Je kan niet zeggen dat TTB en Zorro, een onderdeel van Ringland, geen tijd gestoken hebben in het in kaart brengen van het tijdverlies en andere euvels waarmee tram en bus in Antwerpen dagelijks geconfronteerd worden. Enkele honderden uren heeft het Erik Heylen van TTB gekost.

En de conclusies zijn helaas vaak dezelfde als in het verleden. Uit de metingen van de organisaties blijkt dat trams 5 tot 24% van de totale rijtijd verliezen aan verkeerslichten. Behalve tramlijn 11, doen ook de lijnen 24, 7 en 10 het verre van goed.

“De sturing van de verkeerslichten is de jongste tijd, door de inspanningen van de stad en het gewest, verbeterd. Toch is dat niet altijd te merken in de dienstregeling van de trams.”

Ook de lange stoptijd aan de haltes zijn TTB en Zorro een doorn in het oog. “Trams staan daar gemiddeld 16,7% van de rijtijd stil. Dat komt onder meer omdat er te weinig deuren zijn en de ontwaardingssystemen op een hinderlijke plek staan. Ook te korte trams, met dus veel passagiers, zorgen voor vertragingen.”

“Breid bestaande trams uit”

Volgens TTB en Zorro kan De Lijn een aantal problemen snel zelf oplossen. “Door in te grijpen in de op- en afstaptijden kan De Lijn de dienstverlening verbeteren door de doorstroming te verhogen. Zonder dat daarbij extra voertuigen moeten voorzien worden”,

Hetzelfde geldt voor de verloren tijd aan de verkeerslichten. “Het verkeerslicht voor de tram mag altijd op rood staan, behalve wanneer hij eraan komt. Dan moet de tram groen licht krijgen zonder dat hij moet stoppen”, vervolgt de man.

Verder vragen de belangenorganisaties dat De Lijn grotere trams aanschaft. Die moeten ingezet worden op lijnen zoals 3, 5, 10 en 15. “Een eerste investering, die niet eens zo duur hoeft te zijn, is het ombouwen van de vijfdelige Flexity-trams die nu al rijden. Dat kunnen zevendelige rijtuigen worden. De trams zijn daar zelfs technisch op voorzien.”

“Verdubbeling openbaar vervoer”

Hoewel De Lijn zelf flinke stappen kan zetten, blijven de belangenorganisaties pleiten voor meer investeringen in het Antwerpse openbaar vervoer. “Het bovengrondse net in het stadshart en metronet naar de rand moet maximaal benut worden. Het besef dat de tram het meest efficiënt is om mensen van en naar de stad te krijgen, moet nog groeien.”

Daarbij werd verwezen naar de door het Toekomstverbond, waarin ook Vlaamse overheid en de stad Antwerpen zitten, vooropgestelde modal shift tegen 2030. “Daarvoor moet volgens datzelfde Toekomstverbond het aanbod van openbaar vervoer verdubbelen. En ondertussen wordt het aanbod steeds schraler. Op deze manier gaat het dus niet lukken.”

TTB en Zorro zijn van plan om elk jaar opnieuw een meting te doen op het Antwerps openbaar vervoer. “Zo krijgen we een goed beeld van hoe de grootste problemen voor trams worden aangepakt en of dat tot een betere dienstverlening leidt”, aldus nog Erik Heylen.