Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

Het idee dat nabijheid van politici de kloof met de burger zou dichten, is ontspoord: over de stap opzij van Kitir

Links: Bart Eeckhout. Rechts: Meryame Kitir (Vooruit).Beeld Eva Beeusaert, Jelle Vermeersch

Met minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit) is er een tweede regeringslid op korte tijd dat beslist om tijdelijk een stap opzij te zetten uit gezondheidsoverwegingen. Tekenend voor een politiek systeem dat stilaan doldraait, meent hoofdcommentator Bart Eeckhout.

Met een korte boodschap op Facebook maakte minister Kitir haar tijdelijke exit uit de federale regering bekend. “Mijn job heeft me al veel voldoening gegeven. Van de liefde uit Limburg tot belangrijke dienstreizen”, schrijft ze. “Maar het heeft ook veel van me gevraagd. En op een bepaald moment moet je ook aan jezelf denken. Mijn mentaal welzijn komt nu even op de eerste plaats. Op advies ga ik de komende tijd wat rust nemen.” Frank Vandenbroucke (vicepremier namens Vooruit) neemt tijdelijk de bevoegdheden van Kitir over.

Toen haar partijvoorzitter Conner Rousseau de boodschap deelde op Twitter, ging het hek meteen van de dam. “Gewoon doorcashen zeker”, meldde een twitteraar. “Dat gat in haar hand gaat nooit genezen”, reageerde een andere. “Tijd om de kleerkast op te ruimen”, tikte nog een derde. Of nog: “Andermans geld uitgeven is zeer vermoeiend!” Van de bijna 200 reacties waren er woensdagmiddag toch ook een stuk of drie die de politica beterschap wensten.

Of er een verband is tussen de haatreacties en de nood aan rust, is niet bekend. Volgens Knack komt de exit er op last van de partijleiding. Voorzitter Rousseau zou vinden dat Kitir te weinig uit de verf komt. Tegelijk zou het kabinet in chaos verkeren nadat opeenvolgende woordvoerders en medewerkers vertrokken uit onvrede met de minister.

Maar er was dus ook die externe druk. Kitir wordt al zowat de hele regeerperiode lang geviseerd in een venijnige en persoonlijke campagne waar de vingerafdrukken van radicaal-rechts op staan. Vlaams Belang verspreidt op sociale media pancartes, met haar foto over het ontwikkelingsgeld dat niet naar ‘het eigen volk’ gaat. Maar het gaat in de anonieme haatcampagnes ook over haar kledij, uiterlijk en afkomst, zoals vaak wanneer vrouwen op de korrel genomen worden.

Taboe en schaamte

Hoe dan ook is Meryame Kitir de tweede minister op korte tijd die op doktersadvies even aan de kant moet gaan staan, na Hilde Crevits, minister-vice-president in de Vlaamse regering voor cd&v. Dat mensen op hoge plekken die beslissing nemen, zou je kunnen zien als vooruitgang. Het toont aan dat, na fysiek ongemak, ook mentaal ongemak uit de sfeer van taboe en schaamte wordt gehaald. Nog maar enkele weken geleden getuigden enkele politici, onder wie Brussels minister Sven Gatz (Open Vld), in Humo over hun eigen gezondheidsproblemen. Zulke problemen trof je wellicht ook vroeger weleens aan in de toppolitiek, maar werden toen verzwegen of gesmoord in vluchtwegen, zoals drankmisbruik.

Die tijd is tenminste voorbij. Toch is er reden tot diepe bezorgdheid én bezinning. Of ze nu verband met elkaar houden of niet, zowel de intense haatcampagne (is er een ander woord voor?) tegen als de tijdelijke exit van minister Kitir (en minister Crevits), wijzen op een politiek systeem dat stilaan dolgedraaid is. Het is een systeem waarin de permanente campagne het overgenomen heeft van het streven naar goed bestuur. Het perspectief is niet eens meer de volgende stembusgang, maar hoogstens een volgende peiling of zelfs nieuwscyclus. Onder het oog van een joelend publiek worden politici als acrobaten de circuspiste ingestuurd. De ene na de andere trapezist geeft nu te kennen doodop te zijn.

Dat het twee vrouwelijke politici zijn die kort na elkaar een adempauze zoeken is mogelijk toeval (Sven Gatz is geen vrouw). Wellicht géén toeval is dat zowel Crevits als Kitir politici zijn van het klassiekere, welja ouderwetse type. Ze rolden de politiek in via de zuil, en bouwden hun loopbaan snel maar toch nog altijd stapsgewijs uit. Zulke politici hebben het vaak lastig met het voortdurende spektakel en de profilering van de aandachtspolitici die nu de toon aangeven.

Aandachtstijdperk

Voor u er over begint, zal ik het zelf maar zeggen. Media gaan allerminst vrijuit in deze zorgelijke tendens. ‘Wij’ zijn het vaak die de circuspiste van relletjes en conflictjes aanleggen. Al is die verantwoordelijkheid wel gedeeld. Zo viel op dat na de jongste federale begrotingsbesprekingen partijen zelf naar sociale media trokken om met pancartes en slogans de aandacht op zichzelf te trekken. Coalitiepartners vlogen elkaar in de haren, zonder dat er een journalist aan te pas diende te komen. Dat ze er permanent campagne kunnen voeren, is wat politieke strategen zo aantrekt in sociale media. Dit almaar sneller draaiende systeem put de hoofdrolspelers uit. Dat is geen exclusieve zaak van België of politici. In alle disciplines, van sport tot de keuken, gaan toppers gebukt onder het aandachtstijdperk.

Wel uniek voor Vlaanderen is de centrale positie die politici hier in het openbare leven innemen, niet alleen als beleidsverantwoordelijke maar ook als publiek figuur en letterlijke performer. Dat moet uniek zijn in de wereld. Het idee dat die nabijheid en herkenbaarheid van politici de kloof met de burger zou dichten, is gaandeweg evenwel ontspoord.

Als de ­retoriek niet gepaard gaat met resultaat, creëert al dat op zichzelf gerichte spektakel juist ­ontgoocheling, bevreemding of zelfs afkeer bij vele burgers, die hun problemen onopgelost ­weten. De permanente campagne legt een ruis over het beleid, die burgers vaak juist afstoot. Of ze kijken ernaar als naar ‘entertainment’ met vedettes die je mag uitjouwen en uitschelden, zelfs als ze op de grond liggen, zoals voetballers in het stadion.

Dit stuk is aangevuld met een paragraaf over de interne onvrede op het kabinet-Kitir waarover Knack als eerste berichtte.