Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTrue crime

Hoever kun je als tv-maker gaan met true crime? ‘Ik ken iemand die een boek over de Bende schreef en het niet durft uit te brengen’

Evan Peters als Jeffrey Dahmer in 'The Jeffrey Dahmer Story' op Netflix.Beeld Netflix

True crime was nooit eerder zo populair, maar dat heeft ook een schaduwkant. Een nieuwe Netflix-reeks over seriemoordenaar Jeffrey Dahmer krijgt kritiek omdat ze een loopje met de waarheid neemt. De grens tussen entertainen en respect opbrengen voor slachtoffers is dun, bevestigen Belgische truecrimekenners.

“Ik vertel niemand waar ze al dan niet naar moeten kijken, maar als jullie echt geïnteresseerd zijn in de slachtoffers: mijn familie en ik zijn kwaad.” In een bericht op zijn Twitter-account trekt Eric Perry eind september van leer tegen de nieuwe Netflix-hit Monster: The Jeffrey Dahmer Story. De serie vertelt het waargebeurde verhaal van een Amerikaanse moordenaar die tussen 1978 en 1991 dertien mannen vermoordde.

Een van zijn slachtoffers is Errol Lindsey, Perry’s neef. Hij overleed op een gruwelijke manier die in de reeks behoorlijk onverbloemd in beeld gebracht wordt. Perry vindt het ongehoord dat zijn familietrauma gerecupereerd wordt in een spannende serie en sluit zich aan in een lange rij met verontwaardigde nabestaanden van slachtoffers. Zij vinden dat de makers van de reeks te vaak van de feiten afwijken en betreuren dat ze vooraf niet gecontacteerd werden.

Hun woede wordt breed opgepikt door de pers, maar eigenlijk hoeft ze niet te verrassen. De voorbije jaren nam de brede interesse in true crime razendsnel toe. Naast de klassieke documentaires over beroemde moordenaars als Charles Manson of Ted Bundy kunnen fans van het genre zich verlekkeren met talloze fictiereeksen en een breed aanbod aan podcasts. De makers bieden liefhebbers een tijdelijke uitstap naar een lugubere wereld die tot de verbeelding spreekt, al hebben slachtoffers en nabestaanden daar vaak moeite mee omdat die escapade van de massa hun dagelijkse realiteit is.

Herkenbaar

Chris De Vleeschauwer (60) kan zich zo herkennen in de frustraties die de nabestaanden van Dahmers slachtoffers uiten. In 1996 werd zijn broer Peter, een rijkswachter, ontvoerd en om het leven gebracht. De dader werd nooit gevat en dat opende de deur naar speculaties. Niet alleen in het lokale dorpscafé ging het verhaal jarenlang over de tongen, maar ook in massamedia.

Enkele jaren geleden blikte de populaire podcast De volksjury zo een aflevering in over de moord op De Vleeschauwer. In de afleveringen bespreken de hosts vaak hun eigen leven, waarna ze moordzaken doorlopen en over een mogelijke dader speculeren. De luchtige toon is typerend voor De volksjury en draagt bij aan het succes van de podcast, al is het de vraag of het wel gepast is om bubbels te nippen terwijl je de grootste tragedie uit iemands leven bespreekt.

“Het is inderdaad heel vrijblijvend, je kan het bezwaarlijk onderzoeksjournalistiek noemen”, zegt De Vleeschauwer. “Ik ontdekte pas twee jaar later dat de aflevering over mijn broer bestond en vond het oppervlakkig en naast de kwestie. Ze lazen krantenartikels en deden eigen invullingen, maar daardoor verwarden ze dingen met elkaar.” De man viseert de podcast absoluut niet, maar is vooral teleurgesteld omdat de populariteit van true crime er niet toe leidt dat makers dieper graven en zelden nieuwe zaken aan het licht brengen.

Toch kan true crime ook meer doen dan entertainen of ontroeren. In de Verenigde Staten besteedde de podcast Serial zo uitgebreid aandacht aan de moord op Hae Min Lee, waarna de zaak opnieuw onder de loep genomen werd en de aanklachten tegen haar vriend Adnan Syed wegvielen. Na 23 jaar mocht hij daardoor de gevangenis verlaten.

Onopgeloste zaken

Dichter bij huis merkt regisseur Stijn Coninx dat op feiten gebaseerde fictie soms ook helpt om onopgeloste zaken onder de aandacht te brengen. In 2018 bracht hij Niet schieten uit, een film over de Bende van Nijvel. Het onderzoek zat op dat moment in het slop en na de release werden er nieuwe speurders aangesteld. Al betekent dat niet dat alle slachtoffers en hun nabestaanden meteen enthousiast waren over de plannen voor een film.

“Je moet telkens een afweging maken. Ik zou bijvoorbeeld nooit een film over Dutroux maken, tenzij slachtoffers of nabestaanden daar echt om zouden smeken”, zegt Coninx. In het geval van Niet schieten kwam de vraag voor een fictieproject van David Van de Steen, die in 1985 zijn ouders verloor tijdens een overval die de Bende in de Delhaize van Aalst deed. Coninx organiseerde in samenwerking met de stad een infomoment om zijn plannen uit de doeken te doen en sprak ook uitgebreid met betrokkenen. Daardoor won hij het vertrouwen van veel mensen, al wil dat niet zeggen dat het daardoor makkelijker werd om de film te draaien.

Michael Beach als rechercheur Murphy, Colby French als rechercheur Kennedy en Evan Peters als Jeffrey Dahmer in episode 105.Beeld COURTESY OF NETFLIX

Wie met een waargebeurd verhaal aan de slag gaat, riskeert ook juridische repercussies als iets niet volledig accuraat of net te expliciet in beeld gebracht wordt. Coninx kreeg daardoor voortdurend juridisch advies. “Bovendien is er het risico op reëel geweld. Ik ken iemand die een boek over de Bende schreef en het niet durft uit te brengen omdat hij eerder al een aanslag op zijn leven meemaakte. De angst is terecht.”

True crime is op die manier niet alleen een aanleiding voor morele discussies over de grens tussen entertainment en respect, maar ook een reden om het over artistieke vrijheid te hebben. Hoewel de nabestaanden van Dahmers slachtoffers respectvol reageren, is er geen garantie dat makers van andere truecrimeverhalen niet met rechtszaken of geweld te maken krijgen. “Daarom is fictie zo’n interessant genre, want dat is per definitie onwaar. Al kun je binnen dat medium een grijze zone opzoeken waarbij je inspiratie uit waargebeurde feiten haalt.”