Een uitgebreid interview met Dirk Frimout zelf, lees je dit weekend in onze krant en op onze website.

Frank De Winne: “Mijn droom bleek dan toch niet onmogelijk te zijn”

“Ik was op dat moment bezig aan mijn opleiding als testpiloot en nam al deel aan de selectie voor Europese astronauten. Het feit dat er een Belg naar de ruimte kon vliegen, dat gaf mij natuurlijk inspiratie. Veel mensen zeiden toen nog: “Goh, als kleine Belg, dat gaat niet lukken.” Je hebt altijd sceptici natuurlijk, maar het feit dat Dirk kon vliegen maakte toch duidelijk dat wij als Belgen kans hadden om naar de ruimte te gaan, dat mijn droom toch niet helemaal onmogelijk was.”

Frank Deboosere: “Frimout werd als een koning ontvangen”

“Ik was ontzettend fier. Dat herinner ik me nog. Frimout werkte toen bij het Belgisch Instituut voor Ruimte Aeronomie (net als het KMI een federale wetenschappelijke instelling). Ik was behoorlijk in de wolken, en een beetje daarboven nog!”

Deboosere werd op de dag dat Frimout weer landde, ook als expert uitgenodigd in het journaal. “Die uitzending moet meer dan een uur geduurd hebben. We kregen Frimout toen zelfs niet te zien omdat er eerst nog een aantal dingen geïnspecteerd moesten worden vooraleer het luik open ging. Ik heb toen een uur lang ongeveer het hele leven van het ruimtependel verteld.”

“Het leuke was dat de stad Poperinge Frimout enkele weken later feestelijk wilde ontvangen en mij vroeg of ik gastheer wilde zijn. Dat was ongelofelijk. Hij werd echt als een koning ontvangen en werd binnengereden in een of andere rode Amerikaanse slee. Poperinge zag zwart van het volk. Dat heeft een heel grote indruk op mij gemaakt, ik ben echt blij dat ik dat heb mogen meemaken.”

Dirk Frimout: “Ik was volkomen gelukkig toen die shuttle de hoogte in schoot”

Frimout zelf geniet duidelijk nog steeds na van zijn enige ruimtevlucht wanneer hij erover vertelt: “Ik was volkomen gelukkig toen die shuttle de hoogte in schoot. Negen dagen was ik volkomen gelukkig. 143 keer rond de aarde draaien, dat is zo’n uitzonderlijke ervaring. Die bol zo kunnen bekijken vanuit de ruimte, dat verandert je leven.”

LEES OOK: 25 jaar geleden zweefde de eerste Belg (Kuifje buiten beschouwing gelaten) door de ruimte, een portret

Als de enige twee Belgische astronauten in de ruimte, lijkt het niet meer dan logisch dat Frimout zijn ruimte-opvolger De Winne enkele tips gaf voor diens vertrek naar het Internationaal Ruimtestation in 1998. Dat gebeurde echter niet volgens De Winne.

Frank De Winne: “Ik hoop dat we opnieuw een Belg naar ruimte kunnen sturen”

“Ik heb Dirk verschillende keren gezien, als astronaut, maar ook tijdens de selectie. Ik kan niet zeggen dat we elke dag contact hebben, maar we hebben toch af en toe contact.” Tips kreeg hij niet echt van Frimout, al wisselden de twee wel regelmatig van gedachten.

“Ik vloog naar het Internationaal Ruimtestation terwijl Dirk in de shuttle heeft gevlogen met een zeer klein volume en zeven mensen aan boord. Dat is een heel andere manier van werken.”

Beide astronauten zijn op dit moment nog steeds gepassioneerd bezig met de ruimtevaart. Frimout als voorzitter van de Europe Space Society en De Winne als hoofd van het Europe Astronaut Centre. “België draagt veel bij aan de programma’s van de ESA, en ik hoop dat ook dat we opnieuw een Belg naar de ruimte kunnen sturen”, aldus De Winne. Al zal dat niet voor meteen zijn, geeft de man toe.

Frank Deboosere: “Frimout werd in Vlaanderen zowat afgeschilderd als professor Zonnebloem”

Het enige wat Frimout spijt volgens Frank Deboosere, is dat hij vooral in Franstalig België erg populair was en is. “Dirk heeft daar veel meer gescoord dan in Vlaanderen. In Vlaanderen, en ik vind het een beetje jammer, werd hij nogal vaak afgeschilderd als een zonderling, een soort professor Zonnebloem. Maar hij blijft wel onze eerste ruimtevaarder, we mogen daar echt wel fier op zijn!”

“Ik weet dat hij dat zelf ook een beetje jammer vindt. In Vlaanderen is het toch vooral de naam van Frank De Winne die speelt, terwijl het twee totaal verschillende karakters zijn. Ik heb voor allebei een onmetelijke bewondering. Zij hebben dingen gezien die jij en ik nooit zullen zien.”