Levenseinde

Euthanasiewet is ongrondwettig, zegt Grondwettelijk Hof

©  belga

De euthanasiewet is ongrondwettig, omdat artsen die een procedurefout maken, ook veroordeeld kunnen worden voor gifmoord.

Veerle Beel

Het Grondwettelijk Hof deed een opmerkelijke uitspraak over de euthanasiewet. De rechters stellen in hun arrest dat artsen alle voorwaarden van de wet moeten naleven. Zogenoemde randvoorwaarden voor de procedure zijn even belangrijk als de grondvoorwaarden voor de patiënt en zijn of haar aandoening. Artsen die een procedurefout maken, kunnen dus bestraft worden.

Maar het is niet correct om een arts voor gifmoord te veroordelen als hij alleen een procedurefout zou hebben gemaakt. Dat moet wel nog kunnen als artsen een grondvoorwaarde zouden schenden. Dat de wet geen verschil maakt tussen die twee soorten voorwaarden, noemt het Hof ongrondwettig.

Het arrest heeft geen onmiddellijke gevolgen voor de naleving van de euthanasiewet – die blijft zoals ze is. Maar de rechtbank van eerste aanleg in Dendermonde kan met dit arrest opnieuw aan de slag, want zij had daarover vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof. In Dendermonde loopt een burgerlijke vordering tegen de arts die euthanasie uitvoerde bij Tine Nys, op 27 april 2010.

   • Rechtbank Dendermonde stelt vragen bij euthanasiewet

De arts, J.V.H., werd in januari 2020 samen met de twee andere betrokken artsen vrijgesproken van ‘gifmoord’ door de assisenjury in Gent. De verdediging had onder meer opgeworpen dat het onaanvaardbaar is om artsen die euthanasie uitvoeren van gifmoord te beschuldigen, zeker als alleen een procedurevoorwaarde zou zijn geschonden.

De rechter in Cassatie oordeelde dat de vrijspraak van J.V.H. – en alleen die van hem – niet goed genoeg­ gemotiveerd werd. Cassatie oordeelde ook dat de vraag naar de burgerlijke aansprakelijkheid van deze arts bijgevolg wel ontvankelijk is en verwees die door naar Dendermonde.

Verslag te laat

Een van de redenen waarom de familie van Nys een klacht had ingediend, was dat de betrokken arts had nagelaten om binnen de wettelijke termijn van vier dagen een verslag over de euthanasie door te sturen naar de federale evaluatiecommissie euthanasie – een randvoor­waarde. Weken later was dat nog niet in orde.

Het Grondwettelijk Hof vindt die voorwaarde even belangrijk als alle andere. Want als een arts nalaat een verslag in te dienen, kan niet gecontroleerd worden of de euthanasie aan alle voorwaarden beantwoordt. Maar het Hof zegt ook dat die inbreuk niet met de kwalificatie gifmoord bestraft mag worden.

De vertegenwoordiger van de Belgische staat en de burgerlijke partijen hadden de wet verdedigd zoals ze was. Het Hof volgt hen daar niet in, maar gaat evenmin in op de tweede vraag van de rechtbank van Dendermonde, of gifmoord überhaupt niet te zwaar is voor om het even welke inbreuk op de wet. Die vraag blijft na het antwoord op de eerste vraag ‘zonder gevolg’.