Direct naar artikelinhoud
NieuwsMigratie

Belg over het algemeen negatief over migratie: ‘Die perceptie over migratie wordt gekneed’

Asielzoekers overnachten in de buurt van het klein kasteeltje in afwachting van en registratie door Fedasil.Beeld Tim Dirven

Echt positief zijn Belgen niet over migratie. Dat blijkt uit een bevraging van uitzendkantoor Randstad. Opvallend is wel dat wie doorvraagt naar specifieke aspecten een veel genuanceerder beeld krijgt. ‘We moeten veel gelaagder over migratie spreken.’

60 procent van de respondenten denkt dat migranten meer zouden kosten dan ze opbrengen. 12 procent is het daar niet mee eens en vindt dat migranten meer opbrengen dan ze kosten en 28 procent vindt dat beide in evenwicht zijn.

Ook zegt 64 procent van de respondenten uit de studie dat de kwaliteit van het onderwijs achteruit is gegaan onder invloed van migratie. En 39 procent vindt dat migratie de afgelopen 50 jaar niet voordelig is geweest voor ons land. 27 procent vindt van wel.

Dat blijkt uit een online bevraging die onderzoeksbureau Ikanos uitvoerde in opdracht van Randstad. In mei en juni van dit jaar organiseerde zij een online bevraging bij 3.005 Belgen tussen 18 en 94 jaar. Ze deden dat op basis van een vragenlijst die mee opgesteld werd door emeritus professor sociologie Marc Elchardus (VUB), tevens columnist voor deze krant.

Het zijn bevindingen die expert asiel, migratie en integratiebeleid Pascal Debruyne (Odisee Hogeschool) niet verbazen. “Het strookt met het beeld dat spreekt uit de migratie- en integratiemonitor”, zegt hij. “Die toont ons dat tussen de 25 en 50 procent van de Vlamingen behoorlijk negatief is voor migratie, naargelang de vraag die wordt gesteld. De cijfers zijn min of meer stabiel sinds 1998, wanneer men begon te meten. Ook in divers postelectoraal onderzoek komt die eerder negatieve blik naar boven. Op zich is dat niet zo vreemd in een politiek klimaat waarin een negatieve perceptie over migratie erg dominant is.”

Maar, zo waarschuwt Debruyne, dat beeld is in feite veel gelaagder dan we vaak voorgeschoteld krijgen in het dagelijkse politieke discours. “Dat bleek bijvoorbeeld uit het electoraal onderzoek van politicoloog Stefaan Walgrave (UAntwerpen)”, zegt hij. “Politieke partijen schatten hun publiek doorgaans veel rechtser in dan ze eigenlijk zijn.”

Genuanceerder beeld

Dat blijkt ook uit de studie van Randstad. “Het klopt dat het beeld globaal eerder negatief is, maar er zijn wel grote nuances te ontwarren als we naar de verschillende vormen van migratie kijken”, zegt arbeidsmarktexpert en auteur Jan Denys. Hij geeft twee voorbeelden. “Vragen we naar de houding van mensen over migratie in functie van werk, dan is het beeld anders”, zegt hij. “60 procent van de respondenten zegt daarvoor gewonnen te zijn, 12 procent is tegen. Kortom: er is wel een redelijk stevig draagvlak voor arbeidsmigratie.”

Hetzelfde geldt voor migratie in functie van gezinshereniging of voor het aanvragen van asiel: daar zijn de standpunten een pak genuanceerder. Zo schiet slechts 16 procent van de respondenten het eerste af, volgens Denys vergelijkbaar met het aandeel respondenten dat mordicus tegen migratie is.

“Met het principe van gezinshereniging kan meer dan 80 procent van de respondenten leven”, zegt hij. “Wel vindt een grote meerderheid van hen dat de voorwaarden voor gezinshereniging strenger zouden moeten zijn.”

Van waar dan die algemene negatieve houding? Die stamt hoofdzakelijk uit mening van de respondenten over irreguliere migratie. Om een voorbeeld te geven: 52 procent van de respondenten vindt dat iemand die illegaal het land is binnengekomen nooit geregulariseerd kan worden. 18 procent is het daarmee niet eens. “De wrevel daarover blijkt de grootste verklaring voor het globale beeld”, zegt Denys.

Politieke families

Blijkt ook uit de studie: mensen die lager opgeleid zijn hebben over het algemeen een minder positief beeld van migratie. Ook blijken jongeren positiever te zijn over migratie dan oudere landgenoten.

Interessant is dat het onderzoek probeert om de link te leggen tussen het stemgedrag van respondenten en hun houding tegenover de verschillende vormen van migratie. Ook daar vallen op het eerste gezicht enkele dooddoeners te ontwarren, zoals dat geen enkele politieke familie zo pro-migratie is dan de groene.

Al geldt ook hier: doorvragen brengt meer nuance. Zo is de groene politieke familie minder positief over migratie in functie van werk. Of staan Vlaamse politieke partijen gemiddeld positiever tegenover migratie dan hun Franstalige tegenhanger binnen dezelfde politieke familie. Lees: MR is kritischer voor migratie dan Open Vld. Dat wijt Denys aan het feit dat er in het Franstalige landsdeel geen partij bestaat die kritisch is voor migratie zoals Vlaams Belang en N-VA dat in Vlaanderen wel zijn.

Nog zo’n frappant voorbeeld: het verkiezingsvoorstel van Vlaams Belang uit 2019 om een migratiestop van tien jaar door te voeren, wordt gesteund door 30 procent van haar electoraat. 29 procent is het expliciet niet mee eens.

Dat gelaagde beeld leert ons volgens Debruyne wel iets, namelijk dat “dat de negatieve perceptie over migratie ook gekneed wordt. Eigenlijk zouden politici - en wij als samenleving - daar gelaagder over moeten spreken. Om een voorbeeld te geven over mijn eigen onderzoeksdomein, gezinshereniging. Vaak hoor ik politici daar uitspraken over doen die gewoon niet kloppen: wetenschappelijk weten we bijvoorbeeld dat gezinshereniging goed is voor integratie en sociale mobiliteit.”

Debruyne mist wat hij “de gedeelde verantwoordelijkheid inzake migratie” noemt. “Neem nu de manier waarop we het vaak hebben over mensen die hier op irreguliere manier aankomen - dat is ongeveer elke asielzoeker”, zegt hij. “Vaak kijkt men daar enkel naar de persoon of groep: de verantwoordelijkheid voor hun irreguliere komst hier, ligt dan louter bij de mensen die asiel aanvragen. Nooit stellen we ons de vraag hoe het komt dat deze mensen hier nauwelijks op een legale manier raken: dat is niemand anders verantwoordelijkheid dan die van de overheid en politiek.”