Te land, ter zee en nu ook online: Defensie stelt nieuwe cybercomponent voor

Naast de land- en luchtmacht, de marine en de medische component, heeft ons Belgisch leger er sinds vandaag een vijfde poot bij: de cybercomponent. Dat wil niet zeggen dat ons leger tot voor vandaag nog niet bezig was met cyberveiligheid: "We hadden al een afdeling die zich met cyber bezighield, maar de technologische evolutie is veranderd, en daarmee ook de manier van oorlogsvoering. We voelen dus de noodzaak om daar een hele entiteit aan te besteden, die alle facetten van de cyberruimte moet omvatten ten voordele van de krijgsmacht en de natie", zegt admiraal Robberecht, die aan het hoofd staat van de militaire inlichtingendienst ADIV.

BELUISTER hier het volledige gesprek met admiraal Robberecht uit "De wereld vandaag" op Radio 1:

Hoeveel mensen er voor deze nieuwe component zullen werken, kan Robberecht niet zeggen. Dat is gevoelige informatie, omdat het over inlichtingen gaat. Maar het gaat naar verluidt om "honderden". Daarvan moet nog een heel deel aangeworven worden. Een uitdaging voor Defensie, dat al langer met allerlei personeelstekorten kampt. Zeker in een sector waar de rest van de arbeidsmarkt een te duchten concurrent is.

Toch hoopt het leger een aantrekkelijke werkgever te zijn: "We weten dat Defensie niet de enige optie is voor cyberfreaks en nerds, maar wij kunnen echt wel iets aantrekkelijks aanbieden voor mensen die graag hacken, intrusief zijn, dingen willen observeren." En de verloning? Daar hoopt Defensie op partnerschappen met bedrijven: "We denken ook aan een nieuwe reservemacht, waarbij mensen voor een bedrijf werken en tegelijk ook voor Defensie. De technologische kennis en uitwisseling daarvan is primordiaal, niet alleen voor de krijgsmacht, maar ook voor de bescherming van onze eigen ondernemingen en kritische infrastructuur van de natie", aldus de admiraal.

Waar zal deze nieuwe cybertak van het leger zijn nut bewijzen? Uiteraard is er de oorlog in Oekraïne: "We zien dat de hybride oorlogsvoering van vandaag niet meer de slagvelden van vroeger zijn, dus wat men hanteert in een hybride oorlog, zal via een cybermanier bij ons ook gebruikt worden. Of het nu het stilleggen van een waterkrachtcentrale is, het afluisteren van data of sociale media beïnvloeden, er zijn heel veel takken van cyberacties waartegen wij ons moeten beschermen. Denk maar aan de coronaperiode, toen mensen via dat topic de democratie probeerden te ondermijnen."

Het blijft ook niet bij verdedigen. "Onze parlementsleden hebben het wetgevend kader aangepast, zodat we ook kunnen antwoorden op cyberaanvallen, en we niet enkel machteloos toekijken wat ons overkomt." Zelf een cyberaanval opzetten? Ook dat kan, zegt admiraal Robberecht: "Die bevoegdheid hebben we ook."

Blijft de vraag of er in Moskou, Washington of Peking alarmbellen afgaan, nu België ook meer van zich af wil bijten op cybervlak. "Het is een verhaal van boswachter en stroper. Onze cybercomponent zal continu in evolutie zijn, we zullen nieuwe technieken leren, de technologie zal evolueren, en we zullen ons daarop moeten instellen. Dat zal nieuwe middelen vergen, of nieuwe mensen of nieuw geld, ofwel zelfs nog zaken waar we vandaag nog niet bij stilstaan", besluit de admiraal.