie verbetert niet, mensen blijven dezelfde fouten maken. Het is iets waar we de aandacht op moeten blijven vestigen", zegt Smagghe. "Het is belangrijk voor de veiligheid op de weg en bovendien is het niet gebruiken van de richtingaanwijzers een grote bron van ergernis in het verkeer." Touring vermoedt dat nonchalance, toenemende afleiding en gebrek aan kennis de belangrijkste oorzaken zijn en vraagt een blijvende sensibilisering.

Wat zegt het verkeersreglement?

Maar hoe zit dat dan juist met het correcte gebruik van richtingaanwijzers? We kijken eerst naar het verkeersreglement. Daarvoor raadplegen we de Wegcode, waarin alle verkeersregels in ons land zijn vastgelegd. In artikel 13 van het "Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg" lezen we het volgende:

Alvorens een manoeuvre of een beweging uit te voeren die een zijdelingse verplaatsing vereist of een wijziging van richting veroorzaakt, moet de bestuurder zijn voornemen tijdig genoeg kenbaar maken met de richtingsaanwijzers wanneer het voertuig daarvan voorzien is of, zoniet en indien mogelijk, door een teken met de arm. Deze aanduiding moet ophouden zodra de zijdelingse verplaatsing of de wijziging van richting uitgevoerd is.

Vrij vertaald: als je een "zijdelings manoeuvre" wil uitvoeren (lees: als je als bestuurder van een je opzij moet verplaatsen of een andere richting wil uitgaan), moet je je richtingaanwijzers gebruiken. En dat geldt voor élk zijdelings manoeuvre, ook als er niemand anders in de buurt is.

Wanneer zet je je richtingaanwijzers op?

"Vroeg genoeg", luidt het antwoord, om zo weggebruikers tijdig te waarschuwen dat je van richting wil veranderen. Wanneer "vroeg genoeg" is, dat hangt af van de omstandigheden, zoals de inrichting van de plaats waar je rijdt (is er bijvoorbeeld een gevaarlijke bocht of een wegversmalling) en de snelheid. Anderzijds mag je dan ook weer "niet te vroeg" je richtingaanwijzers aanzetten, dus bijvoorbeeld nog niet aan een kruispunt als je pas op het volgende kruispunt wil afslaan. "Duidelijk" en "doeltreffend", dat zijn de codewoorden.

Als je van rijstrook verandert, moet je je richtingaanwijzer aanzetten.
foto Peter Hilz (C)

In welke situaties is het verplicht?

De federale politie noemt enkele situaties waarin je je richtingaanwijzers moet gebruiken:

  • Als je van rijstrook verandert, bijvoorbeeld om een stilstaand of geparkeerd voertuig voorbij te rijden
  • Als je van rijvak verandert. Maar als je rechts rijdt en naar links moet wegens een wegversmalling, verander je niet van rijstrook. Je voert dus geen manoeuvre uit. Je hebt voorrang van rechts ten opzichte van wie zich links van je bevindt
  • Als je een parkeerplaats verlaat of oprijdt
  • Als je een privé-eigendom of een garage verlaat
  • Als je keert of achteruitrijdt
  • Als je een weggebruiker inhaalt, ook als dat een tweewieler is. Nadien moet je, na het gebruik van de rechterrichtingaanwijzer, zo snel mogelijk je plaats rechts opnieuw innemen.
  • Als je van richting verandert: als je links of rechts wil afslaan of je auto links van een baan met eenrichtingsverkeer wil zetten, moet je "op tijd" je richtingaanwijzers aanzetten en die de hele beweging in werking laten

Je richtingaanwijzers niet gebruiken wanneer dat verplicht is, is een verkeersovertreding van de eerste graad. Dat betekent een onmiddellijke inning van 58 euro, of een minnelijke schikking (de "boete" die in de bus valt) van 85 euro. Als je de zaak voor de rechtbank brengt en je verliest, kan dat een geldboete van 80 tot 2.000 euro opleveren.  

En op een rotonde?

Het gebruik van richtingaanwijzers is enkel verplicht als je een rotonde verlaat. Met andere woorden: als je een rotonde wil oprijden, moet je je richtingaanwijzers niet aanzetten. Neem je een afrit, dan weer wel. Je moet op dat moment namelijk aan de andere weggebruikers laten weten welke afrit je kiest. "Zet je dan geen richtingaanwijzers op, dan is dat niet alleen onveilig, maar leidt dat ook tot ergernis bij de weggebruikers die staan te wachten om de rotonde op te rijden", zegt Danny Smagghe van Touring.

En hoe staat het in de Wegcode? Even lezen in artikel 19:

Het oprijden van een rotonde wordt beschouwd als een richtingsverandering waarbij de richtingaanwijzers niet moeten gebruikt worden. Het verlaten van een rotonde is een richtingsverandering waarbij de richtingaanwijzers wel gebruikt moeten worden.

Op een rotonde moet je alleen een richtingaanwijzer gebruiken als je de rotonde verlaat.
Google Street View

Wanneer mag ik vier richtingaanwijzers gebruiken?

Het gebruik van vier richtingaanwijzers mag enkel in bepaalde omstandigheden. Je mág (niet moet) dat doen als je anderen wil waarschuwen voor bijvoorbeeld een dreigend gevaar voor een ongeval, een voertuig in panne of een verlies van lading. Als je achteraan in een file belandt en er is een mogelijk risico op een ongeval, dan mag je de vier richtingaanwijzers dus aanzetten. Schoolbussen mogen de vier richtingaanwijzers ook opzetten om aan te geven dat er kinderen aan het in- of uitstappen zijn.

Elk ander gebruik is verboden. Het mag met andere woorden dus niet bij bijvoorbeeld hinderlijk parkeren of het inhalen van files, zoals ook blijkt uit het antwoord van de federale politie op een vraag van een weggebruiker.

Geen voorrang!

De federale politie wijst er ten slotte nog op dat veel bestuurders ten onrechte denken dat ze voorrang hebben als ze hun richtingaanwijzers gebruiken. Als voorbeeld noemt de politie bestuurders die ervan uitgaan dat ze met richtingaanwijzers voorrang hebben en mogen invoegen op de eerste rijstrook van de autosnelweg door zich tussen de andere voertuigen te bewegen. Dat is dus niet het geval.

BEKIJK - Touring pleit voor meer sensibilisering voor het gebruik van richtingaanwijzers:

Videospeler inladen...

Meest gelezen